Prologue.
Ik stap uit de auto van mijn vader zonder hem gedag te zeggen en loop met buikpijn het schoolplein op, het is hier een ware hel, nee, nog erger dan de hel, ook al ben ik er nog nooit geweest, erger dan dit kan het niet worden. Ik wil hier helemaal niet zijn, ik voel me hier totaal niet veilig. Ik word van alle kanten bekogeld met woorden die me echt pijn doen. Ik sla mijn ogen neer en trek mijn tas dicht tegen me aan, niet alleen tegen de pestkoppen die hem waarschijnlijk af zullen pakken, maar ook omdat het als een soort schild voelt. Ik zucht zachtjes en kijk naar mijn interessante voeten. Eindelijk ben ik bij de deur, eindelijk. Ik open hem en wil net naar binnen stappen, maar iemand trekt me naar achter door aan mijn tas te trekken. Ik houd van schrik mijn adem in en kijk recht in het gezicht van Justin.
Er zijn nog geen reacties.