Acht

Gregory

'Ik zie het vliegtuig' na zeker weer een uur in de brandende zon te hebben gelopen, komt eindelijk het vliegtuig in het zicht. 'Kunnen we niet ergens anders gaan zitten zodat we het vliegtuig niet meer zien' Renée kijkt van het vliegtuig naar de andere kant waar het er prachtig uitziet, en weer terug naar het vliegtuig. 'Nee want als ze het vliegtuig vinden vinden ze ons ook' Renée knikt langzaam en stroopt de pijpen van haar lange broek omhoog. En loopt iets dieper het water in, 'Geloof jij er in dat we blijven leven?' ik haal mijn schouders op en reageer niet, 'Ik geloof er niet in' 'Hoezo niet?' 'We zitten hier nu al 3 dagen en ze hebben ons nog steeds niet gevonden dan gaan ze ons niet meer vinden ook' ik loop stug door en richt mezelf op het heldere water kleine visjes zwemen langs mijn benen en de zon brand op mijn huid. 'Ben je boos omdat ik er geen vertrouwen in heb?' ik schud mijn hoog en kijk in haar felgroene ogen, 'Ik was gewoon aan het denken' 'Aan wat?' 'Thuis' 'Heb je familie en vrienden?' ik knik langzaam 'Ja, en jij' 'Ik heb 2 zussen en drie broers en ben al 9 keer tante van 9 lieve schattige kinderen' haar stem klinkt enthousiast en dromerig te gelijk 'Tante Renée dus' 'Jep, 5 meisjes en 4 jongens' ik glimlach en denk dan aan mijn vrienden en familie 'Ik ben de oudste thuis en mijn zusje onder mij is 15 heb nog zusje van 13 en van 10' 'Echt dus je bent een beetje alleen thuis?' 'Ik woon op mezelf jij niet?' 'Echt ik heb er geen geld voor dus woon nog bij mijn ouders' ik glimlach om haar wenkbrauw wiebel en duw haar zachtjes opzij. 'Heb je een vriendin?' 'Nee jij wel een vriend?' 'Nee ook niet' we zwijgen weer een poosje en komen langzaam dichterbij. 'Aah onze spullen' Renée trekt een sprintje en ik sjok er langzaam achteraan zonder een blik op het vliegtuig te werpen loop ik omhoog het strand op. Trek mijn spullen onder de ravage vandaan en verwissel mijn broek voor een zwembroek, 'Niet kijken ik trek mijn bikini aan' ik went beleefd mijn hoofd af en wacht tot Renée klaar is. 'Laten we iets eten' ik pak de niet geplette bananen en stilletjes eten we die op. 'Hier nog een Kokos' we drinken langzaam de melk op en kijken dan beiden naar het vliegtuig. 'Kunnen we dan echt niets doen om hier weg te komen?