Day 4 | Transformation | Dag 4 | Transformatie
Ik kijk toe hoe de vlammen aan haar huis likken, ze hebben honger, honger naar het riet op het dak, dat haar beschermt tegen de regen, honger naar het zwakke hout waarvan het is opgebouwd, honger naar vluchtende mensenlichamen. Ik kijk toe, en ik laat mijn geheven rechterhand zakken, terwijl zich een grijns vormt op mijn gezicht. De warmte van het vuur kan ik op mijn lichte huid voelen branden, hoewel ik op een veilige afstand van het tafereel toe sta te kijken. Als een ijselijke gil mijn oren binnen dringt, gaat er een siddering door mijn lichaam heen. De siddering is niet onaangenaam, maar vult mijn lichaam met een vreemde vorm van bevrediging. Het is hetzelfde gevoel dat ik ervaar als ik de vlammen laat dansen. Een gevoel van overwinning.
Het gillen stopt en ik weet dat de vlammen hun honger gestild hebben met het lichaam van een dode, jongvolwassen vrouw van zestien jaar.
Als dat besef in mijn gedachten verschijnt, draai ik me om en ren, met de zwarte cape die ik draag wapperend achter mijn rug, net als mijn lange, donkere haren. Mijn voeten dragen me moeiteloos weg, naar de plaats van mijn bestemming en onderweg laat ik mijn ogen niet eens over de omgeving glijden, omdat ik deze ken als mijn broekzak. Met mijn felblauwe ogen gesoten zou ik hier de weg nog kunnen vinden.
Het zijn trouwens deze felblauwe ogen, die verraden dat ik met een simpele handomdraai dingen kan aanrichten die enkel fantasyfans in hun dromen kunnen.
"Een foutje in het systeem" of "een handicap" is wat zij het noemen. Zij - de gewone mensen. Maar ik bezit het besef dat wat wij kunnen absoluut geen afwijking of iets dergelijk is. Ik weet dat het iets fantastisch is, een abstract, overweldigend iets wat je pas kunt erkennen als je het met je eigen ogen hebt waargenomen. Bovendien weet ik dat wij de toekomst zijn, wij zijn slechts het begin van de beangstigende, nieuwe generatie wezens die in de toekomst zullen ontstaan door de transformatie van de mens.
Onnatuurlijke felblauwe ogen, met dikke, donkere haren en een fijne lichaamsbouw, dat zijn de kenmerken die wij bezitten, de kenmerken die ons verraden aan de kenners, die ons uiteindelijk in de gevangenis zullen laten belanden. Maar gelukkig bezitten wij genoeg vreemde krachten om simpelweg de gevangenis uit te vluchten, dus opsluiten werkt niet.
Het enige wat werkt om ons uit te schakelen is de dood.
De dood achtervolgt ons dagelijks, niet alleen omdat er constante dreiging van buitenaf is, maar ook omdat velen van ons zich op criminele levenspaden bevinden vanwege de krachten en bovenal vanwege de pesterijen en de discriminatie die ons het hele leven al achtervolgen.
Wanneer ik merk dat ik de afgesproken plek begin te naderen, verminder ik de snelheid van mijn pas en blijf ik even staan om de eindeloze sterrenhemel van vannacht te bestuderen. Een overweldigend gevoel daalt op me neer vanuit te lucht en ik sluit mijn ogen terwijl ik mijn armen spreidt. De sterren voeden onze krachten, wat maakt dat men ons ook wel "De kinderen van de Nacht" noemt, en aangezien die bijnnaam al vlug geassociëerd wordt met wezens als weerwolven en vampiers, zijn er nogal wat legendes over ons ontstaan, ook omdat we ons gedeisd houden. Meestal verdwijnt een kind van de Nacht als hij of zij in de puberteit raakt en een eigen mening, los van die van hun ouders, ontwikkelt. In die tijd maken wij de welbekende transformatie mee.
Hoewel we in de tien, misschien twaalf, jaren die we voor onze transformatie enkel de felblauwe ogen en het donkere haar hadden, beginnen we pas tijdens onze tranformatie onze krachten te krijgen. Met andere woorden, als een kind felblauwe ogen en donkere haren heeft, wil dit nog niet meteen zeggen dat het een kind van de Nacht is, maar felblauwe ogen is wel een verschijnsel dat meteen met deze vreemde, magische krachten wordt geassociëerd, worden deze kinderen meestal hun hele leven gepest.
Ik was niet anders.
Mijn armen laat ik langzaam zakken, zodra ze pijn beginnen te doen, en ik loop verder.
Ik hoor weleens dat normale mensen angst aan wordt gejaagd met de duisternis die nachten overheerst, maar mij geeft het juist moed en kracht. Als ik naar de duizenden sterren boven mijn hoofd kijk, maakt het me rustig en doet het me beseffen dat ik niet alleen ben, dat er vele anderen zijn die deze krachten met mij delen en dezelfde gevoelens doormaken als ik. De vreemde, overweldigende gevoelens als je iemands huis in de fik zet, bijvoorbeeld. Of het bevredigende gevoel dat je krijgt als je beseft dat je met één simpele beweging iemand van het leven kunt beroven als je daar blij van wordt.
Ik zei het al, veel van ons hebben criminele gedachten door deze waarheid. En hoewel ik nooit gedacht had dat ik deze krachten zou gebruiken om iemand pijn te doen, heb ik zojuist met mijn eigen handen ervoor gezorgd dat het huis en het leven van Mary-Jane Evans in vlammen op is gegaan. En ik vind het niet eens erg, integendeel, ik sta ervan te geníéten, omdat ik er al sinds mijn vijfde levensjaar van droom om een einde aan haar leven te maken.
Zij was het namelijk, mijn persoonlijke pester, die ieder donkerharig kind met felblauwe ogen ongetwijfeld heeft gehad. Zij was het, het knappe, blonde meisje met de groene kat-achtige ogen, dat mijn leven zuur heeft gemaakt door haar eindeloze plagerijen.
Haar leven is nu voorbij, maar de fysieke en mentale littekens die zij bij mij heeft aangebracht zal ik zo lang als ik leef met me meedragen. Ineens besef ik me dat ze een te milde straf voor haar daden heeft gehad. Maar ach, nu is het te laat. En ik kan nu ook niet zeggen dat ik spijt heb.
De deur van het oude, leegstaande huis kraakt als ik hem open duw en tientallen paren felblauwe ogen staren me aan. Als ze de mijne zien, schenken ze me een glimlach en gaan verder waar ze mee bezig zijn.
Er is één iemand die opstaat en naar me toe snelt.
'Yuki!' Ik glimlach naar hem als ik hem zo verbaasd naar me zie kijken. Het is laat, en ik kom nooit laat thuis. Hij vroeg zich vast af waar ik mee bezig was.
Tevreden laat ik me langs de muur op de grond zakken en kijk in zijn ogen, die ik net iets mooier vind dan de andere felblauwe ogen die zich dag en nacht om me heen bevinden. 'Ik heb het gedaan, Will,' zeg ik met een zucht en opluchting overspoelt me als ik deze woorden zo gemakkelijk over mijn lippen kan laten rollen. Dit is iets waar ik al maanden over praat, enkel en alleen tegen Will, omdat hij de enige is die ik volledig vertrouw van de kinderen van de Nacht. Hij is de enige die begrijpt dat de actie die ik gedaan heb, noodzakelijk voor mij is.
Hij gaat op zijn hurken voor me zitten en staart me glimlachend aan. 'Echt waar, is Mary-Jane nu...-'
'Sst!' sis ik en ik leg een vinger op mijn lippen, terwijl ik mijn ogen over de ruimte laat glijden, zoekend naar iemand die ons mogelijk gehoord kan hebben. 'Je weet maar niet of hier een vroegere vriend van haar zit!'
Will rolt met zijn felblauwe ogen. 'Ik ben trots op je, Yuki,' zegt hij en dan omhelst hij me, waardoor mijn lichaam met warmte wordt overspoelt.
Warmte. Ja, warmte, terwijl ik een actie heb verricht die zo koud is als de nacht. Maar wij zijn immers de kinderen van de Nacht, dus ik denk dat kilte voor ons als warmte aanvoelt.
Er zijn nog geen reacties.