4. Avada Kadavra || Harry Potter
‘Avada Kadavra!’ alles gaat opeens zo snel. Ik zie de man voor me achteruit vliegen en met grote, open ogen op de grond terecht komen. Een zachte, dwingende stem in mijn hoofd verteld me dat ik moet vluchten. Het ministerie zou hier elk moment kunnen zijn. Toch blijf ik als verstijft staan. De angst die me plots overvalt is zo groot dat het mijn hele lichaam verstijft. De snijdende kou die langs mijn wangen streelt voel ik niet meer, het ijswater wat rond mijn voeten spoelt voelt opeens warm aan. Het is alsof ik langzaam van binnen uit bevries. ‘Isabella Jessica Lily Charlotte Malone’ de stem is als een fluistering en even denk ik dat ik het me verbeeld. Met een ruk draai ik me om en mijn ogen schieten rond in de grot. In de opening naar buiten staat hij. De man waar iedereen respect voor moet hebben. Albus Percival Wulfric Brian Dumbledore. Ik staar de man aan, neem hem even aandachtig in me op. Hij heeft zijn wand zichtbaar in de zak van zijn blauwe gewaad zitten, zijn grijze baard word onder zijn kin bij elkaar gehouden door een enkel elastiekje. De man had een beetje een excentriek uiterlijk. ‘Albus Percival Wulfric Brian Dumbledore’ antwoord ik, vele minuten nadat hij mijn volledige naam had uitgesproken. ‘Kom’ zegt hij en ik slik. ‘Wat gaat u met me doen?’ stamel ik en hij glimlacht bemoedigend. ‘Ik haal je hier weg’ antwoord hij en ik bijt twijfelend op mijn lip. Ik besef dat ik geen andere keus heb. Hij was mijn enige optie. Hoe hij me had gevonden wist ik niet, maar die man was één groot mysterie. Ik stap naar hem toe en pak zijn uitgestrekte arm vast. We beginnen te tollen en een verstikkende leegste overvalt me. Dan landen we voor een enorm kasteel en ik hap naar adem. Zwarte sterretjes vormen zich op mijn netvlies en langzaam verlies ik mijn zicht. Als ik voel dat ik val kan ik me nog net met mijn armen op vang voor ik mijn bewustheid verlies.
Er zijn nog geen reacties.