Hoofdstuk 3.1
De anderen praatten nog wat, maar ik bleef helemaal stil. Uiteindelijk ging de bel.
Juul stond meteen op om de kantine uit te lopen. Ik had moeite haar bij te houden. Waarom had zij nou weer zo’n haast?
‘Juul, wacht nou even. Ik weet de weg niet.’ Riep ik haar nog na. Maar ze negeerde me.
Precies een minuut nadat de bel was gegaan stonden we weer in onze kamer. Juul begon meteen haar boeken weer opnieuw te rangschikken. Dat had ze voor de lunch toch ook al gedaan?
Mijn spullen lagen nog onaangetast in mijn koffer. Omdat Juul helemaal in beslag genomen werd door haar boeken, had ik toch niets beters te doen. Tijd om uit te pakken.
Maar Juul was verrassend snel klaar met haar boeken.
‘Wil je de recreatiezaal zien?’ vroeg ze.
Ik knikte. Mijn spullen kwamen later wel.
Om precies kwart over één kwamen we aan in de recreatiezaal. Nou ja, zaal. Het was een soort grote woonkamer die naar verschillende andere kamers leidde. Juul nam plaats op een van de banken, ik ging naast haar zitten.
Op dat moment kwam Minnie binnen. Blijkbaar was Juul haar beste vriendin.
‘Je bent laat.’ Zei Juul, op haar horloge kijkend.
Minnie rolde met haar ogen. ‘Sorry hoor. Niet iedereen telt de secondes af. Gaan we naar de tuin?’
Juul schudde haar hoofd, en hield een boek omhoog. ‘Ik moet eerst een boek terugbrengen.’
Minnie richtte zich tot mij. ‘Er is hier ook een bibliotheek. Hou je van lezen?’
Ik knikte. Wat hadden ze hier niet?
Deze plek was net een doolhof. Ik volgde Juul en Minnie op de voet. Na een verzameling deuren en trappen kwamen we uit bij de bibliotheek.
Het leek op een smalle gang. Boekenkasten bedekten de muren. Maar als je om de linkermuur heenliep, kwam je bij iets dat op een studieruimte leek. Hier was ook de uitleenbalie, waar Juul heenliep met haar boek.
‘Juul is hier vaak.’ Legde Minnie uit. ‘Vaak leest ze niet eens. Dan gaat ze alle boekenkasten langs, en zet ze de boeken op de goede volgorde. De bibliothecaresse vindt haar erg aardig.’
‘Ze zet alle boeken op de goede volgorde?’ zei ik verbaasd. Geen wonder dat ze hier zat, raar kind.
‘Alleen de boeken die verkeerd zijn teruggezet.’
En ja hoor. Juul liep alweer naar de boekenkasten om de boeken te verzetten.
‘We komen zeker niet meer aan de tuin toe hè?’ vroeg ik aan Minnie.
‘Ik zou er niet op rekenen.’
We liepen samen naar een willekeurige kast om leesvoer te zoeken. Minnie vertelde me dat ze eigenlijk meer van tijdschriften hield –bij voorkeur die over beroemdheden- maar dat ze nu meer waardering had voor boeken sinds ze met Juul omging. Die scheen vooral non-fictie te lezen, in tegenstelling tot mij.
Ik las alleen maar fictie. Verhalen vond ik geweldig. Als ik las kroop ik in de huid van iemand anders, mijn ouders zeiden dat ik duizend levens leidde. En dat was ook zo. In boeken ging ik op geweldige avonturen. Van de fouten die de hoofdpersonen maakten leerde ik weer. Mijn eigen leven was saai, maar in veel opzichten perfect geworden. Zo had ik mijn leven het liefst.
Dat het nou een keertje fout ging.
Ik zette de gedachtes van me af. Ik was niet geschift, en ik zou hier zo weer weg zijn.
In plaats van over mezelf na te denken, keek ik naar Minnie, die de boeken bestudeerde.
Het viel me nu pas op hoe klein ze was. Ik was zelf aan de korte kant, maar zij nog een kop kleiner. En ze was niet alleen kort, maar ook dun. Haar gelaagde jurkje verborg haar figuur, en zag er te groot uit voor Minnie. Ze zag er erg fragiel uit, alsof ze zo ik stof kon veranderen. Het paste wel bij haar schattige gezichtje, en haar onschuldige stemmetje. Hoe was zei hier eigenlijk beland? Ze kon toch nooit iets ergs hebben gedaan?
Maar schijn kan bedriegen. Ik dacht ook dat ik Read kende, maar die bleek ook geheimen voor me te hebben. Misschien had Minnie wel helemaal niet zo’n onschuldig verleden..
De gedachte maakte me bang. Straks kon ik niemand meer vertrouwen.
Doe toch niet zo Paranoïde, Maeve.
Er zijn nog geen reacties.