Kwaad sloeg hij tegen een kluisje. Hij was prachtig, zelfs als hij kwaad was. Maar ik ontdekte dat hij niet alleen prachtig was, maar ook een fantastisch karakter had.

SOPHIE POV
“Great,” Hij sloeg kwaad tegen een kluisje. “Hoi, alles oké?” Hij draaide zich bruusk om en keek in groene ogen, míjn ogen. “Ja, best, die idioot gooide me buiten omdat ik er niet met mijn gedachten bij was, eigenlijk ben ik de hele wéék niet meer welkom,” Hij keek even walgend naar de deur waar hij net uit kwam. “Nou, dat is leuk. Ik heb hetzelfde probleem, maar ik ben twee weken niet meer welkom in haar les omdat ik nog eens een grote mond opzette.” Hij grinnikte even. “Is dat zo’n typisch probleem bij jou? Een grote mond?” Ik keek hem met grote ongelovige ogen aan. “Nee! Maar ze moeten niet op mijn kap zitten, moesten ze het niet doen zou ik het ook niet doen.” Hij lachte. “Zo, ga je mee een wandelingetje doen? Het is toch het laatste lesuur.” “Ja, natuurlijk, waar wil je heen?” Ik keek hem aan. “Zullen we naar het bos hier wat verder gaan?” “Tuurlijk,” zei ik en knikte even zodat ik zeker was dat hij wist dat ik me daaraan niet zou storen. “Waar is je rugzak?” vroeg hij, rondkijkend. “Die heb ik in mijn kluisje geduwd, zullen we er eerst even omgaan, hij ligt in de volgende gang.” Jasper glimlachte kort en knikte dan ook. “Geen probleem.” We stapten snel naar mijn kluisje, en toen ik mijn deur open deed vielen mijn boeken en rugzak er meteen uit. “Haha, zal ik je even helpen?” lachte Jasper. Hij lachte best schattig, realiseerde ik mij. “Ja, dat zou lief zijn,” zei ik. Ik voelde het rood op mijn wangen. Hij raapte snel de boeken die zijn kant opgevallen waren op en legde die netjes in mijn kast. “Zo zullen ze er misschien niet meer uitvallen.” Ik grijnsde. “Dat zou moeten lukken.” Ik hing mijn rugzak over mijn rug en volgde Jasper. “Zo, hoe heet je?” “Sophie, en jij?” “Jasper.” “Leuke naam. Heb je ook een bijnaam?” “Nou, mijn broers noemen me Hale als ze kwaad zijn.” “Oh.” “En jouw bijnaam?” “De meesten noemen me gewoon Soph. Zit je hier al lang op school?” “Van september.” “Oh, hoeveelste jaar.” “5e, jij zit in het 4e niet?” Ik knikte. Hoe wist hij dat? “Ik zag je al eens met wat vrienden van je, waarvan ik wist dat die in het 4e zaten.” “Oh, oké. Woon je hier ver van school?” “Dat valt wel mee, het ligt vlak uit de stad.” “Leuk, ik woon hier vlakbij. Als je wil mag je gerust eens langskomen, we hebben een zwembad.” “Mmm.” We kwamen bij een stukje zon, en ik zag hoe Jasper dat stukje voorzichtig ontweek. “Bang om te verbranden?” grijnsde ik. Hij schudde zijn hoofd.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen