Foto bij Het spijt me || Sa

Gebaseerd op het leven van een van mijn beste vriendinnen, dat gelukkig niet op deze manier is gestopt, maar al wel vaak bijna.

Iedereen had me gezegd dat iemands ogen de spiegels van de ziel waren. Ze hadden me verteld dat ogen alles weerspiegelden, zo lang je maar goed genoeg keek. Ooit had ik dit alles geloofd, had ik hun woorden argeloos herkauwd zonder er over na te denken, maar nu, nu wilde ik dat ik de woorden nooit had opgeslagen in mijn hersenen. Als je de woorden mocht geloven, de wijsheden die ze spraken, was dit meisje voor me in een zwaar gevecht en ik wilde er, hoewel ik o zo graag deel wilde uitmaken van haar leven, geen deel van uitmaken. Iedereen die ze tot nu toe gekend had, had haar laten vallen. Ze hadden haar gouden beloften gedaan, mooie woorden gesproken en dan opeens hun echte gezicht getoond. Hun maskers vol vriendschap en liefde vielen af en hun leugens werden zichtbaar. Lange giftanden zorgden dat hun woorden een extra giftige lading kregen en zodra ze even niet goed meer oplette zonken hun vlijmscherpe tanden in haar nek, zocht het gif zich een weg door haar bloed en verspreide de woorden vol haat zich in haar brein. Elke dag enkele woordjes tot er op een dag een woordenstroom naar binnen schoot en haar emmer, die zich al zo zorgvuldig tot aan de rand gevuld had overliep. Het bloed dat gisterenavond gevloeid had, was nog duidelijk zichtbaar in haar ogen, de pijn die ze gevoeld had. Het leek maar een seconde, maar ik zag het allemaal, de pijn die ze voelde, het scheurde me in stukjes uit elkaar. Het meisje waar diep vanbinnen meer van hield dan van iemand anders in mijn leven. Ik zag het maar enkele seconden voor haar ogen weer de lege poelen werden die ze altijd waren. Haar masker trok zich weer op en ze was weer weg naar een gedachten wereld die ik onmogelijk kon doordringen. Ongemakkelijk knabbelde ze aan het rietje van haar cola zero, het was bijna onmogelijk om te bedenken waar ze aan dacht, maar het zou iets te maken hebben met het aantal calorieën in het glas cola voor haar of het aantal calorieën dat ze vandaag al binnen had. Haar handen stonden vol kleine, rode littekens die zich uitspreiden naar haar armen en haar buik. Ook haar bovenbenen en heupen bleven niet bespaard. Elk deeltje van haar lichaam dat beschilderd kon worden, werd beschilderd met een dik rood penseel. De lijnen die achterbleven onuitwisbaar.
"Hoe gaat het met je?" De woorden waren over mijn lippen voor ik het wist. Ik verwachtte geen eerlijk antwoord van haar. Het was duidelijk dat ze zich inspande om een leugen te bedenken waar ze niet door zouden zien. Waar niemand door zou kijken.
"Het gaat," mompelde ze zacht, nog steeds nadenkend over haar woorden,"goed." Als ik niet naar haar appartement was gekomen met de vraag of ze mee iets kwam drinken zou ze nooit gekomen zijn. Ze verstopt zich zo zorgvuldig van iedereen die haar perfecte façade kon doorbreken, die door haar leugens en geheimen keek dat het bijna pijnlijk was om die angst die over haar gezicht gleed te zien. Ze was met tegenzin met me meegekomen, dat wist ik. Ik wilde op de tafel slaan, de woorden ongedaan maken, woedend worden, maar ik kon het niet. Neen, woede was hier geen oplossing voor.
"Mooi zo," zei ik met een flauwe glimlach op mijn lippen. Voor een momentje zou ik met ogen van haar willen wisselen, haar mijn ogen geven, laten zien hoe ze er echt uitzag. Laten zien dat ze niet dik of lelijk was, maar prachtig. Ze was niet eens meer menselijk dun, maar skelet. Ik voelde hoe iedereen zijn blik op haar lichaam vestigde, de nieuwste nieuwtjes vertellend en tegelijkertijd zeggen hoe mager ze was, hoe lelijk.
"Kom, we gaan naar huis," zei ik en trok haar weg. De tranen in haar ogen waren niet onzichtbaar. Haar beker cola was nog vol en het was misschien verspilling van geld, maar dat kon me op dit moment niet schelen. Zij en hoe ze zich voelde was belangrijker.

Toen ik haar thuis afzette en alleen liet wist ik dat het iets gevaarlijks was om te doen, maar ik deed het zonder erbij na te denken. De volgende dag kreeg ik een brief in mijn brievenbus. Ik herkende haar handschrift, maar deed hem niet open tot ik op mijn college was. Waar ik achteraf spijt van had.

Hallo Brielle,

Ik weet niet waarom ik je deze brief schrijf, maar ik hoop dat je hem met enige discretie behandelt. Je wist hoe ik me voelde, dat zag ik aan je ogen. Vooral gisteren. Ik wil je zeggen dat het me spijt dat ik je niet vertelde over de haat die ik aan mijn adres gericht kreeg. Ik herinner me jouw woorden nog klaar en duidelijk, maar ik wilde er niet aan denken. Niet op dat moment. Als je het één keer niet doet, doe je het niet meer tot je goed te ver gaat. Je vertelde me dat ik altijd naar je mocht toekomen, dat je mijn steun zou zijn in goede dagen, maar ook in kwade. De laatste tijd was een kwade periode. Ik verdronk, maar kon niet meer boven komen. Nu ben ik voorgoed verdronken. Dood.

Ja, ik weet dat ik je enorm heb teleur gesteld en dar je je waarschijnlijk schuldig gaat voelen omdat je niet hebt ingegrepen. Doe dat alsjeblieft niet. Dit was mijn beslissing en wat je gisteren ook gezegd zou kunnen hebben, het had me niet gered. Ik plan dit al maanden en nu is mijn plan eindelijk tot een einde gekomen. De grote finale.
Het spijt me. Ik hield van je.

Kusjes,
C.


Zodra ik de brief gelezen had rende ik de zaal uit, steeds verder en verder lopend, weg van alles en iedereen. Op naar haar appartement. Daar vond ik haar, ogen voorgoed gesloten. Ze vocht een gevecht tegen demonen die haar beeld dat ze van zichzelf had goed verpesten. Demonen die haar ogen eruit haalden en vervingen door een paar lege, donkere poelen van duisternis. Het spijt me dat ik je niet redden kon Chloé, ik mis je.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen