|| O56
|| The Lost Lands
||Draco||
Een tijd lang was het onheilspellende gekraak boven mijn hoofd het enige wat ik hoorde. Het plafond leek niet meer sterk genoeg de fundering te tillen en af en toe leek het of ik kreten opving, al konden dat ook mijn hersenen zijn die een spelletje met me speelden. Ik begon het idee te krijgen dat ik dit alles niet meer kon verwerken. Natuurlijk was ik zelf ook bovennatuurlijk in vergelijking met Muggels, maar op dit moment besefte ik dat ik ongeveer net zo machteloos was als hen. De krachten waar ik de afgelopen dagen mee in contact had gestaan waren zoveel groter.
Plotseling hoorde ik voetstappen boven me en ik bevroor tegen de pilaar, mijn ogen op het gat gericht. Wat als ze terug kwam? Ik kon niets beginnen en ze zou me misschien invriezen zoals ze met Nathan had gedaan. Deze stond me nog steeds met schrik in zijn ogen aan te staren vanuit zijn ijskoude gevangenis. Handen sloten zich om het afgebrokkelde steen boven me en met een sierlijke en onmenselijk soepele beweging liet de nieuwkomer zich de kamer in zakken. Summer keek eerst zelfvoldaan naar Nathan alvorens naar me toe te komen. Mijn mond zakte open toen ik haar hier zag.
'Summer wat doe je hier? Je hoort in Aurient te zijn!' Klonken mijn woorden krakerig door de ruimte. Ze kreeg een norse uitdrukking, greep de ketenen en trok ze met een nauwelijks te bespeuren krachtinspanning kapot. 'Mijn diensten zijn daar helaas niet meer nodig. Ik kon niet op tegen de kracht van Winter.' Ze was niet boos op mij maar schreeuwde haar woorden toch. Blijkbaar was er iets vreselijk mis, ik begreep alleen nog niet wat haar woorden betekenden, snapte nog niet wat er aan de hand was.
~~~~~~~~~~~~~~
In het muffe lokaal van Snape heerste stilte, tot het moment waarop de deur open werd gesmeten en een opgetogen leerling uit het laatste jaar naar binnen gestormd kwam. 'Het spijt me dat ik stoor Professor Snape maar ik heb orders iedereen naar buiten te roepen. Jullie moeten echt zien wat er gebeurt! Het is een wonder!' Riep hij hard, alvorens weer te verdwijnen. Even viel er een stilte en toen kwam iedereen in beweging. Blaise snapte niet wat eer gaande was maar sprong net als iedereen op en snelde zich door de gangen naar de trap. Er werd gedrongen en geduwd, vanuit de hal waren kreten van verwondering te horen en hij werd alleen maar nieuwsgieriger.
Toen hij eindelijk buiten wist te komen tussen de mensenmassa kon hij zijn ogen niet geloven. Hij richtte zijn gezicht naar de hemel, waar grijze wolken zich hadden samengepakt en kreeg koude, witte vlokjes in zijn gezicht. Zijn voeten zonken al weg in de zacht sneeuw die het gras bedekte. Het sneeuwde. Dikke witte vlokken daalden neer op de wereld. Steeds sneller en steeds kouder. Kippenvel trok over zijn armen terwijl hij zich naar het meer wende. Het normaal beweeglijke water was helemaal dicht getrokken en nu liepen er een aantal leerlingen schreeuwend over het ijs terwijl ze sneeuwballen naar elkaar gooiden. Iedereen leek opgewonden en de meesten genoten. Alleen de leraren stonden zorgelijk omhoog te kijken. Blaise was nog maar vijf minuten buiten toen de leraren begonnen te schreeuwen. 'Iedereen naar binnen! Nu meteen!' Er werd gehoor gegeven aan de orders maar niemand begreep in eerste instantie waarom. Blaise deed rustig aan, niet begrijpend waarom ze bij deze zeldzame gebeurtenis zo snel weer naar binnen moesten. Toen hij als een van de laatsten bij de deur arriveerde en omkeek begreep hij plotseling de paniek van de leraren. Achter hem schreeuwden de laatkomers het uit terwijl ze al tot hun middels ingevroren stonden. Het ijs zocht een weg omhoog langs hun lichamen. De angst sloot zich om zijn hart terwijl hij naar binnen rende.
Plotseling hoorde ik voetstappen boven me en ik bevroor tegen de pilaar, mijn ogen op het gat gericht. Wat als ze terug kwam? Ik kon niets beginnen en ze zou me misschien invriezen zoals ze met Nathan had gedaan. Deze stond me nog steeds met schrik in zijn ogen aan te staren vanuit zijn ijskoude gevangenis. Handen sloten zich om het afgebrokkelde steen boven me en met een sierlijke en onmenselijk soepele beweging liet de nieuwkomer zich de kamer in zakken. Summer keek eerst zelfvoldaan naar Nathan alvorens naar me toe te komen. Mijn mond zakte open toen ik haar hier zag.
'Summer wat doe je hier? Je hoort in Aurient te zijn!' Klonken mijn woorden krakerig door de ruimte. Ze kreeg een norse uitdrukking, greep de ketenen en trok ze met een nauwelijks te bespeuren krachtinspanning kapot. 'Mijn diensten zijn daar helaas niet meer nodig. Ik kon niet op tegen de kracht van Winter.' Ze was niet boos op mij maar schreeuwde haar woorden toch. Blijkbaar was er iets vreselijk mis, ik begreep alleen nog niet wat haar woorden betekenden, snapte nog niet wat er aan de hand was.
~~~~~~~~~~~~~~
In het muffe lokaal van Snape heerste stilte, tot het moment waarop de deur open werd gesmeten en een opgetogen leerling uit het laatste jaar naar binnen gestormd kwam. 'Het spijt me dat ik stoor Professor Snape maar ik heb orders iedereen naar buiten te roepen. Jullie moeten echt zien wat er gebeurt! Het is een wonder!' Riep hij hard, alvorens weer te verdwijnen. Even viel er een stilte en toen kwam iedereen in beweging. Blaise snapte niet wat eer gaande was maar sprong net als iedereen op en snelde zich door de gangen naar de trap. Er werd gedrongen en geduwd, vanuit de hal waren kreten van verwondering te horen en hij werd alleen maar nieuwsgieriger.
Toen hij eindelijk buiten wist te komen tussen de mensenmassa kon hij zijn ogen niet geloven. Hij richtte zijn gezicht naar de hemel, waar grijze wolken zich hadden samengepakt en kreeg koude, witte vlokjes in zijn gezicht. Zijn voeten zonken al weg in de zacht sneeuw die het gras bedekte. Het sneeuwde. Dikke witte vlokken daalden neer op de wereld. Steeds sneller en steeds kouder. Kippenvel trok over zijn armen terwijl hij zich naar het meer wende. Het normaal beweeglijke water was helemaal dicht getrokken en nu liepen er een aantal leerlingen schreeuwend over het ijs terwijl ze sneeuwballen naar elkaar gooiden. Iedereen leek opgewonden en de meesten genoten. Alleen de leraren stonden zorgelijk omhoog te kijken. Blaise was nog maar vijf minuten buiten toen de leraren begonnen te schreeuwen. 'Iedereen naar binnen! Nu meteen!' Er werd gehoor gegeven aan de orders maar niemand begreep in eerste instantie waarom. Blaise deed rustig aan, niet begrijpend waarom ze bij deze zeldzame gebeurtenis zo snel weer naar binnen moesten. Toen hij als een van de laatsten bij de deur arriveerde en omkeek begreep hij plotseling de paniek van de leraren. Achter hem schreeuwden de laatkomers het uit terwijl ze al tot hun middels ingevroren stonden. Het ijs zocht een weg omhoog langs hun lichamen. De angst sloot zich om zijn hart terwijl hij naar binnen rende.
Reageer (24)
aah, hoe kan dit verhaal zo geweldig zijn?!
1 decennium geledensnel verder!
snel verder! zo spannend
1 decennium geledenYeah night reading forever! Snel verder!
1 decennium geledenOmg o: dat is niet lief enzo! Snel verder
1 decennium geledensnel verder
1 decennium geleden-xx-