Capite 15; The awakening
Veel plezier!
Toen ik mijn ogen opendeed, zag ik dat ik niet langer meer in het paleis was, maar ik lag vastgebonden in de Onderwereld. Mijn ogen schoten in paniek van links naar rechts. Ik lag in het midden van een grote grot, omringd door duistere wezens. Naast mij zaten alle andere kinderen, inclusief Fenarry, Coendro, Jonna en Sandra. ‘Pssst, jongens!’ fluisterde ik zo zacht mogelijk. ‘Bek houden!’ werd er in de verte geroepen. Een duister bootje omringd door zwarte wolken kwam vanuit het niets aangevaren. Het zag er bizar uit, want er was helemaal geen water waar het in kon drijven. Een lange donkere man met een zwarte kap op, keek ons een voor een aan. ‘Mijn naam is Charon, veerman van de Onderwereld. Als ik nog een van jullie hoor praten, voer ik diegene aan de bloeddorstige wezens!’ Ik keek vanuit mijn ooghoeken naar de andere die hem met grote ogen aankeek. ‘Oké, kunt u mij misschien losmaken, ik word echt misselijk van deze stank hier die hier rond zweeft’ zei Kimberly. De ogen van Charon schoten naar Kimberly en hij begon heel hard te lachen. ‘Meisje toch, dit is nog niets. Grijp haar!’ schreeuwde hij naar twee gevleugelde monsters die achter hem stonden. Ze sprongen op en grepen Kimberly ruw vast. ‘Oh mijn god, laat haar los!’ schreeuwde Chelsea. ‘Nee even serieus, alsof dat helpt’ zei Amber lachend. Marc, Maarten, Maartje en Marit, keken Amber boos aan. Er had een grote verandering plaats gevonden. Nu Kennal, Danny, Amber en Lorenzo met mij omgingen, hadden de andere 6 nu ook een hekel gekregen aan hun. ‘Aaaaaaah, laat me los!’ schreeuwde Kimberly. ‘Hallo, zielige mensen, doe iets!’ riep Chelsea naar ons. ‘Alsof we jullie willen en KUNNEN helpen!’ schreeuwde Sandra. Kimberly werd nu op haar kop gehouden en kreeg langzaam een rood hoofd. Chelsea probeerde zich los te maken, zodat ze bij haar gouden speer kon, maar net toen dat haar lukte, werd er een voet gezet op de handen van Chelsea waardoor ze het uitschreeuwde. ‘Wilde je nou echt proberen om je vriendin te helpen?’ vroeg de akelige stem van Hades. Achter hem stonden Persephone en nog een vrouw die ik niet herkende samen met 5 levens grote bloedhonden.
‘Zet haar weer neer’ zei Hades. Met een smak werd Kimberly weer terug op de grond gezet. ‘Serieus, als ik dadelijk los kom, dan vermoord ik jullie allemaal!’ schreeuwde ze naar Hades. ‘Nou, kom maar op zou ik zeggen’ zei hij lachend. ‘Voorlopig zullen jullie hier niet uitkomen’ zei hij. ‘Jullie blijven hier net zo lang zitten, totdat die lieve ouders van jullie, jullie komen halen en aangezien ze dat niet durven, zullen jullie hier nog wel even een tijdje zitten’. ‘Onze ouders zijn echt niet bang voor JOU’ zei Coendro. ‘Waar zijn ze nu dan?’ vroeg Persephone. ‘Waarschijnlijk een plan aan het verzinnen’ zei ik. ‘Waarover zou er een plan gemaakt moeten worden?’ vroeg Hades lachend. ‘Zo moeilijk is het toch niet. Het enige dat ze hoeven te doen, is hierheen komen, daar is helemaal geen plan voor nodig. Ik denk dat jullie lieve ouders, jullie in de steek laten’. ‘Jongens, kunnen jullie mij horen?’ hoorde ik ineens in mijn hoofd. Ik keek om me heen, maar zag niemand die tegen ons sprak, behalve Hades. ‘Wie praat er tegen mij?’ hoorde ik ineens de stem van Jonna in mijn hoofd zeggen. ‘Hoe is dit mogelijk?’ vroeg ik mezelf af. ‘Ik ving laatst iets op bij de goden’ zei de eerste stem weer, die van Coendro bleek te zijn. ‘De semigoden kunnen elkaars gedachtes horen’. ‘Even serieus, ga uit mijn hoofd, freak!’ zei de stem van Chelsea. ‘Luister goed’ dacht ik. ‘Ik tel tot 3, en dan proberen we ons allemaal los te maken en helpen we elkaar en vallen dan meteen aan. Ze hebben onze wapens in het midden van de grot liggen, we moeten het proberen’. ‘Best’ dacht Kimberly. ‘Maar als het mislukt, maar ik je af’. ‘Dan doe je toch gewoon niet mee’ dacht Lorenzo lachend. Terwijl was Hades nog steeds een verhaal aan het houden, hoe machtig hij wel niet was. Ondertussen telde ik af. ‘3…2….1… NU!’ We sprongen alle 15 tegelijkertijd op, en wurmde onszelf uit de touwen. Ik hoorde Persephone achter ons iets schreeuwen, maar dat kon ik niet vertaan, we moesten bij onze wapens zien te komen. Toen we er bijna waren, sprongen de 5 levens grote bloedhonden voor ons en versperde de weg. ‘Shit’ dacht ik.
Er zijn nog geen reacties.