Foto bij Deel 10

Sarah en ik liepen samen door de deuren naar buiten. Sarah was niet meer te houden. Telkens praatte ze erover dat Niall haar had uitgekozen om een vraag te stellen. Ze zat haar hele toekomst al uit te plannen. Ze zouden in Ierland gaan wonen, daar zouden ze trouwen en twee kinderen krijgen. Dit was toch niet te geloven? Waarschijnlijk zou ze hem nooit meer zien! ‘Sarah,’ onderbrak ik haar. ‘ik wil je droom niet verpesten, maar waarschijnlijk zie je Niall nooit meer!’ Sarah bleef staan waardoor ik bijna tegen haar opbotste. Ze keek me boos aan. ‘Nou dan, bedankt voor het verpesten van mijn droom.’ Boos stampte ze verder en sloeg linksaf. Ik grinnikte. Totdat ik me realiseerde dat Sarah naar links was gegaan. ‘Um Sarah? Waar ga je heen? De uitgang is naar rechts.’ Riep ik haar achterna. ‘Mag ik ook al niet naar de wc?’ zei ze boos, terwijl ze naar een bordje wees. Er stond ‘ WC’s links ‘. Ik zuchtte. Eigenlijk moest ik ook wel. Snel rende ik achter haar aan om haar in te halen.


Vijf minuutjes later liepen we weer samen de wc uit. Sarah leek niet meer zo boos doordat ik haar droom had verpest. Integendeel, ze begon weer vrolijk te babbelen over het hele concert. ‘Sarah, weet jij welke kant de uitgang op is? Ik zie nergens bordjes staan.’ vroeg ik aan haar. Sarah keek rond. ‘Hé, je hebt gelijk!’ ‘Ik heb altijd gelijk.’ ‘Ja ja ja. Oké, volgens mij moeten we naar rechts.’ ‘Weet je dat zeker?’ Hé, als jij altijd gelijk hebt, waarom ik dan niet?’ Ik keek haar nep-boos aan. Sarah glimlachde, en begon te lopen. Snel liep ik achter haar aan. Ik wilde liever niet in mijn eentje verdwaald raken in dit enorme theater.


Na 5 minuten lopen had ik het gevoel dat we niet goed gingen. ‘Sarah, stop. Volgens mij gaan we verkeerd.’ Zei ik tegen haar, terwijl ik stilstond. Sarah keek me aan. ‘Hé, geloof je niet in mijn navigatiekunsten?’ zei ze verontwaardigd. ‘Nee joh, tuurlijk geloof ik in je navigatiekunsten, ik heb alleen het gevoel dat ze stuk zijn.’ Zei ik, terwijl ik naar een deur wees waar een bordje op hing. Sarah keek nu ook naar het bordje. Ze draaide zich weer naar mij toe. ‘Oké, dat we bij de kleedkamers zijn, betekent het nog niet dat we verdwaalt zijn.’ Zei ze nonchalant. Ik keek haar aan en trok mijn wenkbrauwen op. Sarah zuchtte. ‘Oké, misschien zijn we wel verdwaald. Dat betekent dus dat we dat hele eind terug moeten lopen.’ Ook ik zuchtte nu. Zo ver was het niet, maar wel als je op mega hoge hakken liep zoals wij. ‘Wacht!’ zei Sarah. ‘Ik heb een idee! Degene die het eerste bij de uitgang is, wordt morgen getrakteerd door de verliezer op een Starbucks!’ ‘Sarah nee! Ik kan echt niet rennen op deze hakken! Mijn voeten zijn....’ Maar ik kon mijn zin niet afmaken, want ik zag Sarah al wegrennen en de hoek omstormen. Dat wordt dan maar betalen voor een Starbucks. Langzaam slenterde ik achter haar aan. Totdat ik schrok van een luide klap. En het kwam vanuit de richting waar Sarah heen was gerend.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen