En het werd steeds erger. Als ik haar op school zag voelde ik mezelf blozen en keek ik snel een andere kant op. Ze was ook zo mooi.

Het was alweer maandagochtend. Ik had een geweldig weekend gehad. Samen met mijn ooms en tantes en mijn neefjes en nichtjes zijn we een weekendje naar Schotland gegaan. Mijn opa en oma hebben daar een prachtig huisje en ze hadden ons uitgenodigd een weekendje op bezoek te komen. Het voelde goed weer eens met de hele familie bij elkaar te zijn, ook al miste ik mijn vader heel erg. Hij zou dit echt geweldig hebben gevonden. Hij vond het altijd leuk als we met de hele familie bij elkaar waren. Dat hij er niet bij was, was een minpunt maar we hebben het toch best gezellig gehad. Ik kon mijn hoofd leegmaken en me ontspannen. Maar daaraan kwam abrupt een einde toen ik maandagmorgen het schoolplein opliep en haar zag. Meteen sloegen mijn gedachten weer op hol.

Ik liep met Finn naar het wiskundelokaal toe. Ik voelde me een beetje ongemakkelijk want hij hoorde niet bij de ‘populaire’ kinderen. Wat als ze me met hem zagen? Zouden ze me dan nog wel bij hun groepje willen? Op momenten als deze voelde ik me echt een loser. Finn is echt heel aardig maar alleen omdat ik bang ben dat ik er niet meer bij hoor als ik met hem omga, doe ik alsof ik hem haat. Gelukkig komen we dan bij ons lokaal en ga ik snel achterin naast Thom zitten. Eigenlijk vond ik hem maar raar. Hij droeg leren kleren en had een hanenkam. Hij had elke week wel een andere vriendin en hij rookte. Toch hoorde hij bij het populaire groepje. “Hey Payne, hoe gaat ie? Vraagt hij aan me. Soms was hij best aardig. Met de nadruk op soms. “Goed man. En met jou? Nog iets leuks gedaan dit weekend?” Zeg ik terug. “Mwah, beetje op straat rondgehangen en ’s avonds naar de club. Jij nog iets cools gedaan?” O god wat moet ik nu zeggen. Ik kan toch niet zeggen dat ik mijn weekend met mijn familie in Schotland heb doorgebracht? Hoe duf zou dat klinken. Dus zeg ik maar dat ik met mijn neef en zijn vrienden uit ben geweest in London. “Cool story bro”, zegt hij. Godzijdank komt de leraar dan binnen en begint hij met de les.

In de pauze loop ik naar de kantine en ga aan de ‘coole’ tafel zitten. Ik word vrolijk begroet en meng me in hun gesprek. Al heb ik niet veel te vertellen. Het gaat over nieuwe plekken om graffiti te spuiten. Iets wat ik nog nooit heb gedaan. Maar ik laat niets merken en doe alsof ik er alle verstand van heb. Maar dan vragen ze of ik al eens een piece gezet heb. Snel zeg ik ja. Ze kijken me geïnteresseerd aan. “Waar spuit jij dan?” Vroegen ze. Snel Liam bedenk iets, zeg ik tegen mezelf. “Uhm… Meestal bij de achterkant van het metrostation”. Tot mijn verbazing beginnen ze luid te joelen. “Zo jij durft,” roept Anthony. “Je weet toch hoe streng ze daar controleren.” “Ja dat weet ik, maar echte graffitispuiters worden nooit gepakt.” Zeg ik. Wauw, hoe verzin ik het? Iedereen ik de kantine kijkt ons aan. Het is net alsof ze tegen ons opkijken. Alsof wij wat meer zijn dan hun. Ik voel me stoer en belangrijk. Maar dan zie ik haar. Ze zit in een hoek van de kantine met twee andere meisjes aan een tafel. Ik herken het blonde meisje. Het zijn vast haar vriendinnen. Zij zijn de enigen die ons niet aanstaren. Integendeel, ze praten en lachen. Ze kijken niet tegen ons op. Ze lachen ons uit!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen