The seven doors 11
"Dus als ik het goed begrijp, hebben jullie een groot probleem?" vroeg Sara. "Inderdaad," zuchtten ze allemaal tegelijk. Opeens hoorde ze allemaal geschreeuw. Het was vlakbij, wat zeer vreemd was, want niemand had iets gehoord. Samen renden ze er naar toe. Rodza liep voorop. Toen kwamen ze bij een open plek. Er lagen twee jongens te vechten. De dieren stonden verbaast te kijken, maar Sara niet. "Ophouden jullie twee," riep ze, verbaasd over haar eigen durf. De jongens staakten hun gevecht en keken naar haar. Één jongen was klein en tenger en de andere was iets groter en gespierder. De laatste liep naar haar toe en nam zijn hoed af. Het viel Sara op dat hij helemaal geen normale kledij droeg. Het leek nog het meest op de kledij van de vroeg middeleeuwse pages. De andere jongen droeg iets dat je niet eens kleren kon noemen. "Het spijt me dat u hier getuige van moest zijn, maar u moet begrijpen dat ik niet kan toestaan dat een jongen als hij," hij wees naar de jongen achter hem, "stroopt in de bossen van mijn meester." "De bossen van jouw meester?" kwam Rippertjiep tussen beide, "Weet je wel waar jij nu bent?" "De jongen keek verbaasd in het rond, op zoek naar de herkomst van de stem. Toen deed de andere jongen zijn mond open, "Hé, dit is niet de plek waar we daarnet waren!"
Reageer (2)
Yeeeaah. Weetje,eigenlijk wens ik dat het Pete en Ed zijn Pete zeker
1 decennium geledenAnyways,VERDEEEEEER
leuk:D:D
1 decennium geleden