20. The real cause of death
Ik schiet geschrokken recht en kijk angstig in het rond. Alles is nog steeds zoals het voor mijn nachtmerrie was. De kamer is wit met enkele bedden en ook deze zijn gehuld in witte, maagdelijke lakens. Het rare is dat er deze keer geen tranen over mijn wangen rollen, maar mijn ogen zijn wel heel erg vochtig. Wat me wel duidelijk is geworden, is dat ik net getuige was van de dood op mijn ouders. Ava en Anthony. Een gevoel van onmacht en radeloosheid raast door mijn aderen. Ik heb het gevoel dat het plezier om te leven, mijn levenslust, stilletjes aan uit mijn lichaam aan het verdwijnen is.
Ik sluit mijn ogen weer en probeer in slaap te vallen, maar steeds schrik ik bang op. De angst om weer iets te zien uit mijn verleden, doet me de slaap vergeten en laat me de hele tijd roerloos op bed liggen. Ook hoor ik stemmen tegen me fluisteren, sissen, ze lijken me wat te willen vertellen en donkere schimmen lijken langs de muren te kruipen. “Wie is daar?” fluister ik verschillende keren, maar nooit krijg ik een antwoord - een zinnig antwoord. De nacht verloopt anders traag en beangstigend, maar voor ik het goed en wel besef, is de ochtend al weer op Zweinstein gekomen.
“Goedemiddag Dawn.” Harry komt op de rand van het bed zitten en geeft me een doosje chocokikkers. “Dank je.” Ik glimlach lief naar hem en open dan één doosje om de chocokikker die er in zit op te eten. “Is er al veel gebeurd deze morgen?” Met een volle mond kijk ik hem hoopvol aan. “Meer dan je je kan bedenken.” “Wat dan? Vertel! Je maakt me nieuwsgierig.” We lachen allebei en hij begint een klein beetje te vertellen over de ochtend die ik noodgedwongen gemist heb. “Wel, we wilden naar Hagrid gaan, maar Draco stond weer eens in de weg en hij zei tamelijk gemene dingen tegen Hermelien. Ze werd woedend en heeft hem een vuistslag op zijn neus gegeven. Waardoor hij schreeuwend wegliep.” “Dat is Draco zeker? Ik vind dat hij het verdient heeft.” Harry lacht en neemt dan ook een chocokikker uit een doosje. “Mag ik?” “Ga je gang.” Na nog wat te hebben gepraat, staat Harry op en zegt dat hij even met Ginny gaat gaan praten over Ron zijn gedrag en waar hij dan nu wel mag rondhangen. “Ik ga maar.” “Vanavond zie je me terug.” Hij lacht en loopt dan de ziekenzaal uit. Daar zit ik weer, helemaal alleen in het kille bed, maar het zal niet echt lang duren.
Net voordat ik weer wat wil gaan slapen, hoor ik voetstappen net voor de ziekenzaal stoppen en gaat de deur zachtjes open. Perkamentus verschijnt in de deuropening en komt op je afgelopen. “Dawn, ik moet je spreken over je ouders en over wat je hebt gezien.” “Hoe weet u wat ik gezien heb?” “Dat doet er nu niet toe, maar ik moet je wat meer over je verleden gaan vertellen.” Ik knik, plaats me tegen de bedrand om beter te kunnen luisteren en dan begint hij. “Je ouders waren lid van de Orde van de Feniks, een organisatie die strijd tegen het bewind van Voldemort en zijn volgelingen. Ze werden lid ongeveer op het moment dat Sirius Zwarts ook bij onze vereniging kwam en werden meteen beste vrienden. Ook werden ze goed in de groep opgenomen, iedereen had ze graag. Het beeld dat jij gezien hebt, was op het moment dat Sirius met je ouders ging praten over een nieuwe bijeenkomst van de Orde. Hij kon niet lang blijven, dat kwam doordat Voldemort hem aan het opsporen was, door zijn aanval op Bellatrix Von Detta. Een van Voldemort zijn volgelingen. Ook wist hij dat je ouders lid waren, hij kende bijna alle leden, maar wou hen nog even sparen, omdat zij en hun dochter, jij dus, nog van pas konden komen. Ze waren jong en volgens hem plooibaar. Hij veronderstelde dat je ouders hem zouden helpen als hij hen een goed voorstel zou doen, maar jammer voor hem, het werkte niet. Daarom stuurde hij het monster, een getransformeerde Chimaera op hen af. Weliswaar één van het meer menselijke soort, waardoor hij hen makkelijk met een toverstok kon aanvallen wanneer dat nodig was. De Chimaera moest je ouders nog eens aan de tand komen voelen over Sirius en de Orde, maar doordat ze niet meehielpen werd het hem te veel. Voldemort liet hen vermoorden. Natuurlijk niet door hijzelf, omdat hij te zwak was, maar door de Chimaera. Ik kwam je redden, doordat Sirius me gewaarschuwd had.” Het blijft even stil en ik kijk Perkamentus vragend aan, maar hij blijft zwijgen. “Is er nog meer dat ik moet weten?” “Nee.” Hij staat recht en beent met grote passen de zaal uit, zijn mantel achter zich aan wapperend.
“Hoe komt het dat mijn ouders die Chimaera begrepen?!” De deur gaat met een klap dicht, maar gaat al zo snel weer open. “Het was een geheime taal tussen je ouders en de Orde van de Feniks. Jij hebt het ook geleerd, het Catalaans heeft zich ergens diep in je hersenen genesteld. Ga naar de bibliotheek, zoek een Catalaans boek op en laat je vinger over de tekst glijden. Je zou het meteen moeten begrijpen.” Ik knik en meteen loopt hij weer weg.
Ik sluit mijn ogen weer en probeer in slaap te vallen, maar steeds schrik ik bang op. De angst om weer iets te zien uit mijn verleden, doet me de slaap vergeten en laat me de hele tijd roerloos op bed liggen. Ook hoor ik stemmen tegen me fluisteren, sissen, ze lijken me wat te willen vertellen en donkere schimmen lijken langs de muren te kruipen. “Wie is daar?” fluister ik verschillende keren, maar nooit krijg ik een antwoord - een zinnig antwoord. De nacht verloopt anders traag en beangstigend, maar voor ik het goed en wel besef, is de ochtend al weer op Zweinstein gekomen.
“Goedemiddag Dawn.” Harry komt op de rand van het bed zitten en geeft me een doosje chocokikkers. “Dank je.” Ik glimlach lief naar hem en open dan één doosje om de chocokikker die er in zit op te eten. “Is er al veel gebeurd deze morgen?” Met een volle mond kijk ik hem hoopvol aan. “Meer dan je je kan bedenken.” “Wat dan? Vertel! Je maakt me nieuwsgierig.” We lachen allebei en hij begint een klein beetje te vertellen over de ochtend die ik noodgedwongen gemist heb. “Wel, we wilden naar Hagrid gaan, maar Draco stond weer eens in de weg en hij zei tamelijk gemene dingen tegen Hermelien. Ze werd woedend en heeft hem een vuistslag op zijn neus gegeven. Waardoor hij schreeuwend wegliep.” “Dat is Draco zeker? Ik vind dat hij het verdient heeft.” Harry lacht en neemt dan ook een chocokikker uit een doosje. “Mag ik?” “Ga je gang.” Na nog wat te hebben gepraat, staat Harry op en zegt dat hij even met Ginny gaat gaan praten over Ron zijn gedrag en waar hij dan nu wel mag rondhangen. “Ik ga maar.” “Vanavond zie je me terug.” Hij lacht en loopt dan de ziekenzaal uit. Daar zit ik weer, helemaal alleen in het kille bed, maar het zal niet echt lang duren.
Net voordat ik weer wat wil gaan slapen, hoor ik voetstappen net voor de ziekenzaal stoppen en gaat de deur zachtjes open. Perkamentus verschijnt in de deuropening en komt op je afgelopen. “Dawn, ik moet je spreken over je ouders en over wat je hebt gezien.” “Hoe weet u wat ik gezien heb?” “Dat doet er nu niet toe, maar ik moet je wat meer over je verleden gaan vertellen.” Ik knik, plaats me tegen de bedrand om beter te kunnen luisteren en dan begint hij. “Je ouders waren lid van de Orde van de Feniks, een organisatie die strijd tegen het bewind van Voldemort en zijn volgelingen. Ze werden lid ongeveer op het moment dat Sirius Zwarts ook bij onze vereniging kwam en werden meteen beste vrienden. Ook werden ze goed in de groep opgenomen, iedereen had ze graag. Het beeld dat jij gezien hebt, was op het moment dat Sirius met je ouders ging praten over een nieuwe bijeenkomst van de Orde. Hij kon niet lang blijven, dat kwam doordat Voldemort hem aan het opsporen was, door zijn aanval op Bellatrix Von Detta. Een van Voldemort zijn volgelingen. Ook wist hij dat je ouders lid waren, hij kende bijna alle leden, maar wou hen nog even sparen, omdat zij en hun dochter, jij dus, nog van pas konden komen. Ze waren jong en volgens hem plooibaar. Hij veronderstelde dat je ouders hem zouden helpen als hij hen een goed voorstel zou doen, maar jammer voor hem, het werkte niet. Daarom stuurde hij het monster, een getransformeerde Chimaera op hen af. Weliswaar één van het meer menselijke soort, waardoor hij hen makkelijk met een toverstok kon aanvallen wanneer dat nodig was. De Chimaera moest je ouders nog eens aan de tand komen voelen over Sirius en de Orde, maar doordat ze niet meehielpen werd het hem te veel. Voldemort liet hen vermoorden. Natuurlijk niet door hijzelf, omdat hij te zwak was, maar door de Chimaera. Ik kwam je redden, doordat Sirius me gewaarschuwd had.” Het blijft even stil en ik kijk Perkamentus vragend aan, maar hij blijft zwijgen. “Is er nog meer dat ik moet weten?” “Nee.” Hij staat recht en beent met grote passen de zaal uit, zijn mantel achter zich aan wapperend.
“Hoe komt het dat mijn ouders die Chimaera begrepen?!” De deur gaat met een klap dicht, maar gaat al zo snel weer open. “Het was een geheime taal tussen je ouders en de Orde van de Feniks. Jij hebt het ook geleerd, het Catalaans heeft zich ergens diep in je hersenen genesteld. Ga naar de bibliotheek, zoek een Catalaans boek op en laat je vinger over de tekst glijden. Je zou het meteen moeten begrijpen.” Ik knik en meteen loopt hij weer weg.
Er zijn nog geen reacties.