Underwear 13
Harry staat tegenover mij nog steeds in zijn donkerblauwe tuinbroek en met doordringende ogen kijkt hij mij aan. Ik kan alleen maar naar het fotolijstje staren die bevestigd is op het bureau van Harry. Het lijkt alsof de foto beweegt en ik zie precies de gebeurtenissen die toen gebeurd zijn, wanneer de foto genomen is.
Het is zomer en Harry en Aundra lopen door het bos met een jongetje van 10 jaar oud achterhun aan. Ze lachen alsof het hun laatste dag is dat ze leven, voor Harry niet maar voor Aundra wel. ‘Justin, loop eens door!’ gromt Aundra en giechelend leunt ze tegen een boom aan.
Justin – het jongetje die achterhun aanloopt rolt met zijn ogen en graait in zijn broekzak. ‘Zal ik een foto van jullie maken?’ De ogen van Harry beginnen te twinkelen en knikt uitbundig. Zijn arm slaat hij zachtjes om de middel van Aundra die glimlacht. Ze gaat met zijn tweeën voor een dikke boom staan en de wind blaast hard en bladeren dwalen door de lucht.
Justin werpt de camera op Harry en Aundra en ze glimlachen breed. Als Justin een foto maakt van ze ontstaat er een stilte, een stilte die vredig is. ‘Kom, we gaan kijken,’ grijnst Harry en verlegen word Aundra meegetrokken door Harry. Nu, een paar jaar later staat de foto genesteld op het bureau van Harry, niet van plan hem ooit weg te doen omdat hij van haar hield, hield van Aundra.
Ik word wakker uit mijn trance doordat Harry mij heen en weer schud. ‘Wat gebeurde er?’ vraagt hij bang en ik laat mijn ogen naar het fotolijstje glijden. Stap voor stap zet ik een pas naar het bureau en pak ik voorzichtig het fotolijstje van het bureau af.
De ogen van Harry zijn op mij gebrand en volgen alle bewegingen die ik maak. Als ik mij eigen omdraai staar ik in de vochtige ogen van Harry die naar de foto kijken. ‘Ze heette-‘ ‘Aundra.’ Maak ik zijn zin af en hij slaakt een zucht.
‘Aundrianne, je had nooit naar binnen moeten gaan.’ Met grote ogen staar ik hem aan en begin ik kleine sterretjes voor mijn ogen te zien. Mijn naam lijkt precies op die van Aundra, alleen langer en met meerdere letters.
Hij pakt stevig mijn polsen beet en fluistert mij toe dat ik hem aanmoet kijken. ‘Ben ik gebaseerd op Aundra?’ fluister ik schor en hij schud wild zijn hoofd. Mijn ogen beginnen te tranen en trek bruut mijn armen terug. ‘Aundrianne, luister je bent niet gebaseerd op Aundra.’
Ik duw mijn handen op mijn oren en begin mijzelf heen en weer te wiegen. ‘Stop, zeg nooit meer die naam!’ gil ik door de slaapkamer heen en val op de grond neer. Nog steeds met mijn handen op mijn oren leun ik tegen het ronde bed aan.
Voor mijn gevoel zit ik uren tegen het bed aangeleund, met mijn handen over mijn oren, mijn ogen dichtgeknepen en mezelf heen en weer wiegend. Toch komt er snel een einde aan als iemand mij heen en weer schud en zachtjes ga ik rechtop zitten. Keef kijkt mij bezorgt aan en duwt een glas water in mijn handen. Verbaasd waar Harry is neem ik het aan.
‘Waar is Harry?’ Ik nip een slokje van het glas water en het brand in mijn keel. Snel slik ik het door en Keef steekt zijn hand uit die ik dankbaar aanpak. Hij trekt mij omhoog en sta ik nu langs hem. ‘Weg.’
Meteen duw ik het glas water in zijn handen.
‘Waarheen?’ piep ik en hij haalt onverschillig zijn schouders op. Waarom zou hij weggaan? Ik loop naar de slaapkamerdeur toe en gooi hem open. Hij echoot door de ruimte heen en na een tijdje word het geluid zachter. ‘Wat gaat u doen?’ vraagt Keef beleefd.
Onrustig draai ik mijneigen om en tikt Keef geruisloos op het glas met water die nog helemaal vol zit. ‘Kun je me naar de voordeur leiden?’ Automatisch knikt hij en loopt hij naar mij toe om stappen richting de voordeur van het huis te zetten.
‘Bedankt,’ mompel ik en trek de deur open. De wind blaast in mijn gezicht en rillend zet ik een stap naar buiten toe. De deur valt dicht en opeens sta ik weer buiten, helemaal alleen.
Ik loop al uren rondjes, zonder resultaat. Harry is nergens te bekennen en het doet me zeer. Hij is weg dankzij mij, doordat ik zo naïef moest reageren.
Opeens slaat iemand zijn armen van achteren om mijn middel en verstijf ik. ‘Wat doe je hier, ik dacht dat ik je kwijt was,’ mompelt iemand in mijn oor en ik sper mijn ogen open, Liam.
Meteen draai ik me om en kijk ik in zijn vertrouwde ogen die vreugde uitstralen. Mijn mond valt open en ik sla mijn armen rond zijn nek. Zijn hemelse geur dringt mijn neusgaten binnen en sluit ik voor eventjes genietend mijn ogen.
‘Heb je een bank berooft?’ Geamuseerd kijkt hij mij aan en glijden zijn ogen over mijn lichaam. Ik snap wat hij bedoeld en grinnik doelloos. ‘Nee, ze zijn van Gemma.’ Zijn ogen hebben de mijne weer gevonden en hij laat een bespottelijke kreun horen.
‘Iemand anders gevonden?’ Schamend kijk ik naar mijn voeten en voel ik me spijtig tegenover Liam. Twee vingers glijden over mijn kin en duwen mijn hoofd zo omhoog. ‘Het was een grapje, dat weet je toch?’ Bedenkelijk knik ik en een bulderende lach vult mijn oren.
‘Kom,’ fluistert hij in mijn oor en ik word meegetrokken doordat hij zijn hand met de mijne verstrengelt.
Maar raar genoeg voelt het niet meer vertrouwd zoals eerst, vertrouwd zoals de hand van Harry.
Reageer (18)
I love this story..
1 decennium geledenoehh nieuwe abo!!
1 decennium geledensnelverderr:)
xx
snellverdahh <3
1 decennium geledenen strx wilt liam iets van haar omg
1 decennium geledenik heb het gevoeld dat aundrianne krachten heeft ofso dat zij dingen uit het verleden kan zien zulke dingenxD
1 decennium geledensnel verder! xx