Tien
Toekomst
'Kijk!' zegt hij terwijl hij zijn hand op Viktor's schouder laat rusten en met een stompe vinger in de verte wijst. 'Zie je hem?'
Viktor kijkt vragend van zijn opa naar waar zijn vinger wijst en weer terug. Hij ziet niets, behalve de horizon en de ondergaande zon die de lucht een oranje gloed geeft en het randje van de wolken paars kleurt, net zoals Paul Klee dat zou hebben gedaan. Viktor ziet niets anders dan dat en blijft zijn grootvader met niet-begrijpende ogen aankijken.
'Toe dan jongen,' zegt hij. 'Vertel me wat je ziet.'
Viktor aarzelt en verteld over de horizon. De mooie kleuren die de zon op haar hemelse doek heeft uitgesmeerd en de warmte die hij voelt, terwijl hij naar het glinsterende wateroppervlak kijkt.
Grootvader knikt. 'En nu wil ik dat je verder kijkt.'
Viktor knijpt zijn ogen tot spleetjes in een poging te zien wat zijn opa bedoelt. Zijn ogen gaan er haast van tranen en alles wordt alleen maar waziger door het vocht wat langs zijn wimpers sijpelt.
'Ik zie het niet, opa,' zegt hij teleurgesteld en hij veegt zijn betraande ogen af.
'Dat komt omdat je het niet wilt zien,' zegt opa. 'Nu hoeft dat niet, maar als je wat ouder bent, zul je hem vanzelf gaan zien.'
Viktor trekt nog altijd een ik-begrijp-hier-helemaal-niks-van gezicht en zijn opa moet lachen. Hij ziet de zorgen in de ogen van zijn kleinzoon, omdat hij nu nog geen idee heeft waar hij naar moet kijken.
'Later,' zegt grootvader, 'dan word je je er echt wel bewust van. Dat hoort er allemaal bij, jongen.'
Viktor knikt onnozel en besluit om het later aan zijn vader te vragen. Hij kan het vast beter uitleggen, want ondanks dat hij het leuk vindt wat opa vertelt, begrijpt hij er niks van.
Er zijn nog geen reacties.