Foto bij Chapter 30

POV; Carly 'Car' Miller

“Een Shtriga… Nog nooit van gehoord. Laten we anders Bobby bellen?” vraagt Kat als we aan ons ontbijt zitten in het restaurant. “Ja, laten we dat doen…” antwoord ik terwijl ik mijn mobiel pak. “Sam, ik voel het gewoon. Iemand is vannacht in onze kamer geweest!” Horen we Dean’s stem. Ik en Kat kijken elkaar panikerend aan. Snel doe ik de kap van mijn trui over mijn hoofd, doe mijn grote zonnebril aan en kijk uit het raam naar buiten. Kat volgde mijn voorbeeld. Ik hoorde hoe ze achter ons kwamen zitten, en bestelde wat eten. Snel legde ik wat geld op tafel, en liep met Kat snel naar boven naar onze kamer.
“Morgen beter ergens anders ontbijten…” mompel ik terwijl ik op mijn bed plof, en weer mijn mobieltje neem. Snel toets ik het nummer van Bobby in, “Hi Bobby, met Carly. Ja alles is goed. Nee we zijn ze niet meer tegengekomen.” Even knipoog ik naar Kat en houd mijn lach in, “Bobby, wat ik je wou vragen. We weten wat er hier schuilhoud, het is een Shtriga. Alleen… We weten niet hoe we het doden. Wacht, ik ga je even op luidspreker zetten.” Zeg ik snel, en leg mijn mobiel op tafel als ik hem op luidspreker heb gezet, “Een shtriga voed zich met energie.” Begint Bobby, “dat weten jullie waarschijnlijk al, hoe je het dood is niet echt makkelijk. Het is het kwetsbaarst als het zich aan het voeden is. Dus…” “We moeten het doden terwijl hij een kind aanhet beroven is van zijn energie…” mompeld Kat. “Inderdaad! Maar meisjes, ik moet nu hangen. Succes en doe voorzichtig!” zijn de laatste woorden van Bobby voor hij oplegt.
Zuchtend kijk ik Kat aan, “Wel… Laten we uitzoeken wie het laatst is aangevallen. Misschien leid dat tot het volgende slachtoffer.” Knikkend staat ze recht, pakt ze onze FBI pasjes, en wandeld de deur uit, met mij op haar hielen.

“Danku voor uw tijd, Dr. Heidecker.” Zeg ik, als we onderweg zijn naar de kinderafdeling. “Ach, het was niets. Jullie collega’s zijn daarjuist ook langs geweest trouwens.” Antwoord hij. “Ja, dat is juist. Maareh, we doen een soort wedstrijdje. Wie het het eerst heeft uitgevonden wint promotie.” Grinnikte Kat naar hem. Dr. Heidecker knikte lachend, “Ja, dat ken ik.” “Maargoed, kunt u ons vertellen wie het laatste slachtoffer was?” richt ik weer op het onderwerp waarvoor we waren gekomen. “Tuurlijk tuurlijk, Asher was het laatste slachtoffer. Zijn moeder heeft een motel daar verderop.” Even kijk ik Kat aan, “Danku voor uw hulp dokter. Ik zal u op de hoogtehouden.” Knik ik naar hem, en loop met Kat weer naar buiten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen