O2 Mary Eleanor Winston
Ik volg Carolyn tot in haar kantoor en sluit de deur achter me. Een lichte stress overspoelt me. “Ga zitten,” zegt ze. Dit keer staat haar gezicht zachter dan voordien. Ik doe wat me gevraagd wordt terwijl ik enkele papieren uit mijn hand op haar bureau laat glijden. “Dit zijn al een paar voorbereidingen.” Ze knikt en neemt ze vast. Ik observeer haar houding in de hoop er enige reactie uit te halen. “Goed begin,” is de commentaar dat ze geeft. Ik ontspan een beetje en laat me wat meer in de stoel zakken. Voor een kort moment ontstaat er een stilte. Ik merk dat ze een bedenkelijke uitdrukking op haar gezicht heeft staan. “Je weet dat dit belangrijk is voor je,” begint ze en ik mompel iets wat op een ‘ja’ moet lijken. “Het EK is nu volop bezig, dus we moeten er snel bijzijn. Je vlucht is morgen al.” “Morgen?” Mijn stem schiet wat de hoogte in, net zoals mijn wenkbrauwen dat nu ook doen. “Je begint toch niet te twijfelen?” Vluchtig schud ik mijn hoofd. “Natuurlijk niet, enkel wat verbaasd.” Dat laatste zeg ik wat zachter. Ze glimlacht goedkeurend en rommelt vervolgens in de schuiven van haar bureau. Een stuk papier dat iets wegheeft van een ticket, schuift ze als eerste naar voren. “En dit is meer informatie over het hotel waarin je verblijft en de gelegenheden waar je zeker bij moet zijn. Er zit een pasje bij waarmee je overal binnen raakt. Moesten er desondanks problemen opduiken, kan je me altijd bereiken,” legt ze me alles uit. Een map met gebundelde papieren krijg ik er ook nog bij en ik neem het dankbaar aan. “Doe je best en keer niet terug voordat je het materiaal hebt verzameld dat we graag in onze handen willen hebben. Dit kan onze grote doorbraak betekenen. Ook voor jou, het succes zal je welkom heten,” zegt ze terwijl ze me doordringend aankijkt. Ik voel me ietwat overrompeld wegens deze woorden, maar zorg ervoor dat ze het niet opmerkt. “Je kunt op me rekenen,” stel ik haar gerust voordat ik alles zo netjes mogelijk in mijn tas probeer te steken. “Wacht, nog één ding,” Ze heft haar rechterhand op en haalt met de andere een foto boven. Een jongeman rond de twintig valt op mijn netvlies. Getinte huid, strakke gelaatstrekkingen, bruine haren en vooral zeer lichtgekleurde ogen. “Jesús Navas?” gok ik. Het komt misschien vreemd over, maar ik had tot nu toe nog geen idee over het uiterlijk van de Spaanse voetballer. Mijn interesse voor voetbal is nooit erg groot geweest, dus hetzelfde geldt voor de spelers. “Klopt. In de papieren die je hebt gekregen, staat ook nodige informatie over Navas. Lees het door als je op het vliegtuig zit,” zegt ze, “maar laat één ding duidelijk zijn; concentreer je enkel op de problemen van de persoon. Niet op de persoon zelf.”
Er zijn nog geen reacties.