Moord
Per ongeluk raakt Merlin haar schouder aan.
'Au!', gilt Elenora. De pijn shiet rap door haar ruggegraat.
'S-sorry. Ik wist niet dat het daar pijn deed', verontschuldigt Merlin.
'Ik ook niet', mompelt het meisje. Merlin gebiedt haar de cape af te doen. Wanneer het rode fluweel van haar schouders af glijdt openbaart zich een schram die over heel haar rechterschouderblad loopt.
De beelden. De rode cape, de dolk, het is allemaal teruggekomen. Alleen het was dag, en de droom, het visioen, speelde zich 's nachts af.
Siddering ontsnapt door zijn adem. Als zij die man kon vermoorden, zou zij dat dan ook bij een koning kunnen?
'Is het ernstig?', vraagt Elenora bezorgd.
Waar de schram eindigt zit een klein stukje ongeschonden huid waarop al snel weer een nieuwe kras volgt die over haar ruggegraat glijdt. Het is dus iets ernstiger dan het op eerste gezicht leek alhoewel... die rode striemen in het gezicht maken het behoorlijk serieus.
'Ik weet niet', zegt Merlin. 'Kom maar even mee naar mijn kamer. Daar mag je op jouw rug gaan liggen'
Het bed is minder zacht dan het hare maar zacht genoeg om comfortabel op te liggen.
Zijn vingers volgen langs de schrammen. Het gaat door, alleen niet alles is zichtbaar. Voorzichtig trekt hij de touwtjes los waarmee de jurk strak gehouden wordt. Opnieuw kijkt hij naar haar beschadigingen. Ze gaan verder, het houdt maar niet op.
'Heb je verder nog ergens last?', vraagt Merlin voordat hij de jurk nog verder omlaag moet trekken.
De verdoving die Elenora gevoeld heeft verdwijnt tijdelijk. Onderaan haar rug, net iets boven de heupen dreunt de klap tegen de boom na.
'Alleen hier nog', zegt zij terwijl zij de plek aanwijst. De rest van de pijn wordt daardoor overstemd.
Stotterend vraagt de jongen of zij haar jurk zou willen uittrekken.
Ze komt overreind. Hij merkt niets van haar bibberende vingers die haar jurk over haar hoofd trekken. Hij ziet alleen hoe de blauwe rug met rode strepen zich zichtbaar maakt.
Direct wanneer zij weer gaat liggen sluiten haar ogen en verdwalen haar gedachten in de duisternis. De verdovende dromen nemen bezit van haar.
In het donker verschijnen gezichten die dichterbij lijken te komen dan mogelijk.
'Camenae', sist een.
Een nieuw gezicht voor haar verschijnt. 'Völva', roept het met verheven stem.
'Zij die de koning vermoorden zal, zal de toekomstige nabij staan'
'Zij die de koning zullen vermoorden, zullen de toekomstige nabij staan', verbetert een woedende stem.
Enkele van deze woorden spoelen door naar de wakkere wereld.
Merlin vangt er een paar op.
'Völva', herhaalt hij bedenkelijk. Meteen legt hij de natte lap weg waarmee hij de wonden had ontsmet. Al gauw vindt hij het boek dat zijn vermoeden bevestigd; het meisje spreekt over een ziener.
'Dood, de koning. Dood!', roept Elenora in haar slaap. Van schrik laat Merlin het boek vallen.
'Dood', hoort Joseph als hij langs Gaius woning loopt. 'De koning', wordt erachterna geroepen. Hij schrikt, Elenora mag zichzelf niet aangeven als moordenares! Al helemaal niet als die van een koning! Hij moet het voorkomen, het moet. Maar hoe? Als zij zelf toegeeft kan het alleen maar overtuigend zijn als hij verteld dat zij behekst is. Dat zou betekenen dat iemand onschuldig moet worden beschuldigd van hekserij. Hijzelf.
Reageer (1)
, snel verder!!!
1 decennium geleden