Foto bij Second Try

Haha, de hoofdstukken worden steeds langer. :'D

Percy zou echter niet Percy zijn als hij zich zo gemakkelijk had laten verslaan. Uit eten gaan werkte niet, dat was nu bewezen, maar misschien zou een etentje thuis het juiste doel bereiken. Hij dacht er even over na om wel eten te halen ergens zodat hij daar niet voor hoefde te zorgen, maar besloot toen dat hij waarschijnlijk beter zelf de middag vrij kon nemen om aan de slag te gaan. Hij kookte sowieso meestal en was er vrij goed in, al zei hij het zelf, en bovendien wist hij dan tenminste zeker dat hij niet toch nog iemand tegen het lijf zou lopen die hem op zou houden. Hij hoopte alleen dat Olivers Quidditchtraining ook niet uit zou lopen, maar het feit dat dat op vrijdag nog geen enkele keer was gebeurd omdat zelfs de coach dan graag naar huis wilde bood goede vooruitzichten.
      Hij was niet zo stom om toch nog dingen aan het toeval over te laten, dus had hij meer dan voldoende tijd ingeroosterd om alles voor te bereiden. Het verliep allemaal voorspoedig en ging eigenlijk nog sneller dan hij had gehoopt, dus tegen de tijd dat hij de voordeur van het appartement open hoorde gaan was hij helemaal klaar. Hij had alle lichten gedempt, de hele woonkamer stond vol met kaarsjes, er lag een zelden gebruikt tafelkleed over de gedekte tafel en het eten was in zoverre klaar dat hij enkel nog wat puntjes op de i moest zetten wanneer ze wilden eten.
      “Ik ben thuis!” hoorde hij Oliver vanuit de hal roepen. Niet lang daarna ging de woonkamerdeur open en stapte Oliver naar binnen, die verbluft om zich heen keek. “Whoa.” Hij kreeg een brede grijns op zijn gezicht. “Wat is dit?”
      Percy haalde zo onverschillig mogelijk zijn schouders op. “Ik wilde je verrassen.”
      Oliver lachte. “Dat is je zeker gelukt.”
      Oliver had net de woonkamer doorkruist en wilde hem kussen toen er opeens een luide krijs klonk die werd gevolgd door een hoop gekletter en gerinkel dat klonk alsof er glazen op de grond werden gegooid. Percy kromp ineen en durfde zich nauwelijks om te draaien naar de tafel.
      Toen hij het toch deed bleken niet gewoon een paar glazen om te zijn gevallen, maar het hele tafelkleed van de tafel te zijn gegleden, met borden, bestek en alles wat er verder nog op had gestaan erbij. Opeens was hij blij dat er geen ruimte meer over was geweest voor kaarsen. Het enige wat nog wél op de tafel zat was de kat, die het voor elkaar kreeg om te kijken alsof hij zich van geen kwaad bewust was en zijn nagels diep in het tafelblad geslagen leek te hebben, vermoedelijk in een poging zich vast te houden terwijl de rest van de ondergrond weggleed. “O Merlin,” kreunde Percy.
      Olivers eerste zorg was echter niet de rommel, waar zich tot overmaat van ramp ook nog een rode wijnvlek begon te verspreiden, maar de kat. Met een beetje overtuiging wist hij hem los te krijgen van het tafelblad en hij begon zijn pootjes na te kijken op verwondingen. “Wat heb je nu weer gedaan, Snitch?” mompelde hij tegen het dier, op een toon die naar Percy’s mening veel te vriendelijk en sussend was als je bedacht dat de kat niet het slachtoffer was, maar de slechterik.
      “Hoe komt dat beest überhaupt op de tafel?” wilde hij weten.
      “Ik geloof dat ze eigenlijk op de kast is gesprongen. Je weet dat ze graag naar Bludger staart, maar nu staan er natuurlijk overal kaarsjes en schrok ze waarschijnlijk van de hitte,” legde Oliver kalm uit. “Oei, doet dat pijn?” vroeg hij op een zachtere toon, en duidelijk niet meer aan Percy gericht.
      Percy voelde irritatie opkomen. Nou voelde hij zich nog schuldig ook. En dat was belachelijk en overbodig, want het was natuurlijk niet hem aan te rekenen dat de kat midden in de kaarsen was gesprongen toen ze jacht maakte op de goudvis in zijn kommetje. In feite had de kat zelfs zijn avond verpest, niet andersom.
      “Ik geloof dat we beter even langs de dierenarts kunnen gaan,” merkte Oliver op. “Het zal vast niets zijn, maar ik weet het liever zeker.” Oliver was goed, vriendelijk en zorgzaam. Dat was een van de redenen dat Percy zo dol op hem was, maar soms kon het ongelofelijk frustrerend zijn.
      Percy zuchtte en wenste dat Bludgers kom groter was geweest zodat hij zichzelf erin had kunnen verdrinken. “Natuurlijk.”
      Dus brachten ze de avond niet met z’n tweeën in hun gezellige appartement door, maar in de klinisch witte wachtkamer van de dierenarts. Oliver verontschuldigde zich voor het verpesten van Percy’s mooie idee, en natuurlijk vertelde Percy hem dat het niet erg was, maar dat betekende niet dat hij niet desondanks de neiging had zijn hoofd op een tafel te slaan van frustratie. Hoe kwamen mensen ooit aan trouwen toe als het zo moeilijk was om iemand een aanzoek te doen?

Reageer (5)

  • Butterflygirl

    Aaawh dit is zo zo sad hahaha (ik ben echt een sadist soms)

    6 jaar geleden
  • harryisnietecht

    Hilarisch hoe het telkens weer in het water valt xD

    1 decennium geleden
  • D3M1

    hahaha die laatste zin:P

    1 decennium geleden
  • Grindelwald

    Noou. Wat sonde, zeg. Ik had er echt heel erg op gehoopt :'p
    Gauw, gauw, gauw verder!

    1 decennium geleden
  • Muldwych

    Hahaha, het gaat je echt niet goed af hé, lieve Percy! Het moet ooit toch wel goed gaan?

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen