* Hoofdstuk 5
Het is al redelijk vol op het plein dat meestal leeg is. De deelnemers aan de boete staan grotendeels al op de plek waar ze horen. Hun families staan om het vak heen. Op hun gezichten staan angstige blikken. Moeders doen hun best om hun tranen binnen te houden al lukt dat niet bij allemaal. Als ik bij de ingang van het deelnemersvak aankom, neem ik afscheid van Michaël. “Niet zo bang kijken, alles komt goed. Tot vanavond, buddy.” Ik geef hem een dikke knuffel en sta weer op om Jonah een knuffel te geven. “Geen graan oké. Het is niet nodig. Sterkte. Ik ben met je.” Hij geeft me een kus op mijn voorhoofd en dan loop ik naar de inschrijf tafel. Als ik in de rij sta, zwaai ik nog even naar Michaël, die samen met zijn grote broer een plek aan het opzoeken is om te staan. “Je naam?” wordt er gevraagd. Mijn naam is dan ook wat ik geef. “Hoe vaak wil je je inschrijven?” Weer kijk ik even naar mijn broers. “Drie keer.” zeg ik en dan wordt mijn hand gepakt om een prikje in mijn vinger te geven. Het bloed dat er uit loopt, komt in een vakje naast mijn naam en leeftijd terecht, drie maal. Als ik ingeschreven ben, loop ik verder naar het vak voor de zeventienjarigen. Als ik sta, draait er een meisje schuin voor me, zich om. Ik ken haar. Ze zit in mijn klas en heeft me veel geholpen. Veel ben ik alleen niet naar school gegaan omdat ik het belangrijker vond om voor Michaël te zorgen. “Happy Hunger Games.” zegt ze geluidloos. Het sarcasme is op haar gezicht te zien. “And may the odds be ever in your favour.” ook mijn sarcasme is aan mijn uitdrukking te lezen als ik dat zeg. En dan is het tijd. Effie Prul komt het podium op. Hoewel ze heel graag promotie wilde naar een hoger district is dat niet gelukt. Dat krijg je ervan als het district vertegenwoordigd waar de winnaars vandaan komen. “Welkom bij de vijfenzeventigste jaarlijkse hongerspelen. Voordat ik verder ga, gaan we eerst kijken naar een prachtige documentaire over het ontstaan van de hongerspelen.” De film wordt gestart. Iedereen uit, voor en achter mijn vak, is die film nu al ziek. We kennen het zo onderhand wel. Als de film gestopt is, slaakt dan ook iedereen een zucht van opluchting. “Zoals jullie weten zijn de spelen van vorig jaar gewonnen door twee personen uit dit district. En ze zijn hier nu als mentor voor de aanstaande tributen: Katniss Everdeen en Peeta Mellark.” De twee winnaars komen het podium oplopen, maken een buiging en gaan op een lege stoel zitten. Ik kijk gauw weg. Schaamte loopt door me heen. Als ze zouden weten dat ik met één van de winnaars heb gesproken, zal iedereen mij verachten. “En dan nu de trekking van de namen.” Effie loopt naar de bol met de roze kaartjes. Ik recht mijn rug en doe mijn hoofd omhoog. Ik kijk nog even naar Michaël en Jonah en dan weer naar voor. Mocht mijn naam getrokken worden, dan ben ik er klaar voor ook al is het onwaarschijnlijk. Haar hand verdwijnt in de bol en ze pakt er een briefje uit. Ik had gehoopt dat ze dit keer goed zou grabbelen maar zoals elke keer verdomd ze dat te doen. Ze haalt er een briefje uit van de bovenste laag en vouwt het uit. Het is doodstil op het plein. Niemand durft adem te halen. “En de vrouwelijke tribuut voor district 12 is….” Ze kijkt op het blaadje. “Silber DeWitt.” Iedereen ademt opgelucht uit behalve ik. Ik kijk moedeloos naar de grond. Hoe kan dit? Ben ik echt zo stom geweest door mijn naam vaker in die bol te laten verdwijnen? Al snel herpak ik me en draai ik een kwartslag naar links. Iedereen gaat voor me uit de weg. Ik loop vol goede moed naar het brede looppad waar een aantal vredebewakers mij al op staan te wacht om me naar het podium te begeleiden. Als ik eenmaal tussen de witgeklede mannen sta. Lopen we statig naar het podium toe. Er zijn nog geen drie stappen gezet, of ik hoor mijn naam luid geschreeuwd.
Er zijn nog geen reacties.