Underwear 6
Dreigend gaat ze voor Harry staan en zucht ze diep voordat ze haar blik langzaam op mij werpt. Het lijkt alsof ze haar bedenkt als ze diep in mijn ogen staart, alsof ze wilt weten hoe ik ben.
‘Ik ben Anne,’ geeft ze uiteindelijk op en vriendelijk steekt ze haar hand uit. Verward zet ik een stap naar links en sta ik weer naast Harry, in plaats van dat ik achter hem schuil. Sloom steek ik mijn hand uit en werpt ze haar blik op mijn hand.
‘Ik ben Aundrianna,’ zeg ik schamend en ze schud netjes met mijn hand. ‘Aundrianne,’ fluistert Harry in mijn oor en ik zie ik mijn ooghoeken hoe hij mij geamuseerd aankijkt.
Anne kijkt ons niets begrijpend aan en loopt weg als ze mijn hand losgelaten heeft. De deur valt dicht en ik en Harry zijn weer met zijn tweeën in de woonkamer. Ik draai mij om naar Harry die mij nog steeds met dezelfde uitdrukking op zijn gezicht aankijkt.
‘Wat is er?’ Hij kijkt me nu serieus aan en zenuwachtig schuifel ik met mijn voet heen en weer. Ik heb de hele tijd mijn kleren nog niet terug gezien en ik snak naar ze.
‘Waar zijn mijn kleren en schoen?’
‘Keef heeft je kleren uitgewassen en waarschijnlijk hangen ze in het washok,’ zegt hij nadenkend en ik knik goedkeurend. ‘Mag ik ze misschien terug?’
Harry kijkt mij met grote ogen aan dat ik er redelijk bang van word en hij knikt snel met zijn hoofd. ‘Ik breng je erna toe, kom!’ Voor de zoveelste keer pakt hij mijn hand vast en trekt me zonder een seintje te geven mee naar de deur toe.
Een paar minuten later zijn we in het washok beland doordat er overal wel kleren hangen. Met knipperende ogen staar ik naar alle kleren die netjes op een rijtje hangen en ga ik zachtjes met mijn vingers erlangs. Alle kleren zijn even zacht als satijn en als ik er stiekem aanruik dringt een geur van Bloesem mijn neusgaten te binnen.
Harry gaat naast mij staan en heeft mijn één All Stars in zijn handen en over zijn arm hangen mijn oude versleten kleren. ‘De meeste kleren zijn van mijn zus omdat ze elke dag wat anders draagt.’ Rollend met zijn ogen overhandigd hij mijn kleren en de enigste All Star.
Met een sip gezicht staar ik naar mij enigste All Star en zucht ik diep. ‘We gaan morgen nieuwe voor je halen,’ fluistert hij in mijn oor en zachtjes drukt hij een kusje op mijn oorschelp.
Versteend knik ik en strijk ik met mijn vinders over mijn shirt heen. Ik stop bij een gat en zie kleine bloeddruppels erlangs zitten. Het is op de plek van mijn rechterarm.
De deur van het washok gaat langzaam open en Keef verschijnt in de deuropening. Harry en ik staren hem aan en langzaam schraapt hij zijn keel. ‘Uw vader wilt u spreken over de heer Tomlinson.’
‘Ik kom eraan,’ gromt Harry weer en ik slik.
Hij veegt zijn krullen uit zijn gezicht en kijkt mij meelevend aan. ‘Sorry dat ik steeds weg moet.’ Verontschuldigd hij zich en ik schud mijn hoofd. ‘Je kan er niks aan doen,’ fluister ik.
‘Ik kan er wel wat aan doen,’ sist hij in zichzelf en ik frons mijn wenkbrauwen. Langzaam loopt hij weg en loop ik hem bruut achterna, ik weet immers niet waar ik heen moet. ‘Harry, wacht,’ hijg ik en hij stopt meteen met lopen. Hij draait zich om en komt naar mij toe gerend.
‘Gaat alles goed?’ Bezorgdheid is uit zijn stem te horen en ik knik. Hijgend kijk ik hem pijnlijk aan en beginnen mijn wonden zeer te doen. Zoekend naar steun leun ik tegen de muur aan en verlaat er een kreun mijn mond doordat mijn wonden hevig branden.
‘Aundrianne!’ Harry staart mij met grote ogen aan en slaat zijn hand om mijn middel heen, precies op een grote wond. ‘Laat los,’ piep ik en meteen laat hij mijn middel los. ‘Keef!’ gilt hij niet wetend wat hij moet doen, alleen komt er niemand opdagen.
‘Waar is die man als je hem nodig hebt,’ gromt hij en ik knijp mijn ogen dicht. Met mijn rechterhand knijp ik in de kleren die ik vast hebt, hopend dat de pijn minder word.
‘Ik ga iemand halen, het komt goed.’ Ik duik in elkaar en zie nog net hoe Harry ergens naartoe rent. Het lijkt alsof ik weer op de grond ligt, mijn kleren als kussen, wonden die pijn doen, alleen lig ik nu niet op straat in de kou maar lig ik binnen in een warm luxe huis.
‘Schiet nou op!’ Het is de hese stem van Harry en hij steunt naast mij neer. ‘Aundrianne!’ Ik kijk op en staar in twee paar bezorgde groene ogen die afkomstig zijn van Harry. Inmiddels is Keef er ook en kijkt hij mij bezorgd aan. ‘Heeft ze een naam?’
Harry blaast lucht uit zijn neusgaten en mijn hand schiet naar mijn rug. Door het vest dat ik aanheb pak ik alleen maar de stof beet en kauw ik op mijn wang.
‘Keef, help nu eens in plaats van onzin uit te kramen.’ Hij komt naast Harry staan en zachtjes tilt hij mij op. Kreunend knars ik mijn tanden op elkaar en knijp ik in mijn arm. Mijn nagels zet ik in mijn vel en druppeltjes bloed glijden naar beneden toe.
‘Waar moet ik haar naar toe brengen?’
‘Logeerkamer,’ zegt Harry en ik voel hoe ik naar een paar minuten op een bed gelegd word. Een deken word erover mijn lichaam gelegd en ik hoor hoe de deur zachtjes dicht gaat. Het matras zakt is en iemand streelt zachtjes over mijn arm heen. ‘Het komt goed,’ fluister Harry zacht. ‘Ik beloof het je.’
Reageer (17)
Je schrijft echt leuk & je deeltjes zijn lekker lang.. Ik neem een abo ! <3
1 decennium geledenNieuwe abo erbij!
1 decennium geledenNIEUWE ABO YO:Y)
1 decennium geledenNieuwe abo erbij, snel verder!!
1 decennium geledenHoe komt ze ookalweer aan die wond? (srry ben nie zo slim als iedereen... hahaha)x
1 decennium geleden