Hoofdstuk 7.
Hoofdstuk 7.
Toen we in het klaslokaal waren, ging ik achterin zitten en terwijl ik gebaarde dat Feven langs me kon komen zitten, kwam Matthew eraan gerend en nam snel langs me plaats. Ik keek Feven aan en gelukkig haalde ze haar schouders op, wat betekende dat het niks uit maakte. ‘Zo, even wat tijd voor ons alleen.’ zei Matthew opluchtend toen hij zag dat wij de enigste waren die achterin zaten. ‘Hoezo?’ vroeg ik. ‘We kunnen toch niet blijven praten tijdens de les?’ ‘Wow.’ zei hij. ‘Ben je altijd al zo’n bangerik geweest?’ vroeg hij lachend. Schamend keek ik naar de grond. Ik ben altijd al bang geweest, ik kan een grote mond hebben maar als het op vechten neerkomt trek ik me meestal terug. Ik hou niet van vechten. Daarom ben ik in het begin beste vrienden geworden met Feven, zodat ik geen ruzie met haar zou krijgen en zij voor mij op zou komen. Maar daarna begon ik Feven wel aardig te vinden. Eerst kon het me allemaal niet schelen, vechten, ruzie maken en alles. Maar wel sinds de lagere school… Al die nare gedachtes en emoties van toen kwamen terug en… ‘Hallo?’ zei Matthew. Mijn gedachtes werden gelukkig onderbroken door zijn reactie en ik voelde dat er een traan over mijn wang rolde. ‘Gaat het wel?’ zei hij zachtjes en overduidelijk bezorgt. Matthew veegde mijn traan weg met de palm van zijn hand. ‘Ja.’ zei ik klappertandarend. ‘Het is gewoon…’. Ik voelde dat mijn ogen zich weer met tranen begonnen te vullen. ‘Je hoeft het niet te zeggen, als je het niet wilt hoor.’ zei Matthew lief. ‘Oké, dank je.’ zei ik. ‘Zie je.’ zei Matthew. ‘Nu praten we toch ook gewoon, terwijl de les bezig is?’ hij begon te lachen en ik lachte zacht mee. ‘Je hebt gelijk.’ zei ik. ‘Natuurlijk.’ zei hij. ‘Ik heb altijd gelijk.’ zei hij uitslovend. ‘Nee, eigenlijk komt het gewoon omdat die man toch stokdoof is. Volgens mij betaald dit baantje gewoon niet goed genoeg om er een gehoorapparaatje van te kopen.’ Ik begon wat harder te lachen en Matthew had gelijk, de man hoorde me inderdaad niet. ‘Zie je?’ zei hij blij. ‘Waarom wou je eigenlijk heel even tijd hebben voor ons alleen?’ vroeg ik op een zachte toon. ‘Oh ja, dat…’ zei hij zacht. ‘Ik hou niet zo van aandacht…’ Ik was al bang dat hij me dadelijk iets ongemakkelijks zou vragen. Dat hij bijvoorbeeld verder zou vragen over die traan. Maar dat deed hij gelukkig niet. ‘En omdat ik wou vragen of je samen met mij naar het feestje van Jake zou willen gaan?’ De laatste paar zinnen stamelde hij. ‘Ja, natuurlijk.’ reageerde ik blij. ‘Eu, ik bedoel, ja is goed.’ Ik zei het maar even snel om ervoor proberen te zorgen dat hij niet zou denken dat ik wanhopig ben of iets anders wat ik dus totaal niet wil lijken. ‘Mooi zo, dan haal ik je volgende week vrijdag op om 7 uur.’ ‘We wonen in hetzelfde huis.’ zei ik lachend. ‘Oh ja.’ zei hij schamend. ‘Sorry, maar ik ben gewend om uit te gaan met meisjes die niet op dezelfde school als me zitten.’ Ik begon te lachen, wat hij duidelijk niet prettig vond. ‘Sorry.’ zei ik snel. ‘Het was niet de bedoeling, dat je de indruk zou krijgen dat ik je aan het uitlachen was.’ zei ik verontschuldigend. ‘Nee, ik begrijp het.’ zei hij. ‘Het was ook wel een domme reactie van me.’ We begonnen samen te lachen en hadden het heel de les leuk.
Er zijn nog geen reacties.