hoofdstukkie 4

Het was een lange, gezellige reis geweest bij Melina en ze vond het dan ook jammer dat de trein langzaam tot stilstand kwam. Het regenen was zachter geworden en langzaam overgegaan in miezer. De kleine, zielige druppeltjes leken door de donkere lucht te zweven en maakten alles nat, koud en glad. Ze zat een te dagdromen, verzonken in het bijna onhoorbare geluid van de miezer tegen de bladeren van de bomen naast het perron en kreeg een zachte duw van Draco tegen haar schouder: ‘Hey.. Wakker worden, Magic. Slapen doe je vanavond maar. ’ Iedereen was al opgestaan en ze waren met een aftreksel van een vermoeide glimlach hun mantels aan het aantrekken. Met nog een laatste blik op de druppels langs de ramen, draaide ze zich om en probeerde onhandig naar Draco te glimlachen, maar hij keek al niet meer. Malfoy was te druk met Pansy, die hem redelijk dwong om haar mantel bij haar aan te trekken, blijkbaar was ze nog steeds gediend van service. Melina pakte haar eigen mantel van het haakje boven de plek waar Blaise gezeten had, sloeg hem om en liep achter Draco's witblonde haar aan, de enorme drukte op het gangpad in. Er werd veel gedramd en gedrukt, waar Melina een hekel aan had, maar als ze nu niet bij de rest zou blijven zou de rest van de reis naar Hogwarts behoorlijk eenzaam kunnen worden. Half fijngedrukt en geplet door de sterkere leerlingen op het gang pad dramde ze tussen de mensen door tot ze de geur van de frisse buitenlucht kon inademen. Zodra ze in de deuropening van de trein naar het perron stond voelde ze een enorme walm koude lucht op haar gezicht, het was kouder dan het eruit zag, en trok snel weer haar muts over haar hoofd: ‘Welkom op school. Welkom in de kou.’ Goyle duwde haar in zijn lompheid uit de trein, maar het vliegensvlugge reactievermogen van Blaise zorgde ervoor dat ze net op tijd werd opgevangen, waarna hij Goyle een zure blik toewierp: 'Kijk eens uit waar je loopt man, slome!'
Een verbaasde Melina keek om zich heen, liet zich weer op de grond zetten en speurde op haar tenen over de mensen heen. Ze zag het rossige haar van een paar Wezels, keek verder langs Blaise en herkende toen het witblonde haar van Draco ergens vooraan. Omdat ze geen behoefte had aan de vele mensen om haar heen besloot ze maar naar hem toe te lopen, al wist ze niet zeker of hij haar gezelschap zoveel zou waarderen als zij die van hem. Helaas was ze niet de enige die zijn gezelschap erg waardere, het klakken van de nieuwe schoentjes van Pansy Parkinson was al op afstanden achter haar te horen en al snel voelde ze een hand op haar schouder: 'Melina.' Melina zuchtte diep en probeerde aardig te blijven: 'Pansy.'
'Hoe was je zomervakantie?' klonk het snerend.
'Mijn zomervakantie was leuk, dank je.'
'Die van mij was echt fan-tas-tisch!' zei ze met een blik waarvan Melina zich afvroeg wat ze in godsnaam in haar lelijke schild voerde: 'Oh, wat leuk voor je.'
'Ik heb ontzettend veel met mijn familie gedaan!'
Het interesseerde Melina allemaal geen zak, en ze keek even over de mensenmenigte heen, op zoek naar Draco, terwijl Pansy met een gebleekte grijns op haar spitste gezicht verder ging:
'En ik ben erg vaak bij [/i]Malfoy Manor [/i]geweest.'
Ineens leek het of alle andere geluiden wegstierven en had Pansy de volledige aandacht van Melina: 'Wat zeg je?'
'Ik ben erg vaak,' klonk het zacht en meesleurend, 'bij Draco geweest..'
Een steek van jaloezie doemde op vanuit haar maag en met een trillend ooglid liep ze stug door richting het witblonde haar, met alsmaar grotere passen. Melina was niet moeilijk met emoties en deed daarom haar best om weer normaal adem te halen en de jaloezie weg te laten vagen, wat bij elke stap beter lukte.

Adora liep met opgeheven hoofd dwars door de mensen heen, ze duwde hen opzij en liep ze omver als het nodig was. Van binnen was ze even ingestort in de trein en het was tijd om haar frustratie eruit te gooien naar onbekende mensen die ze toch nooit meer zou zien, ten minste niet bewust. Het was een van haar hobby's om zich door mensen heen te drammen: ze hield haar lijf zo strak en vastberaden dat niemand haar omver kreeg en ze zich een weg kon banen tussen al die irritante, in de weg lopende medeleerlingen door. Ze wist dat ze er op deze manier waarschijnlijk arrogant uit zou zien, maar dat kon haar niets schelen: op deze manier kon ze snel in de Great Hall zijn, zonder gezeur aan haar hoofd. Ergens was ze misschien ook wel arrogant, of assertief, wat er op de meeste momenten voor zorgde dat haar uitspraken veel te hard en bruut waren. Wat nog erger was, was het zwarte, donkere, klevende schuldgevoel dat ze eraan over hield: ze wilde eigenlijk alleen maar dat mensen haar mochten en niemand zich ongemakkelijk liet voelen. Ze zette voet op de modderige aarde vlak voor een lege koets en bleef even staan. Langs haar heen vielen de regendruppels langzaam naar beneden en leken de grond onder haar voeten vandaan te willen spoelen. Met een diepe zucht liep ze maar naar een lege koets en hees zichzelf er zo snel mogelijk in, met de hoop dat deze net zo snel zou vertrekken. Buiten was het koud en nat, in haar hoofden spookte het beeld van zichzelf als Melina en in haar geknoopte maag borrelde, ondanks een vreemd gevoel in haar onderbuik, het intense verlangen naar de gerechten die er op de tafels in de Great Hall zouden staan. Ze schudde haar hoofd even en keek fronsend naar boven, waardoor er kleine druppels regen over haar gezicht liepen: dit soort weer maakte mensen depressief, vooral gevoelige mensen als Adora. Als ze aan tafel zou zetten zou ze het wel weer goedmaken met haar humeur, met een hele lading kippenpoten. Ergens kwam er een grijns op: kippenvleugels, daar was Ron zo gek op, al kon hij het niet bepaald volgens de etiquette naar binnen krijgen. Niet helemaal. Helemaal niet.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen