Ik doe mijn ogen open, ik verwacht om weer het zachte gras onder mijn handen te voelen, maar in plaats daarvan voel ik een zacht matras. Ik sluit mijn ogen weer en bedenk dat ik weer in mijn oude bed lig, in mijn oude huis. En dat mijn moeder elk moment binnen kan komen met een heerlijk ontbijtje op bed, met zelfgemaakte sinaasappelsap en een heerlijk croissantje met bramenjam, zoals ze altijd elke Zondag ochtend deed.
Alles voelt hier zo vertrouwd, ik wil hier nooit meer weg. Ik doe mijn ogen weer open en kijk rond in de kamer, tot mijn teleurstelling lijkt het niet veel op mijn oude kamer. Het is een soort van zolderkamertje, met een klein bureautje achterin. Maar dat is dan het enige wat er staat, afzonderlijk van het bed. Ik zie de deur opengaan, een lief uitziende vrouw komt binnen, ze heeft blond haar dat ze in vlechtjes heeft gelegd. ‘Onze gast is wakker’, zegt ze, ze geeft me een glas melk en ik begin er van te drinken, ik had enorme dorst, ‘Waar ben ik?’, vraag ik, en ik neem nog een slok melk, ‘Je bent in Middelburg’, zegt ze, ik proest mijn melk over de vloer, ‘Ik ben in Zeeland?!’, ik zet mijn melk op de grond, sta op en begin mijn tas in te pakken, ‘Ik moet zo snel mogelijk verder, ik wil er nog vóór volgende week zijn’, mompel ik. ‘Rustig maar, wij zullen goed voor je zorgen, vertel me waar je vandaan komt en ik breng je terug! Ik denk even na, ‘Ik kom uit Wolvega’, zeg ik dan, ‘Wolvega?!’, de vrouw kijkt me raar aan, ‘In Friesland?’, Ik knik, ‘Maar wat doe jij dan helemaal in Delft?’, roept de vrouw. Ik denk even na, zal ik haar het verhaal vertellen? Zal ik vertellen dat ik gevlucht ben? En dat mijn ouders beide zijn overleden? Ik kijk haar aan en begin te vertellen, terwijl ik vertel bekijkt de vrouw me af en toe heel meelijdend aan, dat doet me weer denken aan Bibi. Als ik klaar ben staar ik naar te grond, ‘En nu ben ik dus hier, terwijl ik de hele andere kant op had gemoeten’, sluit ik mijn verhaal af. De vrouw heeft tranen in haar ogen, ‘Maar schat, ik zou je dolgraag willen helpen, en je naar Wolvega brengen, maar ik ben ook maar een arme vrouw en ik heb geen auto. Ik kan je hooguit naar Utrecht brengen, dat halen we nog wel met de trein voor niet al te veel geld, maar dat is dan het uiterste’, Ik werp een blik op het zijvakje van mijn tas, waar het geld in zit, ‘Ik kan de rest zelf wel betalen’, zeg ik, ‘Ik heb zelf geld mee’, de vrouw kijkt opgelucht. ‘Laten we eerst even genieten van een stevig ontbijt’, de vrouw draait zich om naar de deur en ik volg haar, beneden aan de trap staat een grote ontbijttafel. Ik ga aan de tafel zitten en de vrouw begint de tafel op te dekken, ik glimlach naar haar, ik ben blij dat ze me gevonden heeft. Anders was ik nu wakker geworden in het natte gras, en had ik een verschrikkelijk slechte nachtrust gehad. En hier kan ik ook nog is fatsoenlijk douchen!
Morgen ga ik door naar Utrecht, daar koop ik een nieuwe mobiel. Dan zoek ik een bus die doorrijdt naar Apeldoorn, en daar moet ik een slaapplek zien te vinden, misschien is er ergens een goedkoop hotel of zo… Ik heb maar weinig geld, dus eigenlijk denk ik dat dat niet gaat lukken, maar ik zie wel, desnoods slaap ik weer in het gras onder een boom of zo…


Ik heb al best wel lang niet meer geschreven, maar ik heb weer een beetje inspiratie... Ik was eigenlijk van plan te stoppen, maar dan vond ik zonde, ik heb dit verhaal niet voor niets geschreven!

Reageer (2)

  • RueW

    Mooi!

    1 decennium geleden
  • Catmint

    Nice!! Snel verder

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen