My life is perfect
Badend in het zweet wordt ik de volgende morgen wakker, niet precies wetend wat ik had gedroomd.
Ik frons mijn voorhoofd en wil wat haar uit mijn gezicht wegstrijken.
Dan merk ik dat iemand mijn hand vast heeft en ik draai mijn hoofd.
Bella kijkt me aan, met bezorgdheid die haar ogen doet overlopen.
Ik haar aan en ik merk de zwarte ogen en de donkere kringen op.
Ik zucht. 'Mam, je moet gaan jagen.'
Ze schudt haar hoofd en streelt mijn haar.
'We laten je niet achter. Niet na.. dít!'
De laatste zin spreekt ze vol walgend uit.
Ik knik langzaam en zwaai mijn benen uit mijn bed. Ik sta geeuwend op, pak mijn spullen en verdwijn naar de badkamer.
De kleine badkamer in het huis wordt eigelijk alleen gebruikt door mij.
Ik kijk naar een andere deur die bij de badkamer uitkomt en ik grinnik zachtjes.
De kleedkamer deur van mijn moeder, vader en mij. Tien keer zo groot als de badkamer.
Alice weet hoe ze moet winkelen.
Ik grinnik nog een keer en schudt mijn hoofd.
Als ik even later uit de badkamer kom, zie ik Bella en Edward op de bank zitten.
Ik loop naar ze toe en ga in de overgebleven stoel zitten.
Edward heeft Bella's hand vast, en ik moet even denken aan Jasy.
Arm meisje.
Edward glimlacht even naar me, als reactie op mijn gedachtes.
'Nessie, het is tijd om weer eens te gaan jagen,' zegt hij langzaam.
Ik knik en merk nu ook de donkere ogen en kringen bij mijn vader op.
‘En school dan?’ vraag ik, even in de war gebracht.
Edward geeft me snel een knipoog. ‘Het wordt zonnig vandaag, we waren toch al niet gegaan.’
Ik kijk even verward. ‘En hoe gaat de school zich dat laten vertellen?’
Edward haalt zijn schouders op. ‘Carlisle regelt het wel. Ik denk dat het weer het oude, bekende verhaal wordt van de kampeertochtjes.’
Hij lacht even zacht en richt dan zijn aandacht op mijn moeder.
Onsterfelijkheid heeft niet veranderd hoe Bella reageert op Edward.
Ik onderdruk een glimlach en sta op.
Even naar buiten, vertel ik Edward in gedachten.
Hij laat niet merken dat hij me heeft gehoord, maar ik glip naar buiten.
Als de deur achter me dichtvalt begin ik te rennen, totdat ik weer bij het weiland aan kom.
Daar ga ik languit in het gras liggen, en laat mijn ogen dicht vallen.
Niet veel later hoor ik het bekende geluid van krakende takjes en een rennende wolf.
Een glimlach speelt om mijn mond, maar ik hou nog steeds mijn ogen dicht. Als de zachte bons van stappen ophoudt open ik even mijn ogen en ga recht op zitten.
Voor me staat een grote, roodbruine wolf.
Mijn ogen lichten op.
Ik heb Jacob maar af en toe in zijn wolf – vorm gezien, en elke keer dat ik hem zo zie sluipt er een vreemd gevoel mijn hoofd binnen.
Het doet me er aan denken dat hij echt is, een deel van de mythische wereld waar ook ik in thuis hoor. Een wereld vol magie.
De Jacob – wolf ontbloot zijn tanden tot een wolfachtige grijns. Ik lach terug en de wolf stapt langzaam naar achteren, terug de schaduw in waar ik hem niet kan zien.
Een tinteling gaat door de lucht en niet veel later stapt Jacob het licht weer in.
Zijn bovenlichaam is ontbloot en hij loopt naar me toe met zijn kenmerkende grote lach op zijn gezicht.
‘Hoi Jake!’ groet ik hem.
’Nessie,’ lacht hij en hij gaat naast me zitten. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder, en doe mijn ogen dicht. Ik voel opeens een natuurlijke warmte, anders dan die van Jake, en ik hoor Jake naar adem snakken.
Ik open mijn ogen en draai mijn hoofd naar hem. Ik zie hem me met open mond aanstaren.
Ik frons. ‘Wat is er?’
Jacob schudt zijn hoofd en wijst op mijn arm. Ik kijk er nu ook naar en nu ben ik degene die naar adem snak. Mijn bleke huid lijkt opgebouwd te zijn uit duizenden diamanten, allen die worden gereflecteerd door de zon.
Ik kijk ernaar, met verbijstering. Toen ik klein was deed mijn huid nooit zo.
Ik voel iets warms tegen mijn wang, en kom tot de ontdekking dat Jake zijn wang tegen die van mij heeft gedrukt.
Zijn hand glijdt naar mijn hand en hij verstrengelt onze vingers met elkaar.
’Moet jij niet naar school, Nessie?’ gromt hij plagend.
Ik schudt mijn hoofd en wijs met mijn andere hand naar de zon.
‘Kampeertripje,’ knipoog ik naar hem.
Hij lacht zijn huskylach en kust mijn haren. Het doet me een beetje denken aan hoe Edward met mijn moeder omgaat.
Ik slaak een zucht en begraaf mijn gezicht in Jake’s borstkast.
Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit iemand anders wil dan Jacob.
Mijn leven is volmaakt.
Afgezien van dat ene kleine detail.
De witblonde vampier met de moordlustige ogen.
Reageer (6)
Leeeeuk(hoera)
1 decennium geleden