Klappen.
Ik voel de klap in mijn gezicht. Dat zal je leren, Roxie; door te laat te komen. Ik hoor vaag de stem van Karel. Ik voel nog een klap. Karel schopt me hard. Ik krimp in elkaar. Waar blijft mama? Waarom is ze nog niet thuis? Ik hoor het slot van de voordeur en slaak een zucht van verlichting. Mama komt thuis. Snel legt Karel me op mijn bed en loopt naar beneden. Roxie is gevallen hoor ik hem zeggen. Altijd die ellendige smoesjes van hem. Ik hoor nog dat mama de trap op rent. Dan zak ik weg.

Ik open mijn ogen. Wat is er gebeurd? Je bent gevallen, Roxie. Ik kijk recht in het gezicht van mama. Nee, wil ik roepen. Karel martelde me. Maar er komt geen woord uit mijn keel. Mama duwt me terug in mijn bed. Wacht, het is mijn bed helemaal niet. Het is een wit bed. Met een witte deken, een wit kussen. Ziekenhuis? Is het zo erg? Je had een wond op je arm, Roxie. Die moest gehecht worden. Ik knik maar wat. Dan voel ik weer de stekende pijn toen Karel met een mes in mijn arm kwam. Vuile schoft. Ik zak weer weg.

Denk je dat ze naar huis kan? Ik word wakker van de stem van mama. Die nog steeds van nix weet. De man in het witte pak knikt. Zeker weten. Nog 5 dagen rust. Kom dan maar terug. Dan halen we de hechting eruit. Kan ik naar school? Tot mijn grote verbazing komen er nu wel woorden uit mijn keel. De dokter knikt. Ik zucht. Gelukkig maar. Maar mijn hoofd doet alweer zeer als ik eraan denk wat Lisa morgen gaat vragen. Hoe kom je aan die hechting?

Hé Rox. Ik hoor de stem van Lisa en kijk achterom. Hé Lies. Ik geef haar een knuffel en we lopen de school binnen. Ik voel de blik van Lisa op mijn arm branden. Het verbaasd me, dat ze het nog niet heeft gevraagd. Als we in de les zitten vraagt Lisa het eindelijk. Alsof ik erop zat te wachten. Hoe kom je aan die hechting? Oh zeg ik. Gevallen. Karel heeft verteld dat ik moest zeggen dat ik gevallen was. Maar toch, ik ken Lisa ze vraagt gewoon door. Hoe? Ik moet wat verzinnen. Bovendien mag niemand de waarheid weten. Ook Lisa niet. Van het klimrek verzin ik. Lisa knikt. Pijnlijk. Ik knik ook. Jongens en meisjes we gaan beginnen zegt mevrouw van Dijk. De aandacht van mijn hechting zakt weg.

We gaan hoor ik Karel roepen. Waarheen denk ik. Ik vergeet de laatste tijd van alles. Hoe komt dat toch? Kom op, Roxie hoor ik mama’s stem nu ook. We hebben een afspraak met dokter Boor. Ik weet het alweer. Mijn hechting gaat eruit. Een blij gevoel stroomt binnen. Snel trek ik mijn nieuwe All Stars aan & huppel naar beneden. In de auto kijk ik naar buiten. Het ziekenhuis is helaas dichtbij. Ik zou nog wel wat langer willen dromen. En de tijd uitstellen. Doodeng vind ik het. Straks is mijn wond nog niet geheeld. Ik hoor de handrem en doe de deur open. Mama houdt mijn hand vast. Je moest eens weten denk ik. Ik geef een hand aan dokter Boor. Alles goed? Ik knik. Ga hier maar zitten. Zitten? Duurt het zo kort dan? Gaat het zo makkelijk? Ik denk aan die keer dat Lisa een hechting had. Ze vertelde dat het heel erg pijn deed. Maar die van haar was gaan ontsteken. Die van mij niet. Na 10 minuutjes is dokter Boor klaar. Mijn wond ziet er mooi uit. Je ziet er niks meer van.

Mama is vertrokken naar een vriendin. Ik ben alleen met Karel. Ik heb mezelf opgesloten in mijn kamer. Doodsbenauwd zit ik achter de computer. Roxie, doe de deur eens open. Karels stem klinkt vriendelijk. Hij zal me vast weer gaan slaan. Zonder een goede reden. Nu! Anders krijg je straf Karel word boos. Ik weet wat die straf betekend. Snel open ik de deur. Sorry zeg ik. Ik luisterde muziek. Karel sluit de deur achter zich en gaat op mijn bed zitten. Ik ga tegenover hem zitten, op mijn bureaustoel. Muziek is slecht voor je oren zegt Karel. Ik blijf bewegingloos zitten. Als hij maar niet weer gaat slaan. Als jij niet te laat was. Karel staat dreigend op. Had je geen hechting gehoeven. Hij staat nu recht voor mij. Jij vuile smeerlap! Je kost alleen maar geld. Je maakt het geld van mama en mij op! Ik duik ineen. De hand van Karel zwaait heen en weer. Ik ontwijk hem net. Hij trapt tegen mijn schenen. Au! Ik schreeuw van de pijn. Karel sleurt mij uit mijn kamer. Naar beneden. Ik probeer me staande te houden. Wat maar net lukt. Karel beveelt mij mijn broek en shirt uit te doen. Ik mag alleen mijn ondergoed aanhouden. Snel trek ik alles uit. Karel duwt me de voortuin in. Het is net lente, maar ’s nachts is het nog ijzig koud. Snel ga ik op de grond liggen. Karel sluit de deur. Ik ga zitten en snik. Ik weet dat ik zo een tijdje moet buiten blijven. Als straf. Waarvoor eigenlijk? Ik bibber en ga weer liggen.

Naar binnen en slapen. Ik schrik op van Karels stem. Ik wankel naar binnen en kruip meteen onder de dekens. Maar ik kom niet in slaap. Ik bedenk om weg te lopen. Dan schuif ik dat idee weer weg. Een idioot plan. Ik zucht. Nog een uur ben ik wakker. Dan val ik eindelijk in slaap.

Roxie? Slecht geslapen? Lisa heeft gelijk. Ik heb behoorlijk slecht geslapen. En dat niet alleen. De rillingen lopen weer over mijn rug als ik denk aan vannacht. Ik denk er niet meer aan. Meneer de Kikker komt aanlopen. We lopen achter hem aan. Waarom loopt u naar de tweede verdieping? Lisa kijkt meneer de Kikker vragend aan. Roosterwijziging dames. Wij knikken. Lisa en ik hadden nog geen tijd gehad om op het roosterbord te kijken, waar de lokaal-wijzigingen altijd op staan. Meneer de Kikker loopt snel. Lisa en ik nemen onze vaste plek achterin aan. Als de hele klas binnen is start meneer de Kikker zijn les. Wat willen jullie later worden? Zeker niet zoals Karel, of als mama die Karel altijd geloofd is het eerste wat mij binnen schiet. Maar mijn grootste droom is op stewardess te worden. In mijn hele leven heb ik nog maar 1 keer gevlogen. Toen leefde papa nog. En waren er nooit problemen. Ik droom weg naar de tijd hoe het vroeger was. En jij, Roxie? Meneer de Kikker kijkt me vragend aan. Blijkbaar zijn we bij mij aangekomen. Ik wil stewardess worden zeg ik. Meneer de Kikker knikt. Begin jij dan ook maar aan het verslag. En houd je hoofd er bij. Meneer de Kikker knipoogt naar mij.

Verslag.
Stewardess als beroep.

Ik ben Roxie. Ik ben 12 jaar en wil graag stewardess worden. Sterker nog, dat is mijn grootste droom. In mijn hele leven heb ik nog maar 1 keer gevlogen. Dit vond ik super. Stewardess lijkt me een leuk beroep omdat je veel over de wereld reist. Bovendien is het vliegen geweldig.
Je leert veel mensen kennen en ik vind het leuk om weleens een praatje te maken. Ik houd van het verzorgen en maak graag mensen blij. Dit kan ook bij dit beroep.
Ik wil niet alleen stewardess worden omdat het een leuk beroep is. Mijn oma deed dit ook. Daarom wil ik het ook worden.

Roxie, V1a.

Ik zucht. Mijn verslag is af. Ik lever het in bij meneer de Kikker en loop het lokaal uit. Op naar de volgende les.

Reageer (1)

  • Fabienaa

    zo zielig dat Roxie wordt geslagen!
    heel goed geschreven!
    nieuwe abbo + een kudotje!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen