--39--
Samira.
Opgelucht liep ik richting onze tent. Het gras was al opgedroogd door de warme zon. Alleen in de schaduw was het nog vochtig. Ik genoot van het geluid van de vogels.
De tent was leeg. Ik zuchtte en pakte de Hitkrant (zie plaatje). Ik had het eigenlijk ook gelezen en doelloos bladerde ik er wat in. Toen keek ik op mijn horloge. Al bijna 5 uur. We zouden zo wel gaan eten. Ik vroeg me af waar Maud bleef. Ik draaide me om, want ik begon last te krijgen van mijn rug. Ik verveelde me. Opeens begon mijn mobiel te trillen. Mijn hart sprong op. Van wie zou ik een sms'je krijgen? Jesper? Snel haalde ik mijn mobieltje uit mijn broekzak.
hey schat, maak je geen zorgen. alles komt goed.
Ik glimlachte. Jesper was echt lief.
'Samira, we gaan eten!'
Het broertje van Maud schetterde in mijn oor. Geschrokken keek ik op.
'Oh, ehh, okee. Ik kom'.
Gelukkig zag ik zijn hoord verdwijnen voor de tent opening en ik besloot om die de volgende keer dicht te ritsen. Het kwam gewoon omdat ik van slag was. Dacht ik. Ik stond op en propte mijn mobiel weer in mijn broekzak. Ik strikte de veters van mijn all-stars en even later voelde ik de hitte van de dag weer op mijn hoofd. Dit keer vergat ik niet de tent achter me dicht te ritsen.
Ik zag Maud's familie al zitten, klaar om op het eten aan te vallen. Snel pakte ik een klapstoel en schoof die aan.
'Samira, waar is Maud?'
Ik haalde mijn schouders op.
'Ik weet het niet', zei ik. Ik wist het ook echt niet.
'Moest jij niet met Maud mee dan?'
'Nee, ze wilde naar Tom, en dat wilde ik niet, dus ging ik maar naar Kiki en Jesper en Storm. U weetwel, die kinderen van onze leeftijd'.
'Oh', Maud's moeder wist duidelijk niet wat te zeggen. Maar haar vader wist dat wel:
'Nou als ze terugkomt, dan zal het haar bezuren!'
Hij snoof en de moeder van Maud keek angstig.
'Maar liefie, dat kun je toch niet doen? Ze is hier samen met Samira! Dat zou niet aardig zijn'.
'Jammer dan', gromde Maud's vader, 'Had ze maar optijd moeten zijn. Alsof Samira het leuk vind dat Maud er niet is. Onbeschofte meid!'
Dat laatste fluisterde hij er nog achteraan.
IK kromp ineen en hoopte dat ik niet rood zou worden. Want ik vond het eigenlijk wel leuk dat zei er niet was. Nee, niet leuk, maar beter.
'Is er wat?' vroeg Sam's broertje.
'Ik...eh... ik, vind het heel erg!' wist ik er uiteindelijk uit te proppen. Ik liet een traan. Niet omdat ik het echt heel erg vond, maar omdat ik dacht aan mezelf. Pure zelfmedelijden. Ik haatte mezelf omdat ik loog.
Er zijn nog geen reacties.