[042]
Isaiah Timber
Tegen negen uur vertok Paul omdat hij moest wachtlopen. In de deuropening kuste hij me teder waarna hij met grote passen naar de bosrand liep. Hoewel ik wist dat hij al uit het zicht was verdwenen, bleef ik toch nog even naar turen naar de opening tussen de bomen. Na enkele minuten werd ik echter uit mijn trance gewekt door het vrolijke gerinkel van de telefoon. Aangezien Elan een paar minuten ook het bos in was verdwenen en pap nachtdienst had, was aan mij de taak om hem op te nemen. Sloffend gleden mijn voeten over het laminaat en voordat ik de telefoon van het bijzettafeltje griste, liet ik me eerst zakken op de comfortabele bank. ‘Met Isaiah Timber,’ dreunde ik op. ‘Isa!’ gilde de stem van Kyana door de hoorn. Om mijn trommelvliezen te beschermen hield ik de oor iets verder van mijn oor af. ‘Ja?’ vroeg ik droog. ‘Ik, OMG, I think I’m in love,’ gilde ze nog steeds. Ik grinnikte. Ik wist het namelijk wel zeker. ‘Wat leuk voor je. Laat me raden, het is Embry.’ Bij zijn naam hoorde ik een euforisch zuchtje. ‘Dat vat ik op als een “ja”,’ lachte ik. ‘Echt tot over mijn oren, toen hij me aankeek….’ verzuchtte ze. ‘Ja, ik weet hoe het voelt,’ verzuchtte ik ook. ‘Maar wat zo raar is,’ begon ze weer, ‘hij zit in hetzelfde jaar als wij maar hij is me nog nooit opgevallen. Hoe is dat mogelijk?’ Ze leek echt verwonderd door dit feit. Alsof een magisch elfje ervoor gezorgd had ofzo. ‘Dat had ik ook met Paul. En dat terwijl hij een goede vriend van Elan is,’ antwoordde ik. ‘Hoe lang ben je eigenlijk bij Sam en Emily gebleven?’ vervolgde ik nieuwsgierig. ‘Ehm, ik ben pas net thuis. Ik ben weggegaan toen Embry vertrok. Dat was trouwens heel raar. Een van de jongens zei tegen hem dat het negen uur was en dat hij wist wat dat betekende en voor ik het wist was hij weg. Heel raar,’ ratelde ze. Ja, en dan te bedenken dat het nog veel raarder zou worden dan alleen plotselinge haast en geheime afspraken zoiets als het zijn van een shape-shifter bijvoorbeeld. Maar dat kon ik natuurlijk niet zeggen, in plaats daarvan beaamde ik het dus maar gewoon. ‘Heb je eigenlijk nog met hem gepraat?’ vroeg ik haar belangstellend. ‘Uhm nee, we hebben vooral naar elkaar gestaard en zo af en toe streelde hij over mijn arm. Verder niks.’ Hoewel dat voor ieder meisje behoorlijk teleurstellend zou zijn, was Kyana helemaal blij met het contact dat ze wél hadden gehad. Kyana bleef nog een hele tijd tegen me praten maar dat vond ik niet erg. Heel veel van wat ze me vertelde herkende ik. De verwarring en de onverklaarbare affectie die ze uit het niets voelde. Zo’n anderhalf uur later vertelde haar dat ik op moest hangen omdat ik naar bed wilde. Morgen hadden we weer school. Jammer genoeg wist ik nu al dat Embry en Paul er niet zouden zijn. Als ze nu namelijk aan het wachtlopen waren, zouden ze morgen eerst een paar uurtjes bij moeten slapen. Opeens kreeg ik medelijden met ze. Ze hadden hier helemaal niet om gevraagd en toch zorgde dit ervoor dat ze niet normaal naar school konden door de wachtrondes en dat ze nooit konden verhuizen of studeren omdat ze hier bepaalde verplichtingen hadden. Terwijl ik daar nog wat verder over nadacht werden mijn gedachten steeds waziger en na een tijdje was ik weggezakt in een diepe slaap op de bank.
Reageer (1)
Heb inderdaad medeleiden
1 decennium geleden