Dag 2

‘Volgens mij heb ik jou hier nog niet eerder gezien.’ Hoorde Willem een vrouwenstem achter zich zeggen. Toen hij omkeek zag hij op de barkruk naast hem een vrouw van ongeveer zijn eigen leeftijd, achtentwintig, zitten. Zet had lang bruin haar, tot haar middel en een rechte pony, met daaronder donkerbruine ogen.
‘Hoi, ik ben Jolien.’ Zei ze terwijl ze me met een lag aankeek. ‘Wat doe je hier zo alleen?’
Ze leek wel een zonsopgang na een ongelofelijk lange nacht. ‘Het bedrijf waar ik werkte is een paar dagen geleden failliet gegaan, nu zit ik dus zonder werk. Bovendien zijn mijn ex en ik net 2 maanden geleden gescheiden. Ik heb denk ik gewoon wat tijd voor mezelf nodig.’ Hoorde ik mezelf zeggen voor ik het door had.
‘Oh, wat naar.’ Was gelukkig het enige dat ze erop antwoordde. Hij snapte niet waar dit opeens vandaan kwam. Hij praatte nooit zo makkelijk of zo veel en hij kende haar niet eens.
‘E.. en hoe zit dat dan met jou?’ stamelde hij onhandig terug. Hij begreep niet wat hem overkwam.
‘Oh, ach, je weet wel.’ Antwoordde ze droog.
‘Wil je misschien wat drinken?’ vroeg hij haar om de nare stilte die ontstond te verbreken.
‘Nee dank je, ik moet zo weer weg.’ Zei ze met een schitterende glimlach. Wacht… W.. .wat wilde hij haar nou vragen?
‘Maar het lijkt me leuk je nog een keer te spreken.’ Zei ze erachteraan. ‘Het wordt morgen mooi weer, en de zonsondergang vind ik altijd zo prachtig! Waarom spreken we niet af bij dat ene strandtentje, met die paarse vlaggen? Het valt niet te missen.’ Ratelde ze door.
‘Dus dan zie ik je daar morgen, om wat zullen we doen… negen uur?’ Lachte ze erachteraan, waarna ze nog steeds lachend wegliep.
‘Aah… J… ó…’ Stamelde hij beduusd, maar ze had hem geen kans gegeven antwoord te geven. Hij sprong van zijn kruk en liep achter haar aan, maar ze was al verdwenen.
Wat een vreemde vrouw, bedacht hij zich, maar hij kon morgen moeilijk niet op komen dagen. Hij dronk zijn biertje op, waarna hij verward en versuft naar huis vertrok.

‘Heé! Je bent gekomen, wat leuk.’ Hoorde hij haar al roepen terwijl hij richting het strandtentje liep. Wat was het toch een vree…
Daar stond ze, onder een van de grote paarse vlaggen waar ze het gisteren over had gehad en lag het aan hem of was ze vandaag nog knapper dan gisteren met haar haar naar achteren gevlochten.
‘Hallo, het is ook leuk om jou weer te zien.’ Zei hij toen hij bij haar was aangekomen. ‘Zullen we dan maar naar binnen gaan?’
‘Wat? Nee. Waarom maken we geen strandwandeling? daar hou ik veel meer van. Bovendien is de zonsondergang veel mooier om te zien vanaf het strand dan wanneer je achter glas zit.’ Zei ze terwijl ze zijn arm pakte en hem mee trok.
Waarom liet hij zich zo door deze vrouw overrompelen? De zon ging pas over een uur of zo onder.
Ze lachte naar hem. ‘Waar wacht je op? Kom mee.’
‘Oke’ grijnsde hij.
Het was inderdaad mooi weer geworden en de zonsondergang zou deze avond mooi te zien zijn. De tijd vloog voorbij en hoewel Willem zich weinig kon herinneren van het gesprek dat hij en Jolien voerden was de zonsondergang schitterend.
‘Wat vind je van me?’ vroeg Jolien een tijdje nadat ze gestopt waren met lopen. De strandtenten hadden ze ver achter zich gelaten en behalve hun twee was er geen mens te bekennen.
‘Wat ik van je vind? Jolien, je bent prachtig…’
‘Van buiten, maar wat vind je van mij?’
‘Ik.. uhm… J.. Jolien?’
‘Wat is er willem?’ Hij rijkte met zijn hand naar haar uit, maar waar haar gezicht had moeten zitten voelde hij enkel lucht.
‘Wat is er Jolien?’ Hij kon haar niet aanraken, en als hij naar haar keek kon hij door haar lichaam heen de zon zien, die nu een klein stukje de horizon raakte.
‘Je verdwijnt!’ Riep hij uit.
‘Nee’ zei Jolien kil. Van haar prachtige glimlach was niets meer in haar gezicht terug te vinden en pas nu besefte hij dat er iets heel erg mis was met deze vrouw. Hij keek haar aan, recht in haar bruine ogen… Maar deze waren niet langer bruin, haar irissen waren nu net zo gitzwart als haar pupillen.
Hij deinsde terug. ‘Waarom, wat is er aan de hand!?’ vroeg hij en hij hoorde zijn eigen stem overslaan.
‘Jij, een man, zou dat nooit kunnen begrijpen.’ Antwoordde ze kil. ‘Mannen, die vrouwen gebruiken tot ze er klaar mee zijn en door gaan naar hun volgende slachtoffer. Ze zijn allemaal het zelfde en iedere, man die ik de wereld uit help is er weer een.’
‘Je bent gek!’ Schreeuwde Willem. ‘GEK!’ Maar ze leek hem al niet meer te kunnen horen en vanuit zijn ooghoeken zag hij hoe het laatste stukje zon achter de horizon verdween.


‘Volgens mij heb ik jou hier nog niet eerder gezien. Hoi ik ben Jolien’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen