Zevende deel
Percy had zich heel vast voorgenomen om een excuus te verzinnen om op een of andere manier onder de vreemde dubbeldate uit te komen, maar op de dag zelf vond hij zichzelf toch opeens in Hogsmeade met Toby aan zijn zijde en Oliver en Penny voor hem. Hij schreef een mentale notitie aan zichzelf om voortaan wat duidelijker te zijn als hij Penny iets wilde vertellen en haar niet halverwege zijn slappe smoes om modeadvies te laten vragen. Niet alleen was zijn eigen verhaal daardoor namelijk onderbroken, maar hij was ook nog eens hopeloos wat kleding betrof. Hij was bijvoorbeeld erg tevreden met zijn vormeloze grijze trui, zelfs al zei Penny dat hij zoiets absoluut niet kon dragen in het openbaar.
Hij had zin om zijn hoofd op een tafel te slaan. Waarom had hij er ooit in toegestemd de hele middag door Hogsmeade te sjokken? Als hij tenminste nog wat tijd met Oliver had kunnen doorbrengen, was het het misschien waard geweest. Penny kletste Oliver echter de oren vol en Toby zei af en toe wat uit beleefdheid, maar Percy wist dat hij eigenlijk ook liever naast iemand anders zou lopen.
Hij was enigszins opgelucht toen Penny de groep de Three Broomsticks binnen leidde. In ieder geval zou hij nu mogen zitten. Die opluchting verdween echter toen Penny opsprong met de melding dat ze zich geëmancipeerd zou gedragen en wat te drinken ging halen.
Er viel een onaangename stilte over de tafel toen ze weg was. Toby schraapte zijn keel en nam het als een ware Hufflepuff op zich om een poging te doen het gesprek op gang te brengen. “Eh, het was een erg leuke middag, vinden jullie niet?”
Olivers gezicht gaf duidelijk aan dat hij het liefst simpelweg nee zou hebben gezegd. Percy’s zwakke geforceerde glimlach overtuigde ook niemand.
“Het is mooi weer vandaag,” probeerde Toby opnieuw, en opnieuw zonder succes.
“Waarom doen we dit eigenlijk?” vroeg Oliver opeens. “Ik zie niets in Penny en jullie vinden elkaar volgens mij ook niet leuk.”
“Natuurlijk wel,” sputterde Percy tegen, al wilde hij eigenlijk met Oliver instemmen.
“Ja, natuuurlijk wel,” echode Toby. Oliver keek hen ongelovig aan en Toby slaakt een diepe zucht. “Nee, eigenlijk niet. Ik ben hier alleen omdat Penny dat graag wilde. Percy, je bent vast heel aardig, maar we hebben niet eens echt iets gemeen. Ik heb geen flauw idee waar ik over moet praten tegen je.”
Percy haalde zijn schouders op, op zoek naar iets waarvan hij wist dat ze het allebei leuk vonden. “Penny zei dat ze je vaak in de bibliotheek had gezien.”
“Dat was alleen omdat zij daar zat. Ik houd niet eens van lezen.”
Percy schudde zijn hoofd. “Waarom verrast dat me niet?”
“Is dat een probleem dan?” wilde Oliver weten. “Dat hij niet van lezen houdt, bedoel ik?”
Percy had ja willen zeggen, maar dat was niet wat er uit zijn mond kwam toen hij Oliver aankeek. Op een of andere manier klonk het niet alsof dit nog steeds over Toby ging. “Nee, helemaal niet. Ik heb er niets op tegen naar verhalen te luisteren over andere interesses dan de mijne.” Hij aarzelde even, maar voegde er toen toch aan toe: “Ik houd van verhalen over Quidditch.”
“Ik speel niet eens Quidditch,” zei Toby verward.
Percy werd lichtjes rood, maar Oliver grijnsde breed. “Ik wel.”
“Oh,” zei Toby, terwijl hij zich leek te realiseren wat er aan de hand was. “Het lijkt erop dat we hier allemaal met de verkeerde mensen zijn gekomen. Dat is een beetje onfortuinlijk.”
Percy keek de anderen aan. “Maar het kan verholpen worden,” stelde hij aarzelend voor.
Reageer (7)
Hè hè! It was about time, Percy.
1 decennium geledenjeeeeeej, Percy en Oliver en Penny en Toby!
1 decennium geleden