O7 Mary Eleanor Winston
Wat verderop merk ik een soort van pand op dat gelijkt op iets van de voetbal. Ik ben mezelf al meteen dankbaar dat ik makkelijke schoenen heb aangetrokken, aangezien de meeste plekken gevuld zijn met gras of iets dergelijk. Verschillende jongemannen lopen in het rond terwijl anderen dan weer rustig buiten op een bankje zitten. Een lichte zenuw komt in me op. Ik word hier onder bedolven door een overdosis mannen. Relaxend is anders. Voordat ik ze onder ogen moet komen, haal ik mijn bril van mijn neus af en steek het in een zak. “Excuseer, mag ik even iets vragen?” begin ik tegen een kleine groep. “Natuurlijk,” “Kan ik hier binnen geraken of is het privédomein?” Voor hen klinkt het misschien belachelijk, maar ik heb er werkelijk geen benul van. De man, die het woord neemt, glimlacht en knikt. “Deze deur binnen en de rest wijst zich vanzelf wel uit. U bent trouwens niet de eerste journaliste die hier aankomt,” zegt hij. Ik kijk hem vreemd aan en bedenk me hoe hij weet dat ik zo een soort van werk beoefen totdat ik nog eens een blik werp op de nette kleding die ik draag en op de blok papier, inclusief pen. “Bedankt,” Ik wend mijn blik van hem af terwijl ik de eerste stappen in de juiste richting zet. Net op het ogenblik dat ik mijn handen op de deur wil plaatsen, wordt die door een volgende speler geopend. Vraag me niet welk land of welke ploeg, want zover is mijn verstand nog niet gekomen. Ik lach lonend als hij het ook voor me openhoudt en wandel vervolgens in de eerste de beste gang. Gepraat en gelach schallen door de ruimte en ik besluit het te volgen, in de hoop dat ik bij de juiste mensen uitkom. “Miss Winston?” hoor ik opeens achter me. Ik tuur over mijn schouder en zie een man van middelbare leeftijd op mij aflopen. “Ik ben blij dat ik u zie,” meldt hij me op een Brits accent, net zoals het bij mij ook hoorbaar zou zijn. Ik probeer de man te plaatsen, maar ik kan er jammer genoeg geen persoon op plakken. “Mag ik vragen wie u bent?” “Roberts, Matt Roberts, aangenaam!” stelt hij zich enthousiast voor terwijl we onophoudelijk de gang blijven doorwandelen. Ik schud hem de hand als hij die van hem uitsteekt. “Ik heb al redelijk wat over u gehoord. Respect voor het werk dat u levert,” Een gemeende uitstraling siert zijn gezicht. Ik schrik een beetje van zijn woorden. Nooit gedacht dat zulke mensen mijn artikelen zouden lezen. “En u bent fotograaf?” raad ik. Ik wijs naar het toestel dat rond zijn nek hangt. Hij stemt ermee in en haalt het onmiddellijk boven als hij wat voetballers in het vizier krijgt. Enkele van hen poseren wat waardoor ik een luide lach niet binnen kan houden. Onprofessioneel, maar het moest gewoon even gebeuren. Ik stop met lachen wanneer ik een paar meter verder een behoorlijk bekende persoon opmerk. “Sorry, ik moet even weg. Fijn u gesproken te hebben!” Terwijl ik deze woorden uitspreek, loop ik in een redelijk snelle pas naar de jongeman toe. Mijn schoudertas bengelt achter me aan, net zoals mijn haren ook alle kanten opvliegen. Eenmaal daar aangekomen, haal ik diep adem. “Bent u misschien Jesús Navas?” Ik tik op zijn schouder en knijp mijn ogen lichtelijk tot spleetjes om er zeker van te zijn. Hij draait zich om met een verontrustend gezicht. “Dat ben ik,” vloeit er na enige aarzeling uit zijn mond. Ik zucht opgelucht. Ik heb hem.
Reageer (4)
Jésus zal alleen al wel gestoord worden van al die mensen die iets van hem willen..
1 decennium geledenIk ben benieuwd.
Aw, ik krijg plotseling medelijden met Jesus. I mean, laat dat mannetje toch pff, maar ja snel verder
1 decennium geledenHottie gearriveerd
1 decennium geledenSnel verder!
OOOOOOOOOOOOOOEEEEEEEEEEEEEEH Navas
1 decennium geleden