13. Alice Valentine Hoekstra

Op het strand zie ik Niall al staan, zodra hij me ziet komt hij op me afgelopen. ‘Hey Alice!’ zegt hij en hij geeft me een knuffel. ‘Hi Niall, so what are we going to do?’ hij glimlacht en zegt: ‘That’s a secret, just follow me’ Hij pakt mijn hand vast en trekt me mee, ik begin te giechelen, o gosh denk ik, nou kom ik natuurlijk over als zo’n dom giechelig meisje.
Nadat we 10 minuten hebben gelopen komen we bij een of andere snackbar genaamd Nandos uit. ‘What is this for place?’ vraag ik aan Niall, hij kijkt me geshockeerd aan ‘It’s Nandos!’ ik lach om zijn reactie. ‘Come I will show you why this is such an amazing place’ Zodra we binnen zijn komt er iemand naar ons toe om ons naar een tafel te brengen. Als we zitten pakt Niall de kaart en bestelt wat voor ons. ‘How long do you live here? Cause I can hear that you’re not English’ zegt hij, en hij begint een beetje te blozen. ‘I live here for two years now, I’m from Holland’ antwoord ik, ‘Holland? I’ve been there before, It’s an amazing country!’ Ik lach om zijn enthousiasme. We praten wat over mijn leven in Engeland en zijn leven in een band, als ons eten er eindelijk aan komt weet ik denk ik meer over Niall dan Jane over hem weet, en dat zegt nogal wat. Niall had gelijk wat het eten betreft, het is heerlijk. Zodra ik het tegen hem zeg begint hij te lachen, het valt me op hoeveel hij eet. Als hij een bord patat naar binnen heeft gewerkt en vervolgens aan een frikadel begint moet ik lachen, ‘What?’ vraagt hij. ‘Never mind’ zeg ik en ik wacht tot hij zijn eten op heeft, hij betaalt de rekening en we gaan weer weg. ‘Where are we going now?’ vraag ik nieuwsgierig. ‘I wanted you to meet the rest of the band’ zegt hij en hij begint te blozen. Ik word gelijk nerveus, ze vinden me natuurlijk dom, of denken dat ik zo’n overdreven fan ben. Niall ziet dat ik nerveus ben en hij lacht, ‘They will like you, and if they don’t I will slap them in the face and tell them that they have to like you’ Nu moet ik lachen. ‘Okey let’s do it, where are they?’ ‘They’re at the beach, come’ Hij pakt mijn hand en langzaam lopen we naar het strand.