Sneeuwwitje's dochter.
Na de grootse bruiloft, was het een tijdje stil in het kasteel. Sneeuwwitje miste haar dwergen, en smeekte ze om bij haar en de, nu, koning te wonen. De dwergen hielden heel veel van Sneeuwwitje, maar waren iets te gehecht aan hun kleine huisje om het zomaar te verlaten. Dagenlang treurde Sneeuwwitje, totdat ze opeens een idee kreeg. Ze wilde een kindje, haar eigen baby Sneeuwwitje. En zo was het dat er negen maanden later, een klein baby’tje in een kribbetje lag. Het meisje had haar moeders bleke huid en zwarte haar, en haar vaders felblauwe ogen. Ze was prachtig. Daarom besloten Sneeuwwitje en de prins om haar Oribelle te noemen.
Oribelle groeide op en werd een prachtige jongedame. Iedereen die haar zag, zei dat ze precies op haar moeder leek. Toen ze tien was, gaf Sneeuwwitje Oribelle een ketting. ‘bewaar deze goed, oké? Als je verdrietig bent, moet je kracht halen uit de ketting,’ zei Sneeuwwitje. De ketting was van goud, en er hing een klein hartje aan. Sneeuwwitje omhelsde Oribelle en fluisterde ‘ga maar buiten spelen met de dwergen,’ Oribelle liep naar buiten met de ketting in haar hand vastgeklemt en liep naar het kleine huisje. Zodra Oribelle weg was, kwam de koning tevoorschijn. ‘je hebt het haar gegeven?’ Sneeuwwitje knikte en een traan biggelde over haar wang. Ze pakte de prins haar hand en hij begeleidde haar naar het bed. ‘Blijf alsjeblieft sterk voor Oribelle,’ fluisterde Sneeuwwitje. De koning knikte. ‘Slaap lekker, ik zie je daarboven wanneer ik er klaar voor ben,’ Hij drukte een kus op Sneeuwwitjes voorhoofd en verliet rustig de kamer. Hij keek nog een keer naar zijn prachtige vrouw, wiens ogen al gesloten waren. Haar ademhaling werd steeds rustiger en de koning wist dat het niet lang meer zou duren. Hij sloot de deur en ging op zoek naar Oribelle. Zodra hij haar gevonden had, omhelsde hij haar stevig. ‘papa,’ zei ze in paniek. ‘Waar is mama?’ de koning keek haar aan ‘Mama is bij de engelen, die hebben haar hulp nodig,’ zei hij. Oribelle slikte en haar hand vloog naar de zak in haar jurkje waar het kettinkje inzat. ‘Heeft ze de ketting daarom aan mij gegeven?’ vroeg ze met een klein stemmetje. De koning knikte. Een paar tranen rolde over Oribelle’s wang, maar ze veegde ze snel weg. Ze zou niet huilen, dat zou mama niet willen.
Dagenlang treurde Oribelle om haar moeder, met de ketting om haar nek naast haar hart. Na vijf dagen realiseerde ze zich dat het niet zou helpen en liep ze voorzichtig naar haar moeders kamer. Hier was ze niet meer geweest sinds haar moeder was overleden, omdat er teveel herinneringen waren. Ze liep naar de kast en deed de deur open. Daar hing hij, haar moeders jurk van toen zij jong was. Oribelle haalde hem uit de kast en deed hem aan. Hij voelde zacht aan op haar huid en was nog een klein beetje te groot, maar hij zorgde ervoor dat Oribelle op een engeltje leek. Voorzichtig liep ze de kamer uit, om haar vader te laten zien hoe ze eruit zag. Toen de koning haar zag, sprongen de tranen in zijn ogen. Ze leek zoveel op haar moeder. ‘wat is er papa, vind je het niet mooi?’ vroeg Oribelle bezorgd. ‘je bent prachtig schat, echt waar,’ de koning omhelsde Oribelle en fluisterde daarna. ‘als je wilt, mag je de jurk houden,’ ‘Echt waar?’ vroeg Oribelle met een onschuldige glinstering in haar ogen. ‘Echt waar,’ antwoordde de prins. ‘dat zou mama willen, en ik weet zeker dat zij jouw nu bekijkt en heel erg trots is op jou,’ De koning glimlachte en Oribelle beantwoordde de glimlach.
Oribelle liep rond in de jurk met de ketting om totdat hij niet meer paste. Verbazingwekkend genoeg paste hij tot haar zestiende verjaardag. En toen die niet meer paste, kreeg ze van haar vader een nieuwe jurk van haar moeder. Deze zat als gegoten en ze bedankte haar vader terwijl ze in de spiegel naar de witte jurk keek. ‘dat was mama’s trouwjurk,’ zei de koning terwijl hij over Oribelle’s schouder meekeek. Oribelle trok de jurk meteen uit, heel voorzichtig natuurlijk, en hing hem weer in de kast. ‘wat is er, vind je hem niet mooi?’ vroeg de koning bezorgd. ‘jawel, maar ik wil hem bewaren totdat ik ga trouwen,’ Oribelle glimlachte. ‘ik wil trouwen met Adam, in mama’s jurk, buiten in de tuin,’ zei Oribelle.
Het was alsof haar vriend, Adam, het gesprek had afgeluisterd, want twee dagen later kwam Oribelle met een glimlach thuis. Met haar rechterhand in die van Adam, en om haar linker ringvinger een mooie gouden ring. ‘gefeliciteerd, wanneer gaan jullie trouwen?’ vroeg de koning met een trotse glimlach. ‘volgende week vrijdag,’ antwoordde Oribelle blij. ‘nou, waar wachten we dan nog op? We moeten uitnodigingen gaan versturen,’ zei de koning enthiousiast. Dit was de eerste keer sinds de dood van zijn vrouw, dat hij oprecht blij was om iets. Ze begonnen met z’n drieën te plannen en al gauw was alles geregeld. Het halve dorp was uitgenodigd, en er werden bloemen geregeld voor de bruid. De week voor de voorbereiding vloog voorbij, en voordat ze het wisten was het vrijdag. Oribelle trok haar moeder’s jurk aan en deed een paar bloemen in haar haar. Haar vader kwam de kamer binnen en bood haar zijn arm aan. Oribelle haakte haar arm door die van haar vader en samen liepen ze de trap af. De hele zaal keek Oribelle ademloos aan. Aan het einde van het gangpad gaf de koning Oribelle’s hand aan Adam. ‘zorg goed voor haar,’ zei hij waarna hij haar hand losliet. De koning zuchtte, en keek met een glimlach hoe de pastoor ze trouwden. Kleine meisjes worden groot, maar Oribelle zou altijd zijn kleine meisje blijven.
Reageer (1)
Je wisselt ook steeds met koning en prins en dat is echt verwarrend en niet correct, want een prins is geen koning. Daarnaast maak je nog een paar kleine foutjes.
Hou het topic in de gaten voor je quotering en de nieuwe opdracht.