02.
Ik open mijn ogen en knipper een paar keer. Ik lig in mijn kamer. Hoe ben ik hier beland? Was het gewoon een nare droom? Ik ga overeind zitten. Mijn moeder komt de kamer in met een doekje. 'Liefje, je hebt een auto ongeluk gehad, blijf liggen!' Ze loopt naar me toe en zorgt ervoor dat ik weer ga liggen. 'Huh, wat? Auto ongeluk?' Mijn moeder begint alles uit te leggen, ik ben op de autoweg gevonden. Ze zegt dat Justin en zijn vrienden het hebben zien gebeuren. Ik zucht diep. Mijn ouders weten niet dat ik verschrikkelijk word gepest en dat houd ik liever zo. Ze kunnen er toch niets aan doen. Mijn moeder loopt de kamer uit om eten te maken en ik blijf weer alleen achter. Ik ga met mijn rug tegen mijn kussen zitten, rechtop. Ik pak mijn boekje erbij. Ik schrijf altijd teksten over hoe ik me voel. Ik zing ook heel vaak, niet dat ik er goed in ben, maar zo uit ik mijn gevoelens tenminste een beetje. Ik begin te schrijven in mooie letters: 'Try to imagine jumping from the edge of a very tall building. Just floating, flying, weightless. Those seconds would feel like minutes, and you'd be completely at peace. I often find myself wondering if that feeling would be worth hitting the ground at the end.'
Ik trek er een sierlijke lijn onder en leg hem weer terug. Ik zucht en ga weer liggen. Morgenochtend, zaterdag, heb ik een heel belangrijke voetbalwedstrijd. Ik voetbal al sinds mijn 6e, en niemand weet daar iets vanaf, alleen mijn ouders. Stel je voor dat de mensen van school erachter zullen komen? Dan hebben ze vast nog een reden om me te pesten. We moeten morgen tegen een jongensteam, de C2. Volgens een paar mensen zijn ze verschrikkelijk goed, maar ik wil die uitdaging wel aan. Ik sluit mijn ogen, en val kort daarna in een diepe slaap.
Er zijn nog geen reacties.