Toen ik mezelf weer gekalmeerd had, liep ik nog een rondje om voor ik weer naar huis liep. Mijn ouders hadden gelukkig niets doorgehad.
Maar ’s avonds lag ik wakker, met en vreemd triomfantelijk gevoel. Ik had mezelf daar in het bos kunnen kalmeren! Als ik mezelf weer kon kalmeren, was ik dus niet helemaal krankzinnig! Met wat zelfbeheersing zouden ze in Plainview zo zien dat ik daar niet thuishoorde. Ik zou daar zo weg zijn!
En met dat scenario nog in mijn hoofd, zat ik nu in de auto van mijn ouders, terwijl ze me woorden van moed probeerden in te spreken voordat ze me zouden afzetten.
Toen we er waren keek ik nieuwsgierig uit het autoraam. Het gebouw was.. apart?
Het was een heus mansion met een groot gietijzeren hek. De kozijnen waren donkerbruin geverfd, maar hun laatste verfbeurt had blijkbaar plaatsgevonden in een ver verleden. De stenen van de muren waren allemaal een andere bruintint.
‘Oh wat gezellig!’ riep mijn moeder.
Gezellig? Pff. Het zag eruit als het huis van Edward’s minder glitterende neefje. Gadver.
Mijn koffers droeg ik zelf. Het waren er ook maar twee, een aantal spullen had ik gewoon thuisgelaten, alsof ik op een lange vakantie ging.
Mijn ouders liepen met me mee naar de ingang van het gebouw. Toen ik door het grote hek liep, voelde het alsof ik op het punt stond een gevangenis binnen te lopen. Eigenlijk was het dat ook wel. Nu pas drong het tot me door dat ik hier opgesloten zou zitten, als een crimineel. Opeens kreeg ik het vreselijk benauwd.
Mijn moeder gaf me een bemoedigend klopje op mijn rug. Ik glimlachte zwakjes.
Achter de donkerhouten deuren, zat een grote hal, met nog veel meer deuren en een trap. De witte verf op de muren was vaal,en afgebladderd, en de vloer kraakte vreselijk. Net een spookhuis.
Goh, wat gezellig.
‘Nou,’ zei mijn moeder optimistisch. ‘Dat ziet er niet slecht uit toch? Lekker knus.’
Lekker knus? Jezus, het leek wel alsof ze Malfoy manor wit hadden geschilderd! Ik zweeg en schuifelde ongemakkelijk heen en weer. De nervositeit was nog niet weg.
‘Fijn om te horen dat het bevalt.’ We draaiden ons alle drie tegelijk om.
In de hal stond een vrouw met een vriendelijk gezicht, en een mantelpakje wat me deed denken aan de witjassen. Ze gooide haar perfecte krullen over haar schouder, en lachte vriendelijk.
‘Jullie moeten meneer en mevrouw Clearwater zijn. En dit is jullie dochter Maeve? Wat een vrolijk meisje!’ zei ze glimlachend. Haar stem had iets vreemd monotoons, iets leegs.
Vrolijk meisje? Pff. Ze was niet de enige die me voor een ‘vrolijk meisje’ aanzag. Misschien wekte ik ook wel die indruk, met mijn wilde donkerrode krullen, en mijn vele sproetjes. Maar ik had haar nog niet recht aan kunnen kijken. Als mensen recht in mijn grijsgroene ogen keken namen ze me vaker serieus. Ik moest lachen bij de gedachte dat mensen zo snel beoordeelden, op het uiterlijk af. En we zouden hier geen labels hebben? Ik had er nu al een. ‘Vrolijk meisje’, gadver. Ik wist dat er nog meer zouden zijn, misschien ‘de nieuwe’ of ‘die rooie’. Zo had ik al meer labels gehad.
De vrouw stelde zich voor als ‘Ivy Roland’ de assistente van het hoofd, Olive Lagan, die de leiding had over het ‘project’ zoals Ivy het noemde.
Ivy leidde ons naar het kantoor van mevrouw Lagan. Ondertussen kletste ze geanimeerd met mijn ouders. Ik lette niet op hun gezellige gepraat, maar op Ivy zelf.
Er was iets.. vreemds.. aan deze vrouw. Op het eerste gezicht leek ze perfect, geen haartje van zijn plek, geen kreukels in haar kleding, en geen klonterige mascara. Maar als je beter keek zag je, bedekt door een dun laagje foundation, haar bleke gelaatskleur, de wallen onder haar ogen, en de ietwat verbaasde blik in haar ogen. Ze leek niet erg gezond, als een soort drugsverslaafde ofzo. Het totaalplaatje had iets onnatuurlijks. Heel vreemd.
Het kantoor van mevrouw Lagan was ook helemaal wit geschilderd. Maar hier was de verf in betere staat. Achter een wit bureau zat een lange dunne vrouw, met roodbruin haar. Ze zag er een stuk gezonder uit dan Ivy. Ik nam aan dat dit mevrouw Lagan was.
‘Olive,’ zei Ivy vrolijk. ‘De familie Clearwater is gearriveerd.’
De vrouw keek op, en glimlachte. Haar lach was vriendelijk en warm, als die van je favoriete tante.
‘Welkom, neem plaats.’ Zei ze, met een opgewekte stem, die iets had van een vrolijk tienermeisje dat met haar vrienden praatte. Ze leek helemaal niet op de baas van een gekkenhuis, in een film zou ze nooit die rol spelen. Dat zou ‘ongeloofwaardig’ zijn. Niets wees erop dat dit een gesticht was, behalve misschien Ivy’s rare uiterlijk.
Ze richtte zich tot mijn ouders. Ik wendde mijn gezicht af en staarde uit het raam.
Daar vloog een vogel. Even voelde ik een vlaag van jaloezie. Die vogel kon gewoon wegvliegen wanneer hij wilde, en ik stond op het punt om opgesloten te worden. Opeens wilde ik wegrennen.
Olive, zoals ze genoemd wilde worden, haalde me uit mijn trance.
‘Jij moet Maeve zijn.’ Zei ze vrolijk. ‘Welkom op Plainview. Ik weet zeker dat je je snel thuis zult voelen. De meeste jongeren zijn eerst nog wat schuw, maar wennen al snel.’
‘Ja, mevrouw.’ Mompelde ik.
‘Oh en Maeve? As je ergens mee zit, kun je altijd naar me toe komen. Vergeet dat niet.’
Ik knikte. Dit ging tegen al mijn verwachtingen in. Het voelde onnatuurlijk. Maar ik geloofde haar. Ik wilde haar bijna precies vertellen hoe ik me voelde. Maar ik hield me in.
Misschien zou het nog helemaal zo slecht niet worden?

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen