Hoofdstuk 2
‘Hoe lang moeten we nog moeten we nog?’ zeurde Naruto terwijl zijn knorrende maag door de tunnel echode: ‘Ik wil ramen.’ Even keek Kakashi op van zijn boekje: ‘We lopen gewoon tot dat er een einde aan komt’ naar die woorden las hij gewoon weer verder. ‘Hoe kan hij lezen in het donker?’ gromde Naruto naar zijn leraar. Alsof Kakashi niks had gehoord liep hij verder. ‘Ik ben bang Sasuke’ jammerde Sakura overdreven en ging aan zijn arm hangen. Grommend schudde hij haar van zijn arm af. ‘Maar Sasuke’ alsof ze bijna in tranen kon uitbarsten keek Sakura hem aan. Naruto duwde de mouwen van zijn vest omhoog, liet met trots zijn spierballen zien: 'ik bescherm je wel, Sakura.' ‘Loop nu maar door’ zei Kakashi opeens. ‘Zal ik jullie helpen’ klonk opeens een giechelend kinderstemmetje. Geschrokken draaide alle vier de ninja’s om. Hoe was het haar gelukt om stilletjes achter hun tevoorschijn te komen. Waar kwam ze vandaan? Met een vriendelijke lach keek het meisje met het aparte blauwe haar naar hun: ‘Wie ben jij?’ vroeg Kakashi-sensei oplettend. Was dit iets waar hij voor moest oppassen? De Hokage zei al dat het niet makkelijk zou worden om door de tunnel te komen. Was dit de reden? ‘Iemand die jullie wilt helpen’ lachte ze lief. ‘Waarom wil je ons helpen?’ vroeg Sasuke op een botte toon. Lachend wees het meisje met de drie traantjes onder haar ogen naar een donkeren tunnel aan de rechterkant. Verbaast keken ze naar de tunnel die nog geen minuut geleden niet zichtbaar was. ‘Ik breng jullie wel, je kan hier makkelijk verdwalen’ vrolijk huppelde ze met haar jurkje in de tunnel. Vragend keken Naruto, Sasuke en Sakura naar Kakashi. Wat moesten ze doen? ‘Kakashi kunnen we haar wel vertrouwen?’ vroeg Sasuke wantrouwig. Eigenlijk wist Kakashi ook niet zeker wat hij hier op moest antwoorden, als het mis ging was het zijn schuld: ‘Ik weet het niet maar we wagen het er op’ besloot hij uiteindelijk maar.
‘Komen jullie nog!’ ego de kinderlijken stemmetje van het meisje door de tunnel. Op een rustig tempo liepen ze naar haar toe: ‘Waar kom je vandaan?’ vroeg Naruto toen ze eindelijk waren gearriveerd. ‘Hier’ was haar antwoord. ‘Wat is je naam?’ vroeg Sasuke op dezelfde botte toon als net. ‘Men noemt mij Aya’ vertelde ze vrolijk maar plakte er nog snel ‘chagrijn’ geluidloos er achter aan.
Kakashi merkte op dat haar stappen niet te horen waren en je haar aanwezigheid niet opmerkte toen ze naar hun toe liep.
Nu wist hij het zeker, zij was het gevaar waar voor je moest opletten. Giechelend draaide Aya weer naar voren: ‘Kom op, niet treuzelen.’
Langzame hand verscheen er eindelijk een wit licht aan het einde van de tunnel. ‘We zijn er bijna!’ gilde Naruto vrolijk. ‘Nog niet’ giechelde Aya, maar deze keer klonk het duisterder.
Pas toen ze dichterbijer waren werd het duidelijk wat ze bedoelde. De tunnel was nu in tweeën gesplitst. ‘Welke kant wil je op de linker of de rechter tunnel?’ vroeg het blauw harige meisje zoetjes. ‘Wat is het verschil?’ vroeg Kakashi weer aan haar. ‘Rechts is korter en brengt moeilijkheden met zich mee en links is langer’ legde ze kort af uit. ‘Dan nemen we de rechter als dat korter is’ stelde Sakura als eerste voor. Toen iedereen ingestemd knikte liep het hele groepje die richting op. ‘Wat jullie willen’ lachte Aya nog zachtjes. ‘Heb jij iets van het meisje Yin gehoord?’ vroeg sensei aan het jonge meisje. ‘Ja’ Aya was niet iemand van veel woorden, ze beantwoord vragen vaak niet of kort af. ‘Wat dan?’ vroeg Kakashi dan maar om meer informatie uit haar te trekken. ‘Yin is een vriendelijk meisje maar dat ding dat ze bij haar draagt kan nog een keer in haar tegendeel werken…’ legde ze uit op een manier waardoor ze niet gelijk zullen snappen wat ze bedoelde. ‘… en ik weet dat jullie het niet op tijd zullen halen.’ Lachend stopte te met lopen: ‘Jullie kozen voor de korte gevaarlijke route. Ik had jullie gewaarschuwd, maar toch gingen jullie deze kant op. Ik heb nu geen anderen keuze. Ik laat jullie niet verder lopen tot dat jullie je dit hebben overleefd’ was het laatste wat ze nog zie voor dat ze verdween. ‘Waar is dat meisje!’ schreeuwde Naruto paniekerig. Hij probeerde zijn angst te verbergen maar het was toch zichtbaar. ‘Allemaal bij elkaar!’ riep Kakashi en ging in een aanval positie staan. ‘Goed dat jij hun zo beschermd, jammer genoeg voor was het voor Rin en Obito te laat’ lachte hetzelfde kinderstemmetje door de tunnel. ‘Waar zit je!’ riep Sasuke boos in het niets. Zoekend keek hij alle kanten op om haar te kunnen te kunnen vinden, maar het enigen wat hij zag was duisternis. ‘Niet zo boos Uchiha ik weet ook een paar leuke dingen over jou’ grinnikte Aya weer. Boos bleef Sasuke rond kijken. ‘Foolish little brother’ was er opeens te horen uit de schaduwen. Meteen keek Sasuke naar het gestalte. Iets wat leek op een persoon stapte uit de schaduwen, de persoon was niemand minder dan Uchiha Itachi. Vol haat in zijn ogen keek Sasuke naar zijn broer: ‘Itachi’ spuugde hij bijna letterlijk uit. ‘Je bent nog steeds niet sterk genoeg’ zei Itachi op zijn bekende kille toon. Het was dezelfde toon zo als hij die avond sprak tegen Sasuke, de avond die zijn hele leven had veranderd. ‘Ik ga je vermoorden’ verblind door woede rende Sasuke op hem af. Behendig greep hij een kunai uit zijn tas. ‘Sterf!’ riep hij nog hard voor hij het metalen voorwerp in zijn hard wou steken. De kunai was enkele centimeters van het hart vandaan toen hij plotseling werd tegen gehouden. Boos keek Sasuke met zijn sharigan ogen naar de enigen zichtbare oog van Kakashi: ‘Laat me los’. ‘Je had Sakura bijna vermoord’ zei Kakashi op een droge manier terwijl hij de arm van Sasuke los liet. Verbaast keek hij weer naar zijn broer die langzaam weg begon te vagen. Op de plek waar die “moordenaar” stond verscheen een bang roze harig meisje die haar armen beschermend boven haar hoofd hield. ‘Ze speelt een spelletje met je gevoelens’ waarschuwde Kakashi iedereen. Geïrriteerd dat hij in haar val was getrapt liet Sasuke zijn kunai boven Sakura zakken. Meteen stond het meisje op en ging weer in de buurt van de jongens staan. Ze was erg geschrokken om wat er een paar tellen geleden was gebeurt maar het was nu geen tijd om zich daar druk om te maken. ‘Naruto, maak jezelf nuttig en sta daar niet zo!’ riep Sasuke naar zijn teamlid: ‘Naruto!’ Het maakte niet uit hoe vaak Sasuke riep, het leek geen zin te hebben. Naruto bewoog geen centimeter van zijn plek. ‘Ze heef-d-d-d hem in h-h-haar greep’ stotterde Sakura bang. Naruto’s eeuwigen vrolijken gezicht maakte plaats voor een kille uitdrukking: ‘Ik ben net zo als iedereen!’ schreeuwde hij opeens uit het niets, wild begon hij om zich heen te slaan. Meteen deinsde Sakuke achteruit: ‘Kakashi, doe iets.’ ‘Release’ meteen stopte Naruto met slaan en de blik in zijn ogen leek weer terug te komen. ‘Aaaahhh, het werd net leuk’ jammerde de stem door de tunnel. Alleen klonk het dit keer dichterbijer was alsof ze,..achter hun stond. Kakashi had dit als eerste door en draaide meteen haar kant op. Daar stond het meisje die zo onschuldig leek met een grijns hun aan te staren. Al snel volgde de 3 kinderen: ‘Wat ben jij?’ vroeg Sakura. ‘Wat.. ik ben Aya beschermer van het dorp’ niet wetend hoe ze hier op moesten reageren keken ze haar aan. ‘Wat ga je met ons doen?’ vroeg Kakashi toen hij eindelijk wist wat hij kon doen. ‘Jullie gaan ons gezelschap houden’ het was niet echt een antwoord die hij wou horen. Maar wat bedoelde ze met “ons”? Een klein steentje viel op het witte haar van Kakashi, steeds meer steentjes brokkelde van de plafon af. ‘Rennen de tunnel gaat instorten!’ riep Kakashi geschrokken en rende de kant op waar ze net naar toe liepen. Al snel vielen er steeds meer stenen, steeds groter en groter. Als een kip zonder kop rende het viertal zo hard als ze konden naar een veilige plek en lieten Aya achter die steeds minder zichtbaar werd door de stenen.
Moe lieten ze zich neer vallen toen ze eindelijk uit het gevaar waren gekomen. ‘We hebben geen tijd om te rusten jongens ze heeft ons al lang genoeg opgehouden’ zei Kakshi terwijl hij zelf stiekem ook op adem moest komen. Onderzoekend keek Kakashi omzich heen. Het was een grote open plek, met talloze verwoeste gebouwen: ‘Jongens we zijn er.’
Reageer (2)
Omg dat ging maar net goed
1 decennium geledenSnel verder
Veder ^^
1 decennium geleden