Hoofdstuk 5
Die nacht in het Trainingscentrum kon ik niet slapen. Ik had weer heerlijk gegeten. We kregen de hele tijd complimenten van Tylcus, Geosa en Zolt, Wovo's stylist, over ons gedrag bij de openingsceremonie. Wovo en Geosa moesten met alle geweld van de wereld gaan opscheppen over het feit dat ik die jurk zelfgemaakt had – 'Niet waar! Geosa heeft het grootste deel gedaan!' –, en over het feit dat we bloemen toegegooid kregen, wat volgens hen nooit eerder gebeurd was.
Nu lag ik in het zachte bed in mijn kamer. De kamer was groot, smaakvol ingericht en vol apparaten waarvan eigenlijk niemand wist waarvoor ze dienden. Op mijn nachtkastje stond een vaas met willekeurige bloemen die ik had kunnen meegrissen uit de koets. De eerste, blauwe roos zat erbij, omdat ik die de hele tijd had vastgehouden.
Blauw. Lag het aan mij of achtervolgde het me? De libelle – hoewel ik die zelf had gemaakt –, de jurk, en nu die roos.
Vermoeid draaide ik me om, naar het raam. Ik kneep mijn ogen dicht maar kon niet slapen. Ik stond op en liep naar het raam. Het Capitool zag er vredig uit, donker.
Over enkele dagen was ik misschien morsdood. Met die donkere gedachte ging ik weer in bed liggen en viel ik uiteindelijk in slaap.
Er zijn nog geen reacties.