Vier
Rusteloos
Oké, kalm, spreek ik mezelf toe. Doe rustig en ga weer in bed liggen.
Ik weet niet hoe ik hier gekomen ben. Ik weet ook niet hoe lang ik hier al ben. Wáár ik ben! Ik kijk om me heen, met handen die beven als een rietje. Ik ben niet in staat weer te gaan liggen. Daar krijg ik alleen maar buikpijn van. Maar als ik ga staan, wordt het er ook niet beter op. Dan moet ik lopen en draaien en sta ik van het ene op het andere been te huppen.
Langzaam begin ik weer te begrijpen wat er is gebeurd. Ja. Ik zie het voor me. De beelden worden scherper en ik laat me met een zucht toch op het bed zakken. Mijn bed. Dat is waar ook. Mijn bed en mijn lakens en mijn kussens en mij...
Een vervelende hoofdpijn laat me midden in mijn gedachten stilvallen. Ik voel zachtjes aan de sprei. de bekende sprei van Oma Koek. Een fijne sprei. Ik slaap er graag onder, maar vanavond lukt het me niet.
Vanavond niet, maar gisteren wel. Inderdaad. Gisteren wel. Ik haal mijn hand door mijn haar en loop toch weer naar het raam, om daar even te kijken naar de lucht, maar er is niets vreemds aan te ontdekken.
Op het weerbericht zieden ze anders dat het zou gaan onweren. Ik weet het en daarom blijf ik ook een tijdje gebiologeerd naar de wolken kijken. Uiteindelijk moet ik toegeven dat het niet komt, maar ik kan alsnog niet in slaap komen.
Er zijn nog geen reacties.