Ik keek de jongeman met grote ogen aan. Was hij die nieuw tuinman waar vader het over had gehad? 'Ik mag kijken' zei ik op een felle toon. Nooit helemaal nooit wilde ik zwak over komen en vaak kwamen mijn woorden verwender en gemener over dan de bedoeling was. 'Jij bent mijn eigendom' zeik ik en kwam dichter bij. Hij keek me nog altijd aan met zijn mooie ogen die me steeds weer onbewust deden verstenen. 'Oja?' zei hij nonchalant 'ben jij Young lady Alice?' Zijn stem klonk spottend. Waarom? 'J... Ja' zei ik met enige aarzeling. Waarom kon ik dat niet vastberaden zeggen? 'Een vogel in een gouden kooi... niet waar?' Ik klapte dicht, waarom klonk hij zo zelfvoldaan... alsof hij heel veel over mij wist? 'Nee... nee natuurlijk niet, ik ben Alice!' riep ik uit. Hij lachte. Ineens een harde valse lach in die kalme tuin, het past er niet bij. De bloemen bloeiden en roken heerlijk en zonet had de zon nog prachtig geschenen, helaas was die inmiddels al verdwenen en kleine druppeltjes vielen uit de hemel. Het werd kouder en het begon te regenen... zo ontzettend mistroostig, het paste precies bij de zweer die rondom mij hing. 'Alice... alleen Alice? Je maakt geen gebruik van je achternaam?' Hoe kon hij dat weten? Waarom wist hij toch zoveel? 'Omdat... omdat vader me dat heeft verboden' zei ik zachtjes. Alleen hij... alleen hij had ooit zoiets tegen mij gezegd, had het durven zeggen en alleen hij leek zoveel over mij te weten. Hij zei de dingen die ik dacht. Hij had zo ontzettend gelijk, ik was écht een vogel in een kooi. Opgesloten... vrijheid was iets dat niet bestond in mijn leven. Mijn vader keek niet naar mij om. En ik mocht niet eens zijn achternaam dragen... ja dat was de waarheid. En al deed ik me sterk voor, ik voelde me zo ontzettend kwetsbaar. Daar stonden we dan... langzaam werd het kouder en kouder en de regen stortte inmiddels met bakken uit de hemel. Ik bleef de naamloze tuinman aan staren tot dat hij plotseling zei 'Alice... ga terug naar huis, je word echt ziek' Ik schudde wilde mijn hoofd. 'Ik wil niet gaan... ik wil niet terug naar die kooi' hij leek ineens feller te zijn en zijn woorden kwamen hard aan 'Ach... ga dan ergens anders heen. Praat maar lekker over je zielige leventje met een ander eigendom. Ik heb wel iets beters aan mijn hoofd' en met die woorden... na echoënd in mijn hoofd rende ik met tranen over mijn wangen weg van hem. Ik bidde dat ik nooit hoefde te stoppen en kon blijven weg rennen en rennen en rennen...

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen