Zes
Simpel
De S is van samen, want dat ben ik graag.
De I is van intelligent. Dat weet ik, want jij helpt mij altijd.
De M is van mooi. Het eerste wat ik wist.
De P is van persoonlijk, want met jou kan ik alles delen.
De E is van eerlijk, omdat ik dat voor jou probeer te zijn.
De L is van de liefde die ik voor je voel.
SIMPEL
Je denkt nu vast, wat een kleutergedicht, maar meer dan dit wist ik ook niet. Creatief ben ik niet, maar jij wel en dat probeerde ik na te doen, maar zoals je ziet, is dat nogal mislukt.
Om een lang verhaal kort te maken...
Mijn punt is...
SIMPELgezegd: Ik hou van je en ik hoop jij ook van mij.
<3 Bruno
Sander keek naar het bladerdak boven zijn hoofd. Het was een kille oktobermiddag en ze was net met zijn schooltas en warme jas aan naar buiten gelopen met het stukje papier in zijn hand. Blijkbaar had Bruno geprobeerd om er een hartje van te knippen, maar het was niet helemaal symmetrisch.
Sand kon er niets aan doen dat hij even moest grinniken om de woorden op het papier. Wat het woord "simpel" precies met hem te maken had, wist hij niet en hij vroeg zich af waarom Bruno niet gewoon had gekozen voor zijn voornaam. Waarschijnlijk probeerde hij er nog een poëtische draai aan te geven en was het een of ander metafoor.
De, bij gebrek aan een beter woord, brief van Bruno had Sander wel in verlegenheid weten te brengen. Hij wist niet echt wat hij moest denken. Hij had gefantaseerd over hoe het zou zijn om naast Bruno te liggen en hand in hand met hem te kunnen lopen. Sander had dit alleen niet zien aankomen en gedacht dat het geen zin zou hebben om erover te blijven denken.
En toch was het zo. De gevoelens waren wederzijds en zodra die waarheid tot Sander doordrong, begon hij geagiteerd naar de pen te zoeken die hij na het einde van zijn laatste lesuur in zijn tas had gepropt.
Gauw krabbelde hij de woorden Lieve Bruno, ik hou ook van jou! Meeten we morgen bij de bomen achter school? Liefs.
Sander haastte zich terug naar de school, die nog open was en zocht naar Bruno's kluisje, waar hij de brief haastig door het gleufje duwde en duimen draaiend naar huis racete.
De volgende morgen stonden Sanders zenuwen op scherp. Hij gluurde tijdens de scheikunde les even naar Bruno, maar die keek niet naar hem. Toch bleef Sander hoop houden. Hij moest het briefje wel hebben gezien, want Sander had hem naar de kluisjes zien lopen.
De bel ging en Sander stoof het lokaal uit en liep naar de toiletten, waar hij controleerde of zijn haar wel goed zat. hij had zich vanochtend nog geschoren en er zat niets tussen zijn tanden. Dat zat dus wel goed. Sander was geen type dat stotterde in lastige situaties en hij verwachtte daarom ook niet dat hij een blunder zou begaan.
Buiten was het al wat rustiger, omdat hij een aantal minuten had getreuzeld in het toilet, om er zeker van te zijn dat Bruno er zou staan. Hij had zich namelijk al helemaal voorgesteld hoe het zou zijn als Bruno op hem zou wachten en hij van achteren aan zou komen om zijn hand te pakken en er een kus op te drukken.
Bruno hoorde gelach toen hij om de school heen liep. Geschreeuw dreunde in zijn oren en hij probeerde om de scheldwoorden niet te horen. Het was echter onmiskenbaar tegen wie er werd geschreeuw, omdat Sander deze woorden ook vaak genoeg gehoord had.
Sander begon te rennen. Het was niet zoals hij had verwacht, maar hij wist genoeg dingen om te zeggen tegen mensen die het niet hadden op homo's. Zo zou hij nog altijd een heldhaftige indruk kunnen maken op Bruno en als die gekken waren opgerot, hadden ze tijd voor elkaar.
Wat Sander aantrof was echter iets anders dan een klein opstootje. Hij voelde het bloed naar zijn gezicht stijgen en balde zijn vuisten van woede en onmacht toen hij een groep schoolgenoten, waaronder een paar van zijn eigen klasgenoten in een kring zag staan. Ze schreeuwden verwensingen zoals "zak door de stront, vuile flikker" of "misschien moet je het maar eens met je zus proberen, dan weet je wat je moet kiezen". Sander zag iemand spugen en een ander zwaaide zijn voet naar achteren om een harde schop uit te delen.
Sander wist niet wat hij moest doen. Ze konden hem hetzelfde aandoen als hij er wat tegen zou willen doen en omdat hij in zijn eentje was, zou hij er nooit zonder kleurscheuren vanaf komen. Was dat het waard? Hij moest opkomen voor Bruno, want ondanks dat Sander hem niet kon zien, doordat hij waarschijnlijk op de grond lag, wist hij dat de hormonale frustratie van zijn klasgenoten op hem gericht was. Ze konden het gewoon niet uitstaan dat Sander en Bruno niet meer hoefden te worstelen met hun geaardheid en zich daar niet meer voor schaamden, want het was algemeen bekend dat Sander en Bruno op jongens vielen. Bij Bruno had het echter wat langer geduurd voor hij er voor uit wilde komen en dat terwijl iedereen het al had zien aankomen. Sander kon alleen niet begrijpen waarom ze er nu ineens zo'n probleem mee hadden.
Sander deed een poging om geruisloos naderbij te komen, om te zien hoe Bruno er aan toe was, maar de anderen hadden hem al opgemerkt.
'Kijk! Hij komt zeker z'n flikker-vriend helpen!' riep een meisje met hoogblond haar en veel te veel make-up. Sander herkende haar en in zijn gedachten had hij haar altijd Clown genoemd.
Sander kon niet weg rennen. Hij wist dat hij dat niet durfde en het was oneerlijk tegenover Bruno. Doordat de groep uiteen viel, kon hij Bruno eindelijk zien. Sander deinsde daardoor alsnog achteruit.
Bruno's hoofd had een lelijke wond, op de plek waar hij tegen de grond was gesmakt, want er sijpelde wat bloed over de harde straatstenen. Zijn ene oog was dik en zat dicht, maar het andere staarde Sander recht aan, waardoor hij zich nog ellendiger ging voelen. Bruno's linkerarm lag er onder een rare hoek bij en Sander vermoedde dat het bot gebroken was. Zonder dat hij er erg in had, liep er een traan over zijn wang, die hij ruw wegveegde.
Het hielp alleen niet echt, want de jongens en meiden waren al weer in lachen uitgebarsten en riepen ook scheldwoorden naar Sander, die het niet eens hoorde, omdat hij een jongen omver duwde, zodat hij tegen een vuilnisbak struikelde en knielde bij Bruno neer, die hem met een betraand oog aankeek. Sander streek het haar uit zijn eigen gezicht, zodat hij Bruno kon aankijken.
Om zich heen klonken woedende stemmen en nog voordat Sander Bruno kon zeggen dat het hem speet, voelde hij een afschuwelijke pijn in zijn achterhoofd en vervolgens in zijn rug, zodat hij over Bruno heen viel, die zacht kreunde.
Algauw vervaagden kleuren en geluiden en was het alleen nog de pijn die heerste. Sander voelde dat zijn ogen dichtgeplakt zaten doordat iemand er zijn vuist in had geboord. Een gloeiende pijn achter zijn oor, maakte hem duidelijk dat iemand daar zijn sigaret had uitgedrukt. Hij wilde schreeuwen, gillen, huilen en tegen Bruno zeggen dat hij maar beter gewoon weg kon gaan, maar het kwam niet over zijn lippen. Het zoute bloed liep langs zijn tong zijn mond binnen en met die smaak nog in zijn herinnering, werd hij omsloten door een diepe duisternis.
Er zijn nog geen reacties.