Vierde deel
“Ik heb Toby gevraagd of hij vanochtend met mij samen wilde ontbijten,” vertelde Penny aan Percy, terwijl ze aan de tafel van Gryffindor gingen zitten. Percy merkte dat het inmiddels een gewoonte van Penny werd om aan de verkeerde afdelingstafel plaats te nemen voor het eten. Op zich had hij er niet echt iets op tegen, want als het echt tegen een schoolregel in zou zijn gegaan zou een van de leraren hen daar allang op hebben aangesproken, maar hij begon wel een beetje moet te worden van haar constante aanwezigheid. Hij mocht haar graag en vond het erg fijn dat ze hem na alles wat er was gebeurd nog steeds als een vriend beschouwde, maar haar geklets leek nooit op te houden. Percy vermoedde dat ze zo iemand was die zelfs in haar slaap praatte, want hij kon zich niet voorstellen dat ze ooit stil zou zijn.
“Dat is leuk,” zei Percy, in reactie op haar opmerking.
“Ja hé? Ik weet alleen nog niet precies welke smoes ik moet gebruiken om weg te kunnen gaan zonder hem achterdochtig te maken. Ik zat te denken aan iets met een ontsnapte rat, maar misschien is dat niet realistisch genoeg. Wat dacht je van een vliegend vlinderstrikje dat ik moet helpen vangen?”
“Weg?” vroeg Percy, verbijsterd. “Waarom zou je weg willen? Ik dacht dat je Toby aardig vond.”
Penny giechelde. “Natuurlijk vind ik hem aardig, gekkie, maar het kan toch nooit iets worden tussen jullie als ik me er de hele tijd in meng? Het zou wel erg ongemakkelijk zijn als ik aanwezig zou zijn bij jullie eerste kus, denk je niet? Stel je voor!”
“Eerste -” herhaalde Percy, maar hij was de geschokt om dat andere woord uit te spreken. “W- Wat?”
“Wat is er?” vroeg Penny, fronsend. “Is het Oliver? Het is toch niet Oliver? Je zei toch dat je niet geïnteresseerd was in Oliver?”
“Dat ben ik ook niet.”
“Dan snap ik het niet. Wat is het probleem?”
Hij was aan het liegen, dat was het probleem. Hij slikte. “Niets.”
Penny glimlachte tevreden naar hem. “Mooi. O, kijk, daar komt Toby. Gedraag je normaal, maar niet te overdreven. En glimlach.” Percy gehoorzaamde zo goed het ging, al was hij nogal afgeleid door de schok van de realisatie dat Penny hem probeerde te koppelen. Aan iemand die hij nauwelijks kende, nog wel.
“Hallo Penny,” groette Toby opgewekt toen hij haar na even zoeken had gezien. “Hoi Percy.”
Penny wierp erg opvallend een blik op haar horloge en sprong plotseling op, precies op het moment dat Toby ging zitten. “O Merlin, ik was helemaal vergeten dat ik nog had afgesproken met -” Percy zag dat haar ogen naar de ingang van de zaal schoten en bleven hangen op een bekend figuur. “Oliver!”
“Wat?” vroeg Toby verrast. “Maar ik dacht dat -”
“Het spijt me, ik moet nu echt weg. Dag.” Met die woorden en een vette, niet bepaald subtiele knipoog naar Percy, schoot ze snel weg van de tafel. De twee overgebleven jongens keken haar in lichtelijk geschokte stilte na. Percy zag met een gevoel van spijt dat ze op Oliver af liep en hem meetrok naar de tafel van Ravenclaw, terwijl Oliver nogal tegenstribbelde en duidelijk geen idee had wat ze van hem wilde. Het was bijna een opluchting toen hij zag dat Toby ook ongelukkig naar het tweetal staarde. De verlangende blik die de Hufflepuff in Penny’s richting wierp gaf Percy het idee dat hij in ieder geval veilig was van versierpogingen van Toby.
Hij zuchtte. Penny had gezegd dat ze zich niet in zijn zaken wilde mengen, maar het leek erop dat het daar al veel te laat voor was.
Reageer (7)
Hahaahahahah aaawwh <3 Arme Toby. En Arme Percy. En arme, arme Oliver
1 decennium geledenMaar blije, blije ik want ik mag jouw verhalen lezen die nog steeds geweldig zijn
Ik vind dat het hoog tijd is dat Oliver zijn Percy komt opeisen en een partnerswitch maakt met Toby.
1 decennium geleden