-hoofdstuk 1-
Als jullie tips hebben zet vooral een reactiee - maarr wees wel een beetje lief want dit is pas mijn eerste verhaal..
En verder , als je het verhaal leuk vindt, twijfel niet en druk op de kudoknop Ik zal zo snel mogelijk het volgende hoofdstuk plaatsen
xxx
Zuchtend pak ik een paar kousen uit de kast en prop ze in mijn overvolle koffer. Ik kijk of ik alles heb van mij lijstje. Mijn lijstje dat ik gisteren nog moest veranderen.
We zouden naar Italië gaan. Een geweldige vakantie zou het worden, een gezellige camping met een zwembad, vlakbij de zee en er zouden veel gezinnen zijn met kinderen van mijn leeftijd. De hele vakantie zou ik niets anders doen dan zwemmen, zonnen, ijsjes eten en ’s avonds naar de campingdisco met de kinderen die ik daar had leren kennen. Maanden had ik me erop verheugd. En toen kwam dat telefoontje. Het was van het hotel in Italië. Een vrouw vertelde in moeizaam engels dat ze per ongeluk een dubbelboeking hadden gedaan. En omdat die andere gasten 20 minuten eerder hadden geboekt konden wij niet komen. Duizenden excuses namens het hotel, maar ja, daar hadden we niet veel aan. “Gelukkig” volgens mijn ouders dan, hadden ze in Oostenrijk nog een leuk hotelletje gevonden. Ja, leuk, gezellig, op wandelvakantie in een bejaardenhotel. Wat was ik blij. Het irritante was dan ook nog, dat mijn broertje het geweldig leek te vinden. ‘Oh ja,’ zeiden mijn ouders gister, ‘we kunnen woensdag al vertrekken.’ Woensdag? Dat was al over twee dagen! Dat betekende dat ik het winkelen met mijn vriendinnen wel kon vergeten. ‘Maar mam,’ probeerde ik nog, ‘Kunnen we niets anders vinden in Italië?’ ‘Nee schat, je vader en ik willen eens een jaartje niet aan het zwembad luieren, we willen eens een actieve vakantie.’ Ik zuchtte; ‘Bah, dag zon, zee en zand. Hallo, bergen, bevers en bejaarden.’ Ik wist wel waar ik liever heen ging. ‘Zeg jongedame,’ begon mijn vader, ‘een beetje dankbaarder mag je wel zijn, we werken ons hier dood om jou een vakantie te kunnen betalen en jij gaat ook nog zeuren?’ ‘Wé werken ons dood? Wé? Zover ik weet werk jij je hier niet dood met je parttime baantje.’ Viel mijn moeder hem aan, ‘ik werk fulltime, speel taxichauffeur voor de kinderen, huishoudster, kok én secretaresse voor jou!’ mijn broertje en ik keken elkaar aan. Het was weer zover. Altijd die stomme ruzies en altijd over hetzelfde. Mijn moeder vond dat ze teveel deed in vergelijking met mijn vader en als ze daarover begon werd mijn vaders trots gekrenkt. In plaats van er iets aan te doen maakten ze maar ruzie, het kleinste versprekinkje was er al aanleiding voor. Langzaam sloop ik weg naar boven, waar ik op mijn bed plofte. Ik sloeg met mijn vuisten op mijn kussen. ‘Rotouders, Rotvakantie!’
En daar zat i dan dus. Alles behalve blij speurde ik mijn kamer af waar ik toch die speldjes gelaten had. Beneden had mijn moeder weer een poetsaanval gekregen en ze was het hele huis aan het dweilen, schrobben en zuigen. Mijn vader probeerde zich ook nuttig te maken door mijn broertje te helpen inpakken. Oh, daar waren mijn speldjes! Ze lagen tussen de oorbellen, logische plaats. ‘Anna,’ riep mijn moeder van beneden, ‘kan ik je kamer komen poetsen?’ ‘Bijna, ik roep je wel.’ ‘Is goed.’ Met moeite sloot ik mijn koffer. Het zat veel te vol. In een klein tasje gooide ik wat tijdschriften, een boek, een beurs en mijn mobiel en zijn oplader. Zo, dat was voor onderweg en de verveling. Nog één keer ging ik in gedachten mijn lijstje na. De slippers waren wandelschoenen geworden en de rokjes broeken. Mijn bikini’s had ik ook niet meer nodig aangezien we toch gingen wandelen. Ik had er voor de zekerheid toch maar een meegenomen. Misschien had ik hem toch nodig… Mijn vader was ondertussen naar beneden gegaan. Dat had hij beter niet kunnen doen, ze hadden alweer ruzie… Ik twijfelde of ik mijn moeder zou roepen dat ze mijn kamer kon komen poetsen. Maar ik besloot haar maar even met rust te laten. Mijn broertje kwam naar me toe gelopen. Hij keek verdrietig. ‘Anna, waarom doen ze dat toch steeds, die ruzie?’ ‘Ik weet het niet, maar maak je maar geen zorgen. Het komt allemaal goed.’ Hij knikte en liep terug naar zijn kamer. Ik vond het knap van mezelf dat ik zo geloofwaardig over kon komen terwijl ik zelf helemaal niets geloofde van wat ik zei…
Er zijn nog geen reacties.