Foto bij Hoofdstuk 3- My life in hell

Pov Janette:

doodsbenauwd kreeg ik het, als ik steeds dicht bij mijn huis kom. nog een straat en dan ben ik er. het liefst zou ik willen omkeren en wegrennen. rennen en nooit meer terug komen. maar dat kon ik niet. waar zou ik dan heen moeten. vaak heb ik er over gedacht om gewoon weg te zijn. niet alleen weg van mijn moeder, maar weg van alles en iedereen. gewoon weg. uiteindlijk stond ik voor mijn huis. ik liep naar de achterdeur en deed hem zachtjes open, hopend dat mijn moeder het vergeten was en dat ik rustig naar boven kon gaan. maar voor ik het wist voelde ik mijn wang gloeien nadat mijn moeder me een klap verkocht. boos greep ik naar mijn wang. 'Auw!' schreeuwde ik uit. 'Ach, hou toch je kop!' brulde mijn moeder. 'je bent een vies ondankbaar kind!en weer belande een vlakke hand op mijn wang. ik probeerde mezelf te verdedigen door mijn handen voor mijn gezeicht te houden. maar dat hield mijn moeder niet tegen. zo hard als ze kon schopte ze in mijn maag. 'ik wil je voor de rest van de dag niet meer zien!' riep ze in mijn oor terwijl ze mij overeind trok aan mijn haren. 'is dat begrepen?' en ze gooide me weer neer alsof ik een lappe pop was. ze liep naar de gang kast en haalde daar een rode riem tevoorschijn. ik wist dat ik snel moest antwoorde. maar verlamt door de pijn kreeg ik niets meer uit mijn mond. 'Begrepen?' herhaalde mijn moeder dreigend, en ze hield de riem boven haar hoofd. met een zwaai kwam hij tegen mij rug aan waardoor ik dubbel klapte. huilend bracht ik mijn hoofd omhoog. 'Ja.' zei ik snikkend. m'n moeder keek me ammuserend aan. hoe kon ze dit nou leuk vinden? hoe kon ze hier van genieten? nog een slag raakt mijn nek waardoor ik mijn bewustzijn verloor. 'Rotwijf' hoorde ik haar nog zeggen, en toen werd het zwart.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen