Carrot 26
Nee, ik durfde het niet. De telefoon lag in mijn trillende hand. Het was een wonder dat hij niet viel, de beltoon bleef maar doorgaan, en doorgaan. Ik bleef wachten en toen hiel hij op. `wat doe je nou?` Louis keek me geërgerd aan. Geschrokken keek ik op, tranen in mijn ogen, knikkende knieën. `wat zei je,` ik was verward, ik merkte het duidelijk. `misschien was het wel goed nieuws,` louis zijn stem was vol onbegrip over wat ik net had gedaan. Een steek kwam in mijn buik, mijn maag draaide me om en mijn maaginhoud viel op straat. `gaat het?` louis pakte me op en veegde de tranen van mijn gezicht. Mijn ademhaling was onwijs snel en ik had het gevoel dat ik zo kon flauwvallen. `doe eens rustig,` hij liet me ondertussen in zijn schoot rusten, en langzaam werd ook ik rustiger. `wat nu?` bang keek ik hem aan. `wat als er iets ergs met maaike gebeurd is?` er is maar een ding om daar achter te komen, en langzaam ging zijn blik naar mijn mobiel. Mijn mobiel, die stomme mobiel , ongelooflijk hoe zo'n klein ding in een klap je hele leven verpeste. `nee dat durf ik echt niet,` ik stond op en langzaam liep ik weg. Ik ging niet bellen stel dat het slecht nieuws was, dan zou ik mezelf wat aan doen. Ik zou geen leven meer hebben, en dat wist ondertussen iedereen. `en toch ga je bellen!` louis pakte mijn schouder. `nee, ik bepaal zelf wat ik doe,` boos rende ik weg met mijn t-shirt nat van de tranen rende ik door de straten van amsterdam. wat ik niet merkte was dat mijn mobiel langzaam uit mijn zak gleed. ik rende door en mijn mobiel lag op straat. `je verliest je mobiel,` riep iemand. Ik draaide me om en zag louis staan met mijn mobiel in zijn hand. Shit, natuurlijk ging hij nu bellen. Snel holde ik op hem af, maar hij was al aan het praten. Ellendig zakte ik in elkaar. Hoe kon ik iemand nog vertrouwen? Louis had gewoon met mijn mobiel. Opeens vond ik hem heel irritant. `wil je het nieuws horen?` opeens hoorde ik zijn stem heel dicht bij mijn gezicht, en voelde ik zijn arm om mijn schouder. `ga toch weg,` zei ik boos, en liep weer weg. Ik hoefde hem niet te zien, nooit meer. Was het dan uit? Die vraag kwam hard aan. Ik wilde er niet aan denken. Langzaam slenterde ik door amsterdam. Eerst door het vondelpark, de dam, langs de grachten. Ik ging in de rij staan om het van gogh-museum in te gaan. Ik betaalde de entree en liep door naar mijn favoriete schilderij. Ik ging in een hoekje zitten en staarde naar het schilderij. Tranen stroomde, en ze hielden niet meer op. Alles zag wazig. Opeens stond er een gedaante voor me, maar helaas kon ik niet zien wie het was. Het was een jongen, hopelijk was het niet louis. Ik had het net namelijk uitgemaakt. Alleen wist hij dat zelf nog niet.
Reageer (3)
Aaawwhhhh neee : (
6 jaar geledenAAAAHHHH
1 decennium geledenSnel veder
XOXOX
Super dat je weer een keer hebt geschreven!!
1 decennium geledenAaaaahw neee waarom, waarom maakt ze het nou uit met Louis!!
NEEEEEEEEEEEEEEE:('
Snel verder<333
Xxx(K)