O21
Ik denk er trouwens over dit verhaal later te herschrijven, ben er namelijk nog niet 100% tevreden mee.
Stilletjes lopen we verder. Louis is erg chagrijnig, maar ik verwijt hem niks. Ik ben vooral heel erg boos. Wat willen ze eigenlijk bereiken met dit verdoemde programma? "Realiseren dat het leven dat jullie leiden niet zo gewoon is als het lijkt" zegt een stem in mijn hoofd. Ik denk er even over na. Ik heb twee ouders die van me houden, een lief zusje, veel vrienden, tenminste, ik ben mijn beste vriendin en vriendje kwijt nu. Maar boven dat heb ik een dak boven mijn hoofd en ben ik gezond. Ik kijk even naar Louis, hij loopt met zijn hoofd naar beneden, af en toe schopt hij tegen een takje aan. Ik hoor in de verte een helikopter en al snel klinkt de maar al te bekende stem door een megafoon. "Aangezien jullie niet echt op het goede pad zijn zal ik jullie een handje helpen. Kijk is wat hoger dan de grond." de helikopter vliegt weg en het is weer stil. Ik schrik als Louis me aan kijkt, zijn ogen zijn rood en staan alles behalve vrolijk. Dit is niet de Louis die ik dacht te kennen. Zonder er zelf bij na te denken ren ik op hem af en trek hem in een stevige knuffel. Hij knuffelt me dankbaar terug en ik voel mijn schouder nat worden. "Ik mis ze zo. Ik heb ze niet eens gezien. Ik wil gewoon naar huis." ik wrijf hem over zijn rug. "Ik snap het Lou." ik kijk even om me heen en steek als ik een cameralens heb ontdekt onmiddelijk mijn middelvinger op. Ik ben woedend. Zien ze dan niet wat ze hem aandoen? We laten elkaar even los en Louis kijkt me dankbaar aan. "Gelukkig heb ik jou nog, ik zou niet weten wat ik moest als we nog steeds alleen maar ruzie maakten." ik glimlach even flauwtjes terug en we kijken elkaar even aan. Wat heeft die jongen eigenlijk mooie ogen. Nee. Zo moet je niet denken Maddie, jullie moeten een uitweg vinden. "Je hebt mooie ogen, wist je dat?" zegt Louis dan plotseling, waardoor ik bloos. "Jij ook..." stamel ik. Hij lacht even en pakt mijn hand. Ik schrik even door zijn aanraking, maar veel tijd om erover na te denken heb ik niet, omdat Louis nu stug doorloopt. We kijken nu beiden niet meer naar de grond, maar heel goed om ons heen. Ik maak even een sprongetje in de lucht als Louis plots: "Een pijl!" roept. "Jeetje, Louis je liet me schrikken." "Haha, ja dat merkte ik ja. Maar kijk nou! Er hangt een pijl daar!" hij lacht en ik zie een sprankeltje hoop in zijn ogen. "Nou kom op dan." zeg ik dan en ren naar de pijl. Hij zit met een klein spijkertje aan de boom vast en wijst naar rechts. Snel lopen we die kant op en vinden al snel weer een pijl. We volgen de pijlen totdat er eentje naar boven wijst. Ik kijk omhoog, maar zie niks. "Wie gaat klimmen?" vraagt Louis dan. Ik denk aan de vorige keer dat we in een boom klommen en maak een gebaar naar de boom, zodat Louis er gerust in kan klimmen. Hij rolt met zijn ogen. "Als ik er uit donder geef ik wel mooi jou de schuld." mijn gezicht betrekt even, ik ben nog steeds treurig over het hele gebeuren. Louis zucht even en trekt met zijn vingers mijn mondhoeken omhoog. Ik lach even en hou mijn handen bij elkaar zodat Louis bij de eerste tak in de boom kan komen. Ik volg hoe hij verder omhoog klimt en zoekend om zich heen kijkt. "Zie je iets?" roep ik naar boven, Louis schudt zijn hoofd, waardoor hij even zijn evenwicht verliest. "Kijk uit!" roep ik, maar Louis heeft zijn evenwicht al terug gevonden. "Ik zie wat!" roept hij dan, waarna hij voorzichtig verder de tak op kruipt.
Er zijn nog geen reacties.