Hoofstuk 1
Een onvriendelijke kou in de vorm van een ijzige wind hing over perron 9 3/4. Geen woord kon worden uitgesproken, geen zucht kon iemands trillende lippen verlaten, zonder dat deze in een witte ademwolk opstijgen zouden. Het perron was drukbevolkt met warm geklede mensen, die af en toe hun ogen ter hemel richtten en met een benauwd gezicht naar de donkergrijze, bijna zwarte wolkendeken boven hun hoofd keken. Vlakbij de glanzende Hogwarts Express, liepen twee lange, slanke meiden op elkaar af en zodra ze elkaar scherp in beeld kregen begonnen ze te rennen. De brunette had haar muts te ver over haar gifgroene ogen getrokken en struikelde bijna over een hutkoffer, maar de andere blonde ving haar al snel op. Alsof ze elkaar jaren niet hadden gezien omhelsden ze elkaar en bleven geluidloos, maar opgewekt tegenover elkaar staan. Melina en Adora Magic waren jaarlijks te laat vertrokken voor hun trein, maar iedere keer kregen ze het voor elkaar om de laatste minuten nog voor de trein te blijven staan. Handenwrijvend door de kou stond de krijtwitte, blonde Adora tegenover haar zus en glimlachte: eindelijk een nieuw jaar, eindelijk weer tegen de chagrijnige kop van Snape aankijken. Melina knikte even begroetend naar haar zus en na een vreemd gezicht te hebben getrokken stopte ze haar halfbevroren handen in haar zakken: ‘Hoe was je zomervakantie?’
‘Uitstekend vermaakt, en jij?’
‘Ja, ook, papa heeft eindelijk de zolder opgeruimd.’ Melina glimlachte en dacht weer aan het beeld hoe haar vader vloekend en tierend met zijn vinger klem had gezeten in een poppenhuis.
‘Nice.’ Klonk het zacht terug.
‘Nog geoefend voor Quidditch?’ Melina trok ondertussen aan Adora’s sjaal, waardoor Adora een stikpoging moest vermijden en met een ruk de stof weer uit haar handen trok: ‘Nee, Melina, en ik ga het ook niet proberen. Ik kom nooit in het Quidditch team, Slytherin wil winnen.’
‘Ach je bent ten minste niet zo onhandig als ik.’
‘Dan kun je er nog wel in willen, Ron wil ook niets liever.’
Het was even stil. Adora had het grootste deel van haar vakanties bij de Weasleys doorgebracht in plaats van haar eigen familie, omdat Melina teveel Slytherins over de vloer kreeg naar haar idee. De Weasleys waren altijd een liefdevolle, hartelijke familie geweest en toen Adora het buitenbeentje van Slytherin werd, de vampier, nerd en zombie hadden zowel Potter als Ronald hun armen gespreid om hun insider te verwelkomen. Natuurlijk had Potter er baat bij dat hij contact had met iemand uit Slytherin, maar het contact tussen Potter en Adora was nooit zo goed geweest als de vriendschap die met Ronald Weasley was ontstaan. Ron was luchtig, onhandig en was een enorme verademing aan vriendelijkheid na dagenlang met ijdele, arrogante en vooral modderbloed-hatende Slytherins opgescheept te hebben gezeten. Melina daarentegen, was vanaf haar eerste jaar al opgenomen in de meest overheersende vriendengroep van de afdeling, en had haar zus er nooit bij kunnen betrekken. De ijdele Malfoy, volvretende Crabbe, en Goyle, vlotte Zabini, en lichtelijk teleurstellende Parkinson waren Melina’s compagnons in het schoolleven, al had Melina de hoop dat haar status als de Slytherinprincess niet tot teleurstellingen zou leiden. Zelf vond ze zichzelf geen Slytherinprincess of wat voor titel dan ook waardig, behalve dan de titel van meest onhandige en humoristische Slytherin. Mensen pranken, in de maling nemen en dingen kapot te maken zonder ze aan te raken: dat waren haar kwaliteiten. Melina miste haar zus in de lesuren, pauzes en in de vakanties. De Slytherins moesten niets van de bloedverraadster van een zus van haar hebben, die haar tijd het liefst doorbracht met Wezeltje of een stapel boeken. Ergens had Melina het idee dat die wijsneus van een Granger een besmettelijk nerdvirus had, dat was overgeslagen op Adora. Het enige wat Melina interessant vond aan boeken, was het feit dat Blaise Zabini haar had geleerd om boeken inkt te laten spugen in het gezicht van onwetende Gryffindors.
‘..What’s up.’ Klonk het vanaf Adora, die haar lichtblauwe ogen in die van haar zus boorde. Melina kon niet anders dan lachen, op Adora’s gezicht waren inmiddels kleine ijskristalen gevormd, die bijna onzichtbaar op haar bleke gezicht glinsterden: ‘Je ziet eruit als een ijsklontje, dude!’
‘Ik kan er ook niks aan doen dat ik zo bleek ben!’ Op dat moment kneep Adora in Melina’s roze wangen alsof ze hun Oma was en begon met een vertroetelende blik te kijken: ‘Ik heb niet van die lekkere, gezonde bolle appelwangetjes’
'Vaker in de zon, vampirella.' Grijnsde Melina, waarna ze Adora’s hand wegsloeg.
'Van je familie moet je het maar hebben..' was het mompelende antwoord.
Nog geen seconde later klonk de waarschuwende fluit van de trein en keken ze gehaast de zwart met rode wagons die voor hun bevroren neuzen stonden. Zodra het geluid van sluitende deuren klonk keken ze elkaar gehaast aan en snelden als twee gekken naar de dichtstbijzijnde ingang. De twee ontsnapte mongolen sprongen nog net op tijd het gangpad in en stoten hun hoofden tegen elkaar. Met een sissend geluid sloten de deuren bij hun voeten en trok Adora vlug haar lange benen verder het gangpad op, terwijl Melina probeer haar sjaal tussen de deuren vandaan te trekken. In de Hogwarts Express was gelukkig aangenaam warm, waardoor Melina meteen haar muts af kon doen en ze weer wat kon zien. Adora had Melina’s sjaal met een ruk bevrijd en probeerde haar eigen sjaal in de zak van haar mantel probeerde te proppen, wat duidelijk niet werkte . De trein begon al langzaam te rijden, waarop Adora diep zuchtend verder het gangpad op liep: 'Ben ik even blij dat we onze hutkoffers al in de trein hadden gedumpt, we zijn altijd laat.'
'We blijven te lang in de kou staan.'
'Ja,' glimlachte Adora, 'dat slaat eigenlijk nergens op.'
'Nee, ik hou niet eens van kou.' Melina gooide haar sjaal op de grond en liep verder het gangpad op.
'Ik vind het niet zo heel erg, deze kou..'
'Ja maar jij bent een Dementor.'
Ze glimlachten flauwtjes en keken maar naar de coupés waar ze langs liepen, de gesprekken tussen de twee zussen verliepen vaak stroef, met name als het zomervakantie was geweest.
Adora voelde met haar hand langs de stof die onder de ramen van de coupés zat, zoals altijd. Ze voelde altijd aan de dingen om haar heen, hoe vreemd de gewoonte ook was, op een of andere manier leek ze zo eerder vertrouwd te raken met de omgeving. Melina wist dat haar zus alles behalve dapper was, die was als de dood dat iemand iets overkwam, of dat er een schoolregel gebroken zou worden. Melina zelf was dol op het breken van regels en het zorgen dat iedereen iets overkwam, met name als het plakkerige spullen en smarties betrof.
‘Hm.’ Adora kuchte even, waardoor Melina wakker schoot uit haar gedachten en zich realiseerde dat ze op zoek moest gaan naar haar vrienden, voordat een stel losers haar plaats in zou pikken. Alhoewel, Malfoy zou er wel voor zorgen dat er alleen mensen inkwamen die hij erbij wilde hebben, dat kon hij maar al te goed. Ze begon sneller te lopen, driftig de coupés inkijkend, zoekend naar een bekend gezicht. Zabini zou waarschijnlijk ook wel een plek voor Melina vrijhouden: de Slytherins waren tegen elkaar, in tegenstelling tot tegen anderen afdelingen, erg vriendelijk en gastvrij in de trein, althans tegen Melina. Melina’s blik dwaalde af naar Adora, die levenloos achter haar zus aanliep. Adora was een van de weinige Slytherins waar niet vriendelijk tegen werd gedaan, maar dat leek ze voor lief te nemen, anders was ze wel gestopt met omgaan met de Wezels.
Melina liep door het warme gangpad, trok haar vest uit en keek zo onopvallend mogelijk de coupés in. Dit was helaas niet zo gemakkelijk als ze gehoopt had: het viel nogal op als ze met haar grote ogen langs ramen liep en als een stoned uil voorbij kwam zweven. Ze hoorde Adora achter haar lachen om haar houding en keek op. Adora kruiste haar armen en gebaarde naar Melina’s gebogen, bespiedende houding waarmee ze langs de ramen liep: 'Wie is hier nou een Dementor dan?' Melina snoof: 'Jij, altijd.' Dat ogenblik hoorden ze achter haar het verlossende geluid van een deur die open ging en Melina keek direct om: recht in de bruine, scherpe ogen van Blaise Zabini. Blaise glimlachte hartelijk naar Melina en negeerde haar zus: 'Melina, was je verdwaald? Het duurde zo lang.' Ze keek naar zijn bruine ogen, die naar haar mening mooi overeenkwamen met zijn donkere huid, en glimlachte lichtjes: 'Het gangpad is alsmaar rechtdoor, Blaise, zo dom ben ik nou ook weer niet.'
Adora bleef staan en zag toe hoe Blaise haar zus vol gezelligheid meetrok naar de coupé waar hij zojuist de deur van had open getrokken. Diezelfde deur werd hard dichtgetrokken en de gordijnen werden abrupt dichtgedaan zodra de Slytherins hun Princess weer in hun gezelschap hadden. Nog geen seconde later hoorde haar zus lachen en dollen met Blaise, het op de grond vallen van smekkies en de doordringende stem van Malfoy: ‘Magic, je begint de snelheid van Goyle over te nemen, waar bleef je zo lang.’ Met een zucht liep ze verder: ze was dan wel ingedeeld in Slytherin, maar een echte Slytherin zou ze nooit worden, althans geen deel van hen. Terwijl ze verder liep en de trein sneller begon te rijden keek ze achteloos de coupés in waar ze langs sloop: vrolijke gezichten, zwaaiende mensen, een en al gezelligheid. Redelijk chagrijnig pakte ze een reep witte chocola uit de zak van haar mantel, nam een monsterlijke hap en liep verder, op zoek naar de losercoupé, de coupe voor de vampirella's, dementors en bleke zombies: haar coupé.
Er zijn nog geen reacties.