Hoofdstuk 17
Maar ik ga dinsdag weg, dus ik ben een beetje druk..
Ik kan daar waarschijnlijk niks posten, omdat ik niet weet waar ik uitkom en mijn laptop waar het opstaat gaat misschien ook niet eens mee.. Maar ik zal daar wel schrijven met de hand (vind ik leuk ) en het daarna weer goed maken, maar alsnog hier een hoofdstukje!
‘Luce’!, ik werd ruw wakker gemaakt, door Ron, die mijn naam door de ziekenzaal schreeuwde. ‘Ron’, zei Hermelien, ‘doe is zachtjes’. ‘Sorry’, mompelde Ron. Madame Plijster, kwam op al het lawaai af. ‘Wat is hier aan de hand’! Riep ze uit. ‘Luce, moet rust hebben, dus doe wat rustiger’. ‘Sorry, professor’, zegt Ron, ‘het was mijn schuld’. Daarna, liepen ze snel naar me toe en ploften op de stoelen die er nog stonden neer. ‘Volgens Perkamentus, vond je het leuk als we langs kwamen’, zegt Harry. ‘Klopt’, antwoord ik. ‘Nog iets belangrijks gemist’? Vraag ik. ‘Een boze Sneep’. Antwoord Harry. Ik kijk hem vragend aan, ‘wat heb je gedaan Harry’? ‘Ik heb helemaal niks gedaan’, antwoord Harry onschuldig’, Marcel daar in tegen, tja dat is een ander verhaal’. ‘Hij, heeft zijn ketel laten ontploffen’, vult Ron, Harry aan. ‘Alleen had hij, niet zoals jij Hermelien als partner, dus werd hij niet gewaarschuwd’. Ik grinnik zachtjes, dat ik het lokaal bijna heb laten ontploffen, herinner ik me nog als de dag van gisteren. ‘Wat is er met Marcel gebeurt’? Vraag ik. ‘Sneep, laat hem twee maanden nablijven’. ‘Echt waar’? Vraag ik geschrokken. ‘Twee maanden professor Sneep, lijkt me niet bepaald een pretje’. ‘Ik vind twee uur Sneep, al geen pretje’, zeggen Harry en Ron in koor. ‘Gaat het wel Hermelien’, vraag ik aan haar, ‘je hebt nog helemaal niets gezegd’. ‘Het gaat wel’, antwoord ze, ‘ ik was gewoon bezorgd’. ‘Dat hoef niet hoor, ik word prima verzorgd’, zeg ik, als ik zie dat madame Plijster uit haar kantoortje komt. ‘Luce’, fluistert Hermelien, ‘Laat ons alsjeblieft nooit meer zo schrikken’. Ik glimlach en knik naar haar. ‘Hup’, zegt madame Plijster, die nu naast mijn bed staat. ‘Het is wel genoeg, drukte geweest’. Ze stuurt, Harry, Ron en Hermelien weg en ik kan net een gaap onderdrukken. Ik vind het stom, van mezelf dat ik steeds zo moe ben. Ik had veel liever gewild, dat Harry, Ron en Hermelien langer waren gebleven. ‘Hier’, zegt madame Plijster en ze geeft me een kom soep. ‘Je moet wat eten Luce’, zegt ze, als ze mij moeilijk naar de kom ziet kijken. ‘Ik heb geen honger’, fluister ik en het lukt me niet, om een gaap te onderdrukken. Ze ziet me gapen en neemt de kom weer van me over. ‘Ga, maar slapen dan, ik bewaar hem wel voor als je wakker word’. Ik knik en trek de dekens, wat hoger op. Al snel val ik in slaap. Al veel te snel, wordt ik gewekt. Als ik mijn ogen, kijk ik in het vriendelijke gezicht van madame Plijster. ‘Je werd niet uit jezelf wakker’, zegt ze, ‘En je moet toch echt wat eten, ander wordt je nog dunner dan je al bent’. Ik hijs mezelf, voorzichtig rechtop. Ik pak de kom soep aan en eet hem zwijgend op. Ze heeft gelijk, denk ik, ik ben best wel dun en eten is goed voor je. Met dat in gedachten, lukt het me om de soep langzaam op te eten. Met trillende handen, zet ik de kom, op het nacht kastje. Al snel, voel ik mijn oogleden weer zwaar worden. Ik laat me weer zakken en als mijn hoofd het kussen raakt, val ik al in slaap. Als ik mijn ogen open, zit mijn vader zwijgend naast mijn bed. ‘Pap’, zeg ik. ‘Hoi’, antwoord hij. Langzaam, zwaai ik mijn benen over de rand van het bed. ‘Nee Luce’, zegt mijn vader, ‘Je moet blijven liggen. ‘Maar’, begin ik, maar hij laat me mijn zin niet afmaken. ‘Niks te maren Luce’, zegt mijn vader en hij duwt me zachtjes terug op bed. Als hij zijn handen weg haalt, zwaai ik mijn benen opnieuw over de rand en sta voorzichtig op. ‘Luce, ik zei toch, dat je moest blijven liggen, je m..’, daarna kan hij zijn zin niet meer afmaken. Ik zak door mijn knieën en probeer me zelf overeind te houden aan het bed. Snel, tilt hij me op en wilt me weer op bed zetten. ‘Nou’, zeg ik beteuterd, ik wilde alleen op schoot zitten. Mijn vader grinnikt kort. ’Je bent geen twee meer Luce’, zegt hij, maar zet me toch op schoot. ‘Weet ik’, antwoord ik, ‘maar een beetje liefde, kan geen kwaad’. Mijn vader grinnikt nog een keer en ik nestel me tegen hem aan. ‘Je bent me er eentje hoor’, zeg mijn vader. Ik haal mijn schouder op. ‘Ik vindt het gewoon fijn, je te zien, mag dat niet’? Vraag ik. ‘Dat mag altijd’, zegt mijn vader. Zo blijven we een tijdje zitten, tot ik begin te rillen van de kou. ‘Je hebt het koud’, fluistert mijn vader. ‘Een klein beetje’, antwoord ik. ‘Kom Luce, je moet weer onder de warme dekens’. Ik laat me in bed helpen en in stoppen, daarna val ik al snel slaap.
Reageer (3)
prachtig
1 decennium geledenkvraag me af hoelang ze nog moet in de ziekenzaal blijvenxD
Nicee
1 decennium geledenNa weet niks meer om te schrijven in een reactie
Hahaha
Snel veder
Trusten Luce ^v^
1 decennium geleden