Hoofdstuk 4.
Hoofdstuk 4.
‘Ga zitten.’zei hij op een wat rustige manier. ‘Ja, sorry, maar wij…’ tijdens Feven’s zin werd ze onderbroken door de man. Blijkbaar was hij onze directeur, dat kon ik zien aan zijn naamplaatje op zijn bureau. “ Principal Jensen” stond erop. ‘Ten eerste...’ begon hij. ‘Wat doen jullie uit jullie les? Ten tweede, wie zijn jullie? En ten derde, wat voor kleren dragen jullie?’. De vragen stelden hij steeds op een luidruchtigere toon. Ik keek naar Feven en zij keek naar mij. Ze zag aan mijn gezicht dat ik geschrokken was van de directeurs reactie, en had dus besloten om het woord te nemen. Ze draaide zich om en keek nu rechtstreeks in de ogen van de directeur. ‘Ten eerste…’ begon ze. ‘We zitten op deze school, zijn verdwaald en te laat. Vandaar dat we te laat zijn. Ten tweede’ ging ze verder ‘Zij is Sophie Vrooman en ik ben Feven Breyandt.’. Ze zag hem al boos kijken, want de zinnen kwamen er best wel asociaal uit. ‘En ten derde…’. Ze probeerde al haar moed te verzamelen en zei, nog wel wat zachter dan de rest, ‘We vonden de uniforms op apenpakjes lijken dus hebben we ze gepimpt.’. De laatste paar woorden kwamen er stotterend en bijna fluisterend uit. Het gezicht van de directeur werd rood. ‘Wat?’ riep hij kwaad. ‘Gepimpt! Waar waren jullie gedachtes?’. Hij sloeg hard op de tafel en er vielen een paar spullen van het bureau af. Onze ogen vulden zich met tranen, zo bang waren we, dit hadden we namelijk niet verwacht…
In de kamer, bij de directeur, hadden we nog een half uur gezeten. Het was nu kwart voor 11. De bel ging en dat betekende dat de volgende les was aangebroken. We liepen naar de klas en toen ik de deur open deed zag ik bijna alle hoofden naar ons toe gedraaid. ‘Het spijt me dat ik u stoor Mvr. Collins.’ zei de directeur. ‘Maar deze 2 horen ook nog bij u in de klas’ ‘Oké, directeur Jensen.’ zei Mvr. Collins. De directeur verliet het klaslokaal en liet ons achter. ‘Zo zo zo….’ begon ze. ‘Dat is een spectaculaire manier om jezelf voor te stellen, wat dachten jullie? Laten we eens zien wat wij allemaal wel niet eens kunnen.’ ‘Nee.’ zei ik. ‘Nee, we waren gewoon te laat en…’ ik werd onderbroken door haar. ‘Ja ja. Allemaal smoesjes, die ik vandaag al te vaak heb gehoord.’ zei ze. ‘Ga jij maar daar zitten, in dat hoekje.’. Feven liep gehoorzaam naar de plek die haar werd aangewezen en ging zitten. ‘En jij, Mvr. Ik-weet-alles-beter, gaat daar zitten.’ Ze wees naar de stoel langs die ene jongen die nog geen woord had gezegd of zich had bewogen. Ik ging zitten en Mvr. Collins begon verder les te geven. ‘Hoi.’ fluisterde ik, in de hoop dat hij iets terug ging zeggen, wat dus niet bepaald gebeurde. ‘Hoi’ fluisterde ik nog een keer en stootte hem aan. ‘Oh, sorry!’zei hij en deed zijn oortjes uit. ‘Heeft ze het gezien?’ vroeg hij. ‘Wat?’ vroeg ik afwezig. ‘Dat ik muziek luisterde, heeft ze dat gezien?’ vroeg hij alweer. ‘Nee.’ antwoordde ik. ‘Oh, ja, helemaal vergeten. Wat dom van me zeg.’ verontschuldigde hij zich, en hij zette zijn muziek uit. ‘Ik ben Matthew.’ zei hij en deed zijn muts af. Ik kreeg het opeens heet en ik wist even niet meer wat ik moest zeggen. Want hij zag er goed uit. Hij had zulke mooie lippen, een mooie huid en… ‘Hallo?’ vroeg hij. Ik ontweek uit mijn droom. ‘Oh, sorry, wat zei je?’ zei ik wat sullig. ‘Ik vroeg hoe je heette.’ zei hij. ‘Euh, volgens haar daar heet ik Mvr. Ik-weet-alles-beter..’ zei ik grinnikend. Hij moest lachen. ‘En nu echt graag?’ vroeg hij. ‘Oké, Sophie, Sophie Vrooman.’ zei ik en stak mijn hand uit. ‘Matthew Cole.’ zei hij en schudde mijn hand. Ik begon te blozen en keek naar de grond. Matthew begon te grinniken. ‘Sorry.’ zei ik snel, omdat ik zijn hand nog steeds vast had en liet hem los. ‘Het maakt niet uit.’ zei hij lief en gaf me een knipoog.
Er zijn nog geen reacties.