Hoofdstuk 2.
Hoofdstuk 2.
’s Avonds laat kwamen we eindelijk aan. We hadden op de boot nog een paar aardige mensen ontmoet die ook naar het Danford College gingen. Ze kwamen ook uit Nederland. Rick, Daan, Vivian, Marie en Eva waren de namen. We zaten met z’n negenen in de taxi, helemaal tegen elkaar gepropt, maar dat maakte niks uit, want het was héél gezellig. We zagen het gebouw staan. ‘Whaa! We zijn er!’ riep Vivian vol enthousiasme. Ik hoorde de taxichauffeur al klagen. ‘We zijn er bijna, we zijn er bijna, maar nog niet helemaal!’ zongen Rick en Daan samen. Volgens mij hadden ze nog niet eens door dat we ze aan het uitlachen waren, want ze zongen het zo vals en raar, wat volgens mij zeker kwam door die 7 biertjes die ze al op hadden, op de boot. ‘Nu nog maar hopen, dat ze wel worden toegelaten in het gebouw.’ zei Elhia lachend. Wij lachten mee. Zelfs Daan, maar volgens mij had hij Elhia nog niet eens verstaan, want hij keek heel afwezig.
Eindelijk stonden we voor het gebouw. Wel nog in de taxi, want we moesten de taxichauffeur nog betalen. Het gebouw zag er heel netjes uit. Het was bruin en de letters van de school, waren goud geschilderd. We zagen een paar kinderen naar buiten lopen. ‘Woow!’ riep Eva. ‘Die zijn saai gekleed!’ zei Vivian. De 2 meiden die uit het gebouw liepen hadden beide een lange, rode geruite rok met witte kousen, met een nette witte blouse, en een rood vestje en een stropdas er bovenop aan. Een van hun had haar haar in een staart, en de andere had een harenband in haar haar zitten. Ze hadden zo te zien alleen maar een beetje mascara op. Daan en Rick betaalde de taxichauffeur, want ze zeiden dat we het wel hadden verdient, al weet ik niet waardoor, maar ze waren toch al dronken dus hielden we ze niet tegen. We liepen naar binnen. Toen we binnen waren keek je meteen op de balie, waar een vrouw achter stond.
‘Hallo.’ zei de vrouw. ‘Hallo,’ begon Vivian. ‘wij zijn hier aangenomen, op het Danford College, en wij komen hier wonen. En nu wil…’ de vrouw onderbrak Vivian. ‘Natuurlijk!’ zei ze vrolijk. ‘Mijn naam is Helen Clarkson, maar noem me maar gewoon Helen.’ ze stak haar hand vriendelijk uit, en keek ons vol enthousiasme aan. Vivian schudde haar hand en stelden ons voor. ‘Hier ligt een stapeltje formulieren, die jullie moeten invullen. Daarna wijs ik jullie, jullie kamers.’ ze wees naar de stapel formulieren. Omstebeurt pakten we er allemaal een en vulden ze in. Na een paar minuten waren we klaar, en werden we naar onze kamers gewezen.
Reageer (1)
Het lijkt me supercool om verder te lezen. Abo!
9 jaar geleden