Een kortverhaal dat ik zo'n 5 jaar geleden geschreven heb voor een of andere wedstrijd. Het feit dat het oud is zal je vast wel merken, want als ik het nu herlees vind ik het alles behalve goed, hah ;D.

Ik had steken in mijn zij. Ik wist dat het geen fysieke pijn was die ik voelde. Het was de emotionele pijn die zich daar gevestigd had. Mijn gezicht vertrok van de pijn. Ik keek om me heen, maar er was niemand te zien. Ik liep verder, terwijl het zand mijn voeten kietelde.
Ik voelde het houten kistje dat ik al die tijd verborgen had gehouden in mijn kleerkast heen en weer bewegen in mijn handtas. Ik was er nog steeds niet uit om welke reden ik het meegenomen had naar hier. Misschien hoopte ik dat ik hier verlost zou worden van de pijn, dat de zee mijn gedachten tot rust zou kunnen brengen. Zonder ook maar iemand te vertellen waar ik naartoe ging, had ik vanmorgen mijn fiets genomen en ben ik naar hier gereden. Mijn mobieltje heb ik doelbewust achtergelaten op mijn nachtkastje. Vandaag zou ik echt helemaal alleen zijn. Ik voelde het ijskoude water onder mijn voeten. Het deed me rillen. Ik zette me wat verder neer en probeerde het uitzicht in me op te nemen. De zee was eindeloos, net zoals mijn gedachten. Het was al lang geleden dat ik hier geweest was. Ik sloot mijn ogen en liet mijn gedachten afdwalen. Hier ergens op dit strand praatte ik voor de eerste keer met Sam. We botsten toevallig tegen elkaar op en voor we het beseften zaten we een paar maanden later elke middag samen te lachen. Sam was een jaar ouder dan mij en ook al zaten we op dezelfde school, voor die ene middag op het strand hadden we nog nooit met elkaar gesproken. Er liepen tranen over mijn wangen. Ik wist dat ik mezelf hiermee nog meer pijn zou doen, maar toch nam ik het houten kistje uit mijn handtas. Het zag er uit als dat soort kistjes dat kleine meisjes gebruiken om hun kostbaarste sierraden in op te bergen. Voorzichtig opende ik het. Er zat niets meer in dan een foto en een ketting, maar toch was dit het kostbaarste wat ik bezat. Ik hield de foto met beide handen vast en keek ernaar. De snijdende pijn welde terug op. Het voelde alsof ik vastgeketend was en dat de keten steeds dieper in mijn lijf sneed. Hoe langer ik ernaar keek, hoe erger de pijn werd, maar toch kon ik mijn blik niet afwenden. Ik bleef maar kijken naar onze lippen die elkaar zachtjes raakten, naar de pretlichtjes die in elkaars ogen weerspiegeld werden. Ik kon me er elk detail nog van herinneren. Het was vrijdagavond en ik was alleen thuis. Het was de ideale gelegenheid om Sam bij me uit te nodigen. Samen keken we een romantische komedie in de zetel. We zaten heel dicht tegen elkaar aan en plotseling voelde ik een arm rondom de mijne. Ik draaide me om en net op dat moment keken we elkaar recht in de ogen. Ik wist wat er zou gaan gebeuren en toch twijfelde ik. Een stemmetje in mijn hoofd zei me dat dit niet goed was, maar ik kon de verleiding niet weerstaan. Onze eerste kus. Het begin van dit alles. Een windvlaag rukte op, waardoor de foto bijna uit mijn handen glipte. Ik klemde mijn vingers er nog steviger omheen. De eerste maanden had ik het moeilijk om de relatie tussen ons te aanvaarden, maar ik kon niet liegen tegen mezelf. We waren een stel, op onze manier. Ik dacht terug aan het moment waarop ik mijn relatie met Sam opbiechtte aan mijn beste vriend. Ik was bang voor zijn reactie en ik vreesde dat hij anders met me zou omgaan, maar dat deed hij niet. Ik heb altijd gedacht dat hij me toen iets wou vertellen, maar in plaats daarvan gaf hij me een knuffel en ik wist dat het goed zat. Had ik toen in zijn ogen gekeken, dan had ik gezien wat hij me probeerden te vertellen.
Maanden gingen voorbij en ik was gelukkig. Ik had mezelf leren ervaren. Misschien was het allemaal wel een beetje te perfect. Een paar dagen voordat we een jaar samen waren, gebeurde het. Ik en Sam lagen samen te slapen in mijn bed. Het was al na middernacht toen mijn mobieltje afging. Gelukkig werd Sam niet wakker. Ik hoorde de vertrouwde stem van Jasper door mijn telefoon. Ik zweeg en luisterde. Ik beet om mijn lip en vocht tegen de tranen terwijl ik hoorde hoe hij zijn ware gevoelens opbiechtte aan mij. Ik wist het. Mijn voorgevoel werd bevestigd. Nog voordat ik de kans had om een woord uit te brengen, vloog mijn mobieltje uit mijn handen. Ik had me vergist toen ik dacht dat Sam sliep. Ik werd gedwongen om te kiezen, maar ik weigerde. Ik kon mijn beste vriend niet aan de kant schuiven. Machteloos keek ik toe hoe Sam de kamer verliet en de deur dichtsmeet. De dagen daarna hoorde ik niets meer van Sam. Jasper hoorde ik ook niet en ik had het lef niet om hem op te bellen. Ik leep rusteloos rond en op school merkte ik dat Sam in een boog om me heen liep. Het was verschrikkelijk, maar ik bleef hopen, zelfs op de dag dat we eigenlijk precies een jaar samen waren. Ik stond extra vroeg op, ook al was het zaterdag. Diep van binnen verwachtte ik dat Sam de eerste stap zou zetten om het terug goed te maken. De tijd sloop langzaam voorbij en de hele dag zat ik in de zetel voor me uit te staren, wachtend op het geluid van de bel. Er kwam niemand. Ik dacht echt dat Sam meer zou vechten voor onze relatie. Het was avond toen mijn moeder thuiskwam met het nieuws. Eerst weigerde ik het te geloven. Sam kon niet dood zijn. Mijn moeder probeerde me te kalmeren en vertelde me dat Sam verongelukt was op weg naar mijn huis. Ik werd gekweld door het feit dat we het niet goed meer konden maken. Sam zou nooit weten hoe groot mijn liefde was. Dat was de eerste keer waarop ik de pijn in mijn zij voelde.
Ik nam een balpen uit mijn handtas en draaide de foto om. Ik zie je graag, schreef ik en stopte de foto terug in het kistje. Vervolgens haalde ik het zilveren kettinkje eruit. Het was in de vorm van een half hartje. De moeder van Sam had het me gegeven op de begrafenis. Het was het cadeau dat Sam me wou geven op de dag dat we een jaar samen waren. De andere helft van het hartje werd mee opgeborgen in de kist. De tranen drupten steeds sneller op mijn hand. Ik bleef een eind zo zitten en dacht alleen maar aan Sam. Het duurde lang voordat ik een beslissing gemaakt had, maar uiteindelijk deed ik het kettinkje om en stond ik op en keerde terug. Ik wist wat ik moest doen.

Ik zag dat ik niet alleen was. Ik had kunnen weten dat hij me vandaag toch zou vinden. Terwijl ik steeds dichterbij kwam, voelde ik hoe de keten rond mijn lijf zich meer begon op te spannen. Jasper kende me veel te goed. Ik schrok toen ik plotseling besefte dat ik naast haar graf stond. Dit was de eerste keer sinds de begrafenis dat ik hier kwam. Ik was zo dicht bij haar en toch kon ik haar niet zien, niet voelen. Het was ondragelijk. Machteloos liet ik me neervallen op mijn knieën. Ik huilde en schreeuwde tegelijkertijd. Ik nam de foto en keek er voor een laatste keer na. Daarna legde ik hem met de beschreven kant naar boven op het graf. Jasper nam me in zijn armen en samen bleven we daar zo zitten. Ik wist dat ik hem niks hoefde te zeggen. Hij begreep me. Hij aanvaarde het. Hij had zich zelfs verzoend met de intense liefde die ik voor haar voelde.
Na een tijd keek ik op en zag dat zijn gezicht slechts enkele centimeters van het mijne verwijdert was. Niet veel later voelden mijn lippen de zijne. Ik wendde mijn hoofd af. Het was hier nog te vroeg voor. Hoe hard ik ook op dat moment naar hem verlangde, ik kon het niet. Ik voelde de ketens nog altijd om mij. Ze klemden zich om mijn lichaam, om mijn hart en om mijn ziel en het zou nog een hele tijd duren vooraleer hun grip op me zou verzachten.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen